Month: december 2014

Het mooiste kerstlied

Joni Mitchell BlueMijn favoriete kerstlied is een nummer dat eigenlijk geen kerstlied is. Hoop en saamhorigheid zijn er niet in te ontdekken. Maar River, van Joni Mitchells sterk autobiografische album Blue (1971), raakt wel een snaar diep vanbinnen.

It’s coming on Christmas / They’re cutting down trees / They’re putting up reindeer / And singing songs of joy and peace / Oh, I wish I had a river I could skate away on.

Joni MitchellDe zangeres is haar lief kwijt. Verdriet en zelfverwijt strijden om voorrang. Ontheemd voelt Mitchell zich ook. Ver weg van haar vaderland Canada, in het groene Californië met zijn merkwaardige muziekwereldje. De gezellige kerstrituelen maken dat alles nog ondraaglijker. Alleen een bevroren rivier lijkt een oplossing te kunnen bieden:

I wish I had a river so long / I would teach my feet to fly / Oh, I wish I had a river I could skate away on / I made my baby say goodbye.

Hoe persoonlijk ook, ‘River’ is herkenbaar voor iedereen die het gevoel van zweven op de ijzers kent. En vooral voor hen die zich oneindig ver verwijderd voelen van hun directe omgeving. Het lied steekt al die eenzame zielen een hart onder de riem door te zeggen: er is een uitweg. Als het gezelschap van mensen je niets te bieden heeft, is er altijd – in de werkelijkheid of in je hoofd – nog het lege landschap van sneeuw en ijs dat jou wel begrijpt. Het maakt ‘River’ tot een van de ontroerendste (kerst)liedjes die ik ken.

Heb je ook een mooi kerstnummer dat je wilt delen? Wees welkom om dat hier te doen.

Donderweg – als in een roadmovie door de rock & roll

DonderwegJaap Boots (Bergen, 1961) was jarenlang dj bij de VPRO-radio (o.m. Villa 65, Club3VOOR12, Shouting Boots), speelde in diverse bands en schreef over popmuziek voor Vrij Nederland en HP/De Tijd. Begin dit jaar nam hij afscheid bij de radio. Boots ‘paste niet meer in het zenderplaatje’ of zoiets. Gelukkig is er nu een boek.

Bruce 3In Donderweg – de zeer letterlijke vertaling van ‘Thunder Road’ van Bruce Springsteen – vertelt Boots aanstekelijk en vol vaart over zijn ervaringen in de wereld van de popmuziek – of rock & roll, zoals hij het zelf noemt. Over zijn ontmoetingen met artiesten, over zijn radio- en tv-werk en over de plaats van popmuziek in zijn eigen leven. Het knappe is: Boots is observator én fan tegelijk.

Donderweg heeft als ondertitel ‘Mijn leven in de fast lane van de popmuziek’. Ik vermoed hier enige ironie. Hoe dan ook, het boek staat vol prachtige anekdotes. Over helden die in werkelijkheid ook echt helden blijken te zijn, zoals Tom Waits en Iggy Pop. Over een overweldigend concert van metalband Slayer in de Leidse Groenoordhallen, waar Boots bijna ten onder gaat in een zee van bier, zweet, modder en decibellen. Over het pure entertainment van de Golden Earring waarin hij ondanks zichzelf wordt meegezogen. En nog veel meer.

djEen groot deel van de internationale alternatieve popscene komt in Donderweg voorbij. Tegelijk is het boek zeer herkenbaar Hollands, met een kelderdiscotheek, saaie duindorpen waar het altijd waait en inkijkjes in het medialand van Hilversum: de wereld van radiomakers, omroepbazen en zendercoördinators, waarin ‘de muziekpolitie’ het steeds meer voor het zeggen heeft.

Joe Jackson - hoes Is She Really Going Out With HimMaar het mooiste zijn de persoonlijke stukken over ‘wat rock & roll met je doet’, zoals Boots het zelf zegt. Zo is Springsteen voor de opgroeiende Jaap als een begripvolle grote broer. En Joe Jacksons ‘Is She Really Going Out With Him?’ biedt hem in zijn puberjaren een waardige plek als toeschouwer. Later is er Nick Cave, die een speciale positie in Boots’ hart inneemt omdat diens From Her To Eternity het enige was dat hem als twintiger troost bood in een pijnlijk rouwproces.

roadmovieDonderweg leest als een trein. Of eigenlijk als een roadmovie. Een film waarin je samen met de hoofdfiguur in een grote oude auto door een weids rock & roll-landschap zoeft. Onderweg ontmoet je de meest wonderlijke figuren en neem je afslagen naar het onbekende. En kom je tot een paar frisse inzichten waarmee je verder kunt. Zo’n boek is Donderweg. Dus als je nog iets zoekt dat ze voor jou onder de kerstboom mogen leggen …

Donderweg affiche theatershowP.S. Jaap Boots maakte op basis van Donderweg ook een one-man-theatershow. Met plaatjes en live-muziek. Ik las lovende recensies. Zijn speellijst vind je hier.

 

De Funky Drummer – over loon en werken

soulfeest jaren zeventigBegin dit jaar ontdekten muziekwetenschappers het geheim van de ‘groove’: dat ongrijpbare kenmerk van bepaalde nummers waardoor je gewoon niet stil kunt blijven zitten en wel móet gaan dansen. Die groove, vooral waargenomen in de soul en funk uit de jaren ’70 en ’80, blijkt het gevolg van de optimale combinatie van voorspelbaarheid en onvoorspelbaarheid. Een regelmatige beat met precies voldoende onregelmatige noten, net vóór of net na de tel. Dat vindt ons brein fijn, vanaf onze geboorte al.

single Funky DrummerEn de ultieme groove, daar zijn geleerden en ervaringsdeskundigen het wel zo’n beetje over eens, is te vinden in het nummer ‘Funky Drummer’ van James Brown uit 1970. Het drumpatroon is niet voor niets honderden keren met veel succes hergebruikt in pop- en rapnummers. Van Public Enemy en Run DMC tot Madonna en Prince. Maar het nummer met de onverslijtbare groove heeft ook een keerzijde, leerde ik onlangs.

affiche Mr DynamiteIn de nieuwe muziekdocumentaire Mr. Dynamite. The Rise of James Brown, komt ook de Funky Drummer zélf in beeld. Eerst als jongeman van begin twintig, strak in het pak, fenomenaal drummend op het podium achter showman James Brown (1933-2006). Daarna als trotse man van een jaar of 70, op rustige toon verhalend over lang vervlogen tijden op tournee met ‘the hardest working man in showbusiness’. Zijn naam: Clyde Stubblefield.

Clyde Stubblefield met stokkenAls hem wordt gevraagd naar ‘Funky Drummer’, betrekt Stubblefields gezicht even. ‘How I hate that song’, ontsnapt hem voordat hij kleurrijk uit de doeken doet hoe het befaamde nummer tot stand kwam. Hoe slavendrijver Brown zijn backingband midden in de nacht – iedereen was bekaf na het zoveelste optreden – meesleepte naar de studio om een nieuwe track op te nemen. De rudimentaire tekst werd ter plekke verzonnen, een titel ontbrak nog. Maar James Brown was kennelijk tevreden met het slagwerk. En schreef het nummer als ‘Funky Drummer’ op zijn naam.

James Brown 3

Het misnoegen van Stubblefield is niet moeilijk te begrijpen: zoals alle sessiemuzikanten in die tijd ontving hij geen royalties over de nummers waarop hij meespeelde. Ook van de honderden keren dat zijn drumpartij werd hergebruikt door andere artiesten zag hij geen cent terug. Er is in de muziekbusiness inmiddels wel wat veranderd. Hoewel sampling nog steeds een juridisch grijs gebied is, krijgen meespelende muzikanten sinds een jaar of twintig ook een vergoeding – net als liedjesschrijvers – wanneer hun nummers op de radio worden gedraaid.

Voor Clyde Stubblefield kwam die regeling in elk geval te laat. In de documentaire maakt hij er verder geen woorden aan vuil. Er is blijkbaar eerder al genoeg over gezegd. Maar of hij er nu vrede mee heeft? Het feit dat hij een soloplaat maakte onder de titel The Revenge of the Funky Drummer zegt waarschijnlijk genoeg.