De Goeie Nummers Muziekboeken Top 20 is, net als de Goeie Nummers Album Top 20, een persoonlijk lijstje. Dus geen lijstje van de ‘beste’ popboeken; dat zou ook heel gek zijn, want er zijn veel geroemde popboeken die ik niet heb gelezen. De Muziekboeken Top 20 bevat de biografieën, monografieën en memoires die indruk op me maakten. Soms omdat ik er veel van leerde, soms omdat ze me aan het denken zetten en soms omdat ze me gevoelsmatig dichter bij een favoriete artiest brachten. Deze lijst is een momentopname uit 2025.
Leeswijzer: een link in de tekst verwijst naar een Goeie Nummers-blogpost.
20. Joe Boyd – White Bicycles: Making Music in the 1960s. Serpent’s Tail, 2006.
Boyd was van dichtbij getuige van de opkomst van het legendarische Island-label (Bob Marley & the Wailers, Roxy Music, King Crimson) en mede-instigator van de Britse folk-boom van de jaren 60 (Fairport Convention, Nick Drake). En hij kon het allemaal nog navertellen ook.
19. Barney Hoskyns – Across the Great Divide: The Band and America. Viking, 1993.
De euforie en de magie van deze 5 bijzondere muzikanten komt ruimschoots aan bod, net als de tragische dynamiek van de band die als het archetype van het Americana-genre wordt gezien.
18. David Yaffe – Reckless Daughter: A Portrait of Joni Mitchell. Sarah Crichton Books, 2017.
Dit is niet de meest objectieve biografie die er over la Mitchell te schrijven is, maar Yaffe is ongeëvenaard in zijn weergave van de muzikale rijkdom van haar liedjes.
17. Richard Thompson – Beeswing: Fairport, Folk Rock and Finding My Voice 1967–1975. Faber & Faber, 2021.
De zanger-gitarist-componist van Fairport Convention vertelt zijn eigen muzikale ‘coming of age’-verhaal en werpt zo een helder licht op (de erfenis van) de Britse folkrock van eind jaren 60. Thompsons toon is even melancholiek en oprecht als zijn liedjes.
16. Pieter Steinz & Bertram Mourits – Luisteren &cetera: Het web van de popmuziek in de jaren vijftig en zestig. Atlas Contact, 2016.
Ben je op zoek naar een bevrijdend overzicht en behulpzame richtingaanwijzers in de oceaan van de popmuziek? Lees dit – en daarna de andere Luisteren &cetera’s van dit illustere tweetal.
15. Mick Houghton – I’ve Always Kept a Unicorn: The Biography of Sandy Denny. Faber & Faber, 2015.
Complete, liefdevolle maar niet hagiografische levensbeschrijving van dit tragische folk-icoon uit de jaren 60 en 70. Als lezer komt je heel dichtbij Sandy Denny, en je wordt je nog meer bewust van haar kwaliteiten als songschrijver.
14. David Ritz – Divided Soul: The Life of Marvin Gaye. Da Capo Press, 1985.
Ook hier kennen we de tragische afloop van het verhaal, toch hang je aan de lippen van verteller David Ritz. Het leven van de getroebleerde soulzanger is net zo boeiend en onnavolgbaar als zijn muziek. Dus kun je eigenlijk ook de Gaye-biografie van Steve Turner kiezen, Trouble Man.
13. Tom Graves – Crossroads: The Life and Afterlife of Blues Legend Robert Johnson. Demers Books, 2008.
Graves brengt de opgehemelde Johnson terug op aarde door feit en fabel te scheiden. Wat is er waar van de sage over het kruispunt waar de bluesman zijn ziel aan de duivel zou hebben verkocht? En hoe kwam hij nou eigenlijk aan zijn einde? De schrijver geeft overtuigende verklaringen én laat tegelijkertijd het mysterie van Johnson intact. Razendknap.
12. Oliver Sacks – Musicofilia: Verhalen over muziek en het brein (Han Visserman, Vert.). De Bezige Bij, 2016.
Neurowetenschapper Sacks verhaalt helder en meeslepend over ons wonderlijke brein en de nog wonderlijker interactie tussen muziek en dat brein. Zoals alleen hij dat kan.
11. Jaap Boots – Donderweg: Mijn leven in de fast lane van de popmuziek. Nijgh & Van Ditmar, 2015.
Radio-dj en journalist Boots verhaalt aanstekelijk en persoonlijk over zijn ervaringen in de popmuziek. Leest als een roadmovie waarin je in een grote oude Amerikaan door een weids rock & roll-landschap zoeft.
10. Richard F. Thomas – Why Dylan Matters. Dey Street Books, 2017.
Er was natuurlijk wel wat gemor te horen vanuit literaire kringen toen Bob Dylan in 2016 de Nobelprijs voor Literatuur won. Thomas, classicus en fan, zet overtuigend uiteen hoe de liedkunst van de Bard past in een lange traditie die teruggaat op de grote dichters uit de Oudheid.
9. Amanda Petrusich – Pink Moon (33 1/3). Bloomsbury, 2007.
Een deeltje in de 33 1/3-reeks, waarin steeds één bijzonder album centraal staat. Petrusich onderzoekt eerst haar eigen relatie met Pink Moon, dat ze in de nasleep van 9/11 bijna continu op haar walkman afspeelde. Daarna onderzoekt ze het mysterie van Drake’s dood en de betekenis van zijn muzikale nalatenschap.
8. Peter Voskuil – Dutch Mountains: Het ultieme standaardwerk over de Nederlandse platenindustrie. Uitgeverij JEA, 2017.
Deze 5 kilo zware turf geeft een unieke blik-van-binnenuit op de binnenlandse popmuziek en de werking van de popindustrie, aan de hand van bijna 250 interviews met sleutelfiguren. Must-read voor iedere Nederlandse popliefhebber.
7. Hans Kennepohl – We zijn nog nooit zo romantisch geweest. Lemniscaat, 2014.
Leesbaar en toegankelijk filosofieboek dat ons laat zien hoe ontzettend romantisch wij westerlingen ook in de 21e eeuw zijn, inclusief de popmuziek waar we zo van houden. Bijvoorbeeld is onze verering van het grens- en taboedoorbrekende genie.
6. Leendert van der Valk – Voudou: Van New Orleans naar Cotonou op het ritme van de goden. Atlas Contact, 2017.
Muziekreisjournalist reist vanuit de bakermat van de jazz, blues en r&r terug naar de oerbron in West-Afrika. Mega-leerzaam, onder meer door de link tussen geneeskunde en muziek. En dat je eigen platenkast volstaat met Afrikaanse goden.
5. Nick Hornby – High Fidelity. Penguin Books, 1995.
De enige roman in dit rijtje. Kan niet ontbreken, vanwege de weergaloze humor en het diepe inzicht in fandom en de kwetsbare mannelijke psyche. Over platenzaakeigenaar Rob die moet inzien dat je je niet eeuwig in de popmuziek kunt blijven verschuilen.
4. David Byrne – Hoe muziek werkt (Catalien van Paassen & Willem van Paassen, Vert.). Xander Uitgevers, 2014.
De frontman van Talking Heads combineert grondige muziekkennis met zijn eigen ervaringen als muzikant en producer. Interessant, zeer leesbaar, verveelt geen moment.
3. Peter Guralnick – Sweet Soul Music. Back Bay Books, 1999 (oorspr. 1986).
Onvergetelijke portretten van de belangrijkste soulartiesten in de jaren 60, zoals Wilson Picket, Aretha Franklin en Otis Redding en de Zuidelijke platenlabels als Stax en Hi Records. Guralnick combineert dit met een persoonlijke visie op de sociale strijd van de Amerikaanse Burgerrechtenbeweging.
2. Simon Reynolds – Retromania: Pop Culture’s Addiction to Its Own Past. Faber & Faber, 2011.
Rijke blik op de nostalgische tendensen in de popmuziek, die almaar sterker lijken te worden. Reynolds plaatst het fenomeen in een interessante, bredere context door de popmuziek te vergelijken met andere culturele uitingen, zoals de mode en de beeldende kunst.
1. David Hepworth – Uncommon People: The Rise and Fall of the Rock Stars. Bantam Press, 2017.
De onbetwiste nummer één in dit lijstje. Vanwege de scherpe inzichten, de fijne stijl en dito humor. De Britse popjournalist beschrijft de opkomst en ondergang van de popsterren tussen 1955 en 1995. Van Elvis Presley en Little Richard via Janis Joplin en David Bowie tot aan Kurt Cobain. Hij weet dit culturele fenomeen haarfijn te duiden en deed mij met een nieuwe blik naar mijn eigen tijd kijken.



















