Check him out

Met een pot bier in de pub

De laatste tijd heb ik wat minder tijd om te bloggen. Kennelijk geef ik de verwachtingen van mijn klanten voorrang boven mijn eigen behoefte om over de popmuziek te schrijven. Helemaal fout, zul je zeggen. Fijn om te horen. En ik ben het volkomen met je eens.

Druk, druk, druk betekent gelukkig niet dat de muziek automatisch uit mijn leven is. Tijdens het werken of het verpozen luister ik vaak genoeg naar muziekjes – oude en nieuwe. Bij die laatste categorie blijkt Spotify een nuttige tipgever.

Na het beluisteren van een playlist van gitarist-zanger Richard Thompson bood de streamingdienst mij uit eigen beweging een reeks verwante liedjes aan. Daarin hoorde ik een zanger die ik herkende zonder hem meteen te kunnen thuisbrengen. Een merkwaardig, wat onhandig klinkend stemgeluid dat tegelijkertijd ontzettend warm en prettig aanvoelde. Die stem, die kende ik toch?

Een klik op de playlist linksonder op mijn scherm onthulde de artiest: Geraint Watkins. Een vriend attendeerde mij een jaar of tien geleden al op deze muzikant uit Wales. Watkins (1951), toetsenist en accordeonist in de begeleidingsbands van Nick Lowe, Paul McCartney, Van Morrison en anderen, debuteerde als soloartiest in 1979 en bracht daarna met zeer ruime tussenpozen platen uit. R&B en country, met een vleugje cajun en soms zelfs chanson. Een paar van zijn nummers staan in mijn persoonlijke Top 100, zoals Unto You.

Toch was ik Watkins uit het oog verloren. Zonde. Op zijn meest recente, Rush of Blood (2019) staat onder meer Heaven Only Knows. Dat was de track die mijn aandacht trok op Spotify. Het is zo’n liedje dat klinkt alsof het er altijd al geweest is. Zo eenvoudig. Een eenzaam slaggitaartje dat klinkt als ‘jouw eerste gitaar’. Een akkoordenschema van 13 in een dozijn. Een zoekende bariton met vragen over de liefde, over het waarom van alles. Een omfloerste saxofoon, relaxt pianootje. Het is een liedje waarvan je zou kunnen denken dat bijna iedereen het zou kunnen schrijven en spelen. Denk nog maar een keer.

Ik ga niet analyseren wat Heaven Only Knows zo verslavend mooi maakt. Of waarom ik denk dat ik met Watkins bevriend zou kunnen zijn. Samen met een pot bier in een pub met hem naar muziek luisteren en daarover ouwehoeren. Klinkt aanlokkelijk. Het is nu vrijdagmiddag, even na vijven. Tijd om (Geraint Watkins) uit te checken.

Het raadsel van Spinvis

avatars-000472544898-5pm7us-originalBegin deze week stuitte ik op de podcast ‘Met Groenteman in de kast’, waarin journalist Gijs Groenteman elke week in gesprek gaat met iemand die hem op de een of andere manier heeft verwonderd of is opgevallen. Ditmaal sprak hij met Erik de Jong, beter bekend onder zijn artiestennaam Spinvis.

spinvis 6Onderwerp van gesprek: de tien liedjes die Spinvis als muzikant gevormd hebben. Duizend of tienduizend hadden het er kunnen worden, maar hij moest zich tot tien beperken. Een verrassend lijstje werd het. Voor mij tenminste wel. Spinvis opent met het mij onbekende Jesamine van The Casuals (een prachtige ‘eendagsvlinder’ uit 1968), en komt dan via de progrock van Genesis (de ‘oude’ Genesis natuurlijk, met Peter Gabriel) uit bij crooner Frank Sinatra. Wie had dat gedacht.

captain BeefheartOp deze fijnzinnige orkestrale popmuziek volgt de georganiseerde chaos van artiesten als Captain Beefheart, de ‘design-punk’ The Gang of Four, de vernuftige lofi-hiphop van OutKast en de weirde collage-funk van Krautrocklegende Holger Czukay. Om daarna zonder blikken of blozen af te sluiten met de droompop van Beach House en de moderne chansons van Barbagallo.

acda en de munnikTussen de liedjes door betoont Gijs Groenteman (zoon van journaliste en tv-presentator Hanneke, bovendien Man van columniste Aaf Brandt Corstius, maar dit geheel terzijde) zich een vaardig en geïnteresseerd interviewer, die De Jong interessante uitspraken ontlokt. Bijvoorbeeld dat De Jongs metamorfose tot Spinvis begon met Acda en De Munnik (eind jaren 90 hoorde hij als postsorteerder ’s nachts hun liedjes op Sky Radio en dacht: ‘dat kan ik toch beter’). Of dat de zanger-gitarist ‘eigenlijk’ drummer is en pas op zijn veertigste ging zingen (‘er scheurde iets in me open’). En nog veel meer, te veel om hier samen te vatten – ga luisteren, zou ik zeggen.

Spinvis 2Gaandeweg de podcast begon het kwartje bij mij te vallen. Het verrassende lijstje bleek een logisch lijstje. Het raadsel van Spinvis werd een klein beetje verklaard. De fraaie romantische harmonieën, de merkwaardige geluidjes, de tegendraadse energie – ja, het zit er allemaal in. Je hoort het pas als je het doorhebt, zeg maar. Luister maar naar Van de bruid en de zee, naar Astronaut of naar kindje van god.

hoesje SpinvisMaar hoe Spinvis deze afwijkende genres dan samenbrengt in de unieke stijl waarmee het Nederlandse poplandschap sinds 2002 is verrijkt, dat blijft gelukkig een raadsel. Luister nog maar eens naar Ronnie gaat naar huis. Raadselachtig mooi.

Trouw en trouweloosheid

Robert EllisDe popmuziek is op dit moment verstoken van schokkend nieuws, zoals het overlijden van grote namen of de comeback van antieke geluidsdragers. Gelukkig maar, want dan kan ik het weer eens over Robert Ellis hebben. Onder de noemer ‘een oude ziel in een jong lichaam’ portretteerde ik hem al eens op Goeie Nummers, maar dat is alweer ruim een jaar geleden en daarmee heeft de singer-songwriter uit Texas zeker nog niet gekregen wat hem toekomt – en de lezer van dit blog evenmin.

ijswakEllis is zo’n artiest die je maar eens in de paar jaar tegenkomt. Wiens muziek als een ‘bijl het ijs van ons bewustzijn splijt’. Bij mij in elk geval wel. Niemand anders schrijft op dit moment zulke spannende popsongs die zo onmiskenbaar geworteld zijn in de rootstraditie. Of andersom: niemand flirt in zijn folk- en countrysongs zo soepel met pop en jazz. En niemand balanceert ook in zijn teksten zo overtuigend op het slappe koord tussen Trouw en Ontrouw.

hoes The Lights of the Chemical Plant van Robert EllisTot dusver produceerde Robert Ellis (1988) vier solo-albums: The Great Re Arranger (2009), Photographs (2011), The Lights from the Chemical Plant (2014) en vorig jaar zijn meest recente, gewoon Robert Ellis getiteld, alsof het zijn debuut betreft. Het is vooral met die laatste twee platen dat Ellis zich loszingt uit het pure country- en folkidioom.

albumhoes Robert EllisDat nieuwste album bevindt zich dan weer wel in de mooie poptraditie van het breakup-album. Alle liedjes van het album ademen het traumatische einde van een liefde, en ze snijden diep door de ziel. Luister maar eens naar California: ‘And she says maybe I’ll move to California / With the unbroken part of my heart I still have left / Maybe I’ll fall in love again someday / I’m not gonna hold my breath.’ De pijn van de uiteengespatte droom is tastbaar in elke vezel, alleen de fraaie melodie houdt het draaglijk.

single Free Man in Paris, Joni MitchellMaar Ellis kan en wil niet om de andere kant van de huwelijkse trouw heen, zoals in prijsnummer It’s Not Ok: ‘It’s not okay / The way we look at one another / It’s not okay / That our love has to stay undercover.’ Daarbij spaart hij ook zichzelf niet: ‘Maybe I’m destined to repeat myself forever / Don’t you think I’d learn from my mistakes?’ Zoveel openhartigheid in combinatie met zo veel schoonheid – het zal niet voor niets zijn dat hij ‘Free Man in Paris’ van Joni Mitchell tegenwoordig op zijn setlist heeft staan.

Ribs en bluesLive staat de Texaan trouwens ook zijn mannetje. Afgelopen juni speelde hij, gekleed in zijn strakke spacecowboypak en ondersteund door puike vaste begeleiders, op Ribs & Blues in Raalte. Ondanks de wat lompe geluidsmix en de barbecue-achtige sfeer op het Overijsselse festival bleven zijn subtiele nummers op het podium volledig overeind.

Robert Ellis met gitaarVoor wie zoveel lof juist twijfel oproept, kijk zelf maar naar Ellis’ Tiny Desk Concert, met louter begeleiding door ‘favorite guitar player on the planet’ Kelly Doyle. Of naar deze live-registratie, waarin de band wordt aangevuld met pedal steel. In Raalte liet Robert Ellis overigens weten alweer bezig te zijn met nieuwe nummers. Ik kan nauwelijks wachten op zijn volgende avonturen.

Een heel mensenleven

330px-SlaidCleavesEen heel mensenleven vangen in een liedje – kan dat? De Amerikaanse singer-songwriter Slaid Cleaves komt in elk geval een heel eind. Zijn liedjes passen in de Amerikaanse literaire traditie van de short story, waarin je als lezer voor korte tijd in de huid van een ander mens kruipt. Met een snelle duik in dat leven, een uitsnede als het ware, leer je (een deel van) zijn geschiedenis kennen, zijn worsteling, zijn hoop – net genoeg om het met je eigen verbeelding te kunnen aanvullen.

Edgar Allan PoeVolgens de definitie van Edgar Allan Poe, de ‘oervader’ van het genre, is de leestijd van zo’n kort verhaal een halfuur tot maximaal twee uur – Slaid Cleaves is een stuk efficiënter. Hij heeft gemiddeld maar een minuut of drie nodig. Zo snel zit je erin en leef je mee met zijn ploeteraars, achterblijvers en pechvogels – want winnaars kom je in zijn liedjes zelden tegen. Gelukkig dragen Cleaves’ anti-helden hun lot doorgaans met zo veel waardigheid en humor dat je er als luisteraar een opgewekt gevoel aan overhoudt.

hoes Ghost on the Car Radio van Slaid CleavesDe bescheiden Cleaves (Maine, 1964), uit alt.country-mekka Austin, Texas, is al meer dan twintig jaar bezig. Zijn achtste studioalbum, het onlangs verschenen Ghost on the Car Radio, toont opnieuw zijn klasse: twaalf compacte roots-liedjes, geworteld in folk en country, maar soms ook verrassend poppy, zoals in het Beatle-eske So Good To Me.

uithangbord kapperTekstueel bewijst Cleaves zijn meesterschap met zinnen als ‘I don’t need to watch the news to understand how this world’s been shaped by a drunken barber’s hand’ (Drunken Barber’s Hand) of ‘They’’ll cut down the trees and name the new streets hickory, walnut and pine’ (Hickory). En het lijkt hem allemaal zo gemakkelijk af te gaan. Zijn zinnen vallen bijna achteloos in het ritme van zijn liedjes, als de tred van een paard, en ze lijken alleen per toeval te rijmen.

tankstationNadrukkelijker dan op zijn eerdere albums dringt het achterland van het huidige Amerika zich op Ghost on the Car Radio naar de voorgrond. Het land van de Trump-stemmers, zeg maar. ‘Little Guys’ portretteert een pompbediende-garagehouder die het moderne jachtige bestaan niet meer kan bijbenen. In het samen met zijn oude makker Rod Picott geschreven Take Home Pay ontmaskert Cleaves de Amerikaanse droom: ‘Everyone knows what the catch is, it’s all about the take home pay’. Cleaves weet al deze droefenis draaglijk te houden met zijn aangename, licht-klaaglijke stem.

Slaid Cleaves2In de alt.country zijn meer sterke verhalenvertellers met een gitaar te vinden, zoals Steve Earle, Guy Clark en Townes van Zandt. Artiesten die een stuk bekender zijn dan Slaid Cleaves. Maar in kwalitatief opzicht kan hij zich met die grote namen meten. Met korte-verhalenschrijvers als Raymond Carver en James Salter ook, trouwens. Check him out.

Een heel mensenleven in een lied

330px-SlaidCleavesEen heel mensenleven vangen in een liedje – kan dat? De Amerikaanse singer-songwriter Slaid Cleaves komt in elk geval een heel eind. Zijn liedjes passen in de Amerikaanse literaire traditie van de short story, waarin je als lezer voor korte tijd in de huid van een ander mens kruipt. Met een snelle duik in dat leven, een uitsnede als het ware, leer je (een deel van) zijn geschiedenis kennen, zijn worsteling, zijn hoop – net genoeg om het met je eigen verbeelding te kunnen aanvullen.

Edgar Allan PoeVolgens de definitie van Edgar Allan Poe, de ‘oervader’ van het genre, is de leestijd van zo’n kort verhaal een halfuur tot maximaal twee uur – Slaid Cleaves is een stuk efficiënter. Hij heeft gemiddeld maar een minuut of drie nodig. Zo snel zit je erin en leef je mee met zijn ploeteraars, achterblijvers en pechvogels – want winnaars kom je in zijn liedjes zelden tegen. Gelukkig dragen Cleaves’ anti-helden hun lot doorgaans met zo veel waardigheid en humor dat je er als luisteraar een opgewekt gevoel aan overhoudt.

hoes Ghost on the Car Radio van Slaid CleavesDe bescheiden Cleaves (Maine, 1964), uit alt.country-mekka Austin, Texas, is al meer dan twintig jaar bezig. Zijn achtste studioalbum, het onlangs verschenen Ghost on the Car Radio, toont opnieuw zijn klasse: twaalf compacte roots-liedjes, geworteld in folk en country, maar soms ook verrassend poppy, zoals in het Beatle-eske So Good To Me.

uithangbord kapperTekstueel bewijst Cleaves zijn meesterschap met zinnen als ‘I don’t need to watch the news to understand how this world’s been shaped by a drunken barber’s hand’ (Drunken Barber’s Hand) of ‘They’’ll cut down the trees and name the new streets hickory, walnut and pine’ (Hickory). En het lijkt hem allemaal zo gemakkelijk af te gaan. Zijn zinnen vallen bijna achteloos in het ritme van zijn liedjes, als de tred van een paard, en ze lijken alleen per toeval te rijmen.

tankstationNadrukkelijker dan op zijn eerdere albums dringt het achterland van het huidige Amerika zich op Ghost on the Car Radio naar de voorgrond. Het land van de Trump-stemmers, zeg maar. ‘Little Guys’ portretteert een pompbediende-garagehouder die het moderne jachtige bestaan niet meer kan bijbenen. In het samen met zijn oude makker Rod Picott geschreven Take Home Pay ontmaskert Cleaves de Amerikaanse droom: ‘Everyone knows what the catch is, it’s all about the take home pay’. Cleaves weet al deze droefenis draaglijk te houden met zijn aangename, licht-klaaglijke stem.

Slaid Cleaves2In de alt.country zijn meer sterke verhalenvertellers met een gitaar te vinden, zoals Steve Earle, Guy Clark en Townes van Zandt. Artiesten die een stuk bekender zijn dan Slaid Cleaves. Maar in kwalitatief opzicht kan hij zich met die grote namen meten. Met korte-verhalenschrijvers als Raymond Carver en James Salter ook, trouwens. Check him out.

Helemaal terug: Bill Withers

Bill WithersDe wegen van de popmuziek zijn ondoorgrondelijk. Jarenlang hoorde je niks of weinig van hem, maar de laatste tijd is Bill Withers helemaal terug. Niet zozeer de man zelf – Withers, 78 inmiddels, leeft ergens in stilte – maar zijn muziek. Die beleeft een heuse comeback zonder dat er een grote marketingcampagne aan te pas is gekomen. Dat heeft die muziek ook helemaal niet nodig.

Bill Withers met gitaarIn de jaren 70-80 was William Harrison “Bill” Withers (West-Virginia, 1938) een graag geziene gast in de hitlijsten, met nummers als Ain’t No Sunshine, Lovely Day en Just The Two of Us. In de daaropvolgende kwart eeuw raakte de Amerikaanse soulzanger echter geleidelijk uit beeld. Tot voor kort dus.

NPO radio 2 Soul & Jazz LijstIn de vorige maand uitgezonden NPO Radio 2 Soul & Jazz Lijst (voorheen De Zwarte Lijst) met tweehonderd goeie nummers duikt Withers maar liefst vijf keer op. Bovendien onthult een blik op de website WhoSamples dat zijn werk de laatste jaren door een hele reeks artiesten – jong en oud – werd gecovered. Zelf hoorde ik recentelijk twee live-covers door zulke uiteenlopende artiesten als folkzanger Tim O’Brien (Grandma’s Hands) en southern rocker Matt Andersen (Ain’t No Sunshine). Vanwaar die hernieuwde belangstelling?

rock and roll hall of fame.jpgMisschien komt het doordat de zwarte singer-songwriter pas in 2015 werd opgenomen in de Rock ’n Roll Hall of Fame. Voor veel artiesten is die late erkenning misschien een extra reden om zijn werk in hun eigen repertoire op te nemen. Maar het werk zelf biedt er natuurlijk ook alle reden toe.

hoes van Use Me van Bill WithersWithers’ songs dringen altijd diep door in lichaam en ziel. Meteen. Met zijn pompende grooves en borende stem. Neem alleen maar een songtitel als ‘Who Is He And What Is He To You?’ Bob Dylan zou zeker acht coupletten van twaalf regels nodig om hebben hetzelfde te zeggen. ‘Use Me’, ook zo lekker kernachtig: ‘Keep on using me, until you use me up’, op die repeterende monotone riff die de mix van genot en uitzichtloosheid perfect uitdrukt.

parental advisoryMogelijk draagt ook Spotify bij aan Withers’ hernieuwde populariteit. Want hij is zo iemand op wiens albums best een waarschuwingssticker zou mogen prijken: geniet, maar consumeer met mate. Als je een heel album van hem achter elkaar beluistert wil je ziel gewoon graag weer even vrij zijn. De uitvinding van het streamen helpt daarbij. Luister maar naar de bovengenoemde Radio 2 Soul & Jazz playlist, vol goeie bezielde tracks, en geniet ongelimiteerd. Geef daarbij speciale aandacht aan de nummers 6 (Ain’t No Sunshine), 29 (Lovely Day), 51 (Grandma’s Hands), 143 (Harlem) en 162 (Lean On Me).

Het nieuwe album van Spinvis (2)

spinvis 3Bijna een jaar geleden schreef ik hier over het nieuwe album van Spinvis, nom de plume van muzikant Erik de Jong. Of eigenlijk over het gemis aan dat nieuwe album. Want de opvolger van tot ziens, Justine Keller uit 2011 liet nogal op zich wachten. Zozeer dat ik wat koortsig begon te dromen over het onverwachte verschijnen van een spiksplinternieuw Spinvis-album.

spinvis 5Inmiddels zijn we bijna een jaar verder. Nog steeds niets. Nergens ook maar een spoor van nieuwe liedjes van de voormalige postbode uit Nieuwegein. En wat doe je als je geen grip kunt krijgen, dan ga je zoeken naar verborgen tekens. Nou ja, verborgen? Een zoektocht op internet brengt me bij Volkskrant-journalist Fabian de Bont die, mogelijk geteisterd door eenzelfde onrust, begin juni met De Jong sprak voor de rubriek ‘Waar is … mee bezig?’

plantjesEn wat bleek? Spinvis was in juni voornamelijk ‘in zijn binnenwereld’ bezig. En die binnenwereld wil bij hem zeggen: de studio in het souterrain van zijn huis! Elke dag was hij daar korte tijd aan het opnemen, helemaal in zijn eentje!! Afstand nemend en twijfelend, zei hij, zoals bij een groeiend veld met plantjes!!! Voor een album dat hij in december af wilde hebben!!!!

hoesje SpinvisOMG, december, dat is nu al bijna. Waarom heb ik dit niet zien aankomen? De tekenen waren achteraf toch overduidelijk. Spinvis hanteert gewoon een algoritme. In 2002 verscheen zijn titelloze debuutalbum, dat direct door het plafond van de Nederlandstalige popmuziek schoot, in 2005 kwam Dagen Van Stro, Dagen Van Gras, in 2011 gevolgd door tot ziens, Justine Keller.

fokke-en-sukke-algoritmeOp al die schijfjes koppelt hij alledaags-poëtische zinnetjes aan originele muziekjes die akelig verslavend zijn. Dat blijft elke keer hetzelfde. Maar het interval tussen opeenvolgende albums verandert steeds: eerst 3, toen 6 en nu dus 5 jaar! Logisch. De plaat hierna zal dus in 2020 verschijnen, die daarna in 2022, dan 2029 enzovoort. Als je het eenmaal ziet, is het zo simpel.

heel-goed-nieuws-lyrics-spinvisEen beetje luisteraar had deze boodschap mogelijk al uit Spinvis’ werk afgeleid, verstopt in nummers als Voor Ik Vergeet, Ik Wil Alleen Maar Zwemmen of Heel Goed Nieuws, als je de muziek deels achterstevoren afspeelt. Maar goed, die nieuwe plaat komt dus volgende maand. En dat is echt heel goed nieuws. Zelfs als die onverhoopt komende maand nog níet zou verschijnen, maar ietsje later. Het komt goed. Zo belangrijk is zo’n algoritme nou ook weer niet.

spinvis met bandBovendien kunnen we ons in dat geval troosten met de oudejaarsshow die Spinvis en een aantal Utrechtse vrienden op 28 december a.s. geven in TivoliVredenburg, onder de titel We Vieren Het Toch. Alles Verandert! Laat je vooral niet gek maken door die lange radiostiltes. Doe ik ook niet.

Hooray for the Fat Man

Fats Domino 1Ben jij een geheime Fats Domino-fan? Of zelfs een openlijke? Dan kunnen we elkaar de hand schudden. En als je nog geen fan bent – kom er gerust bij. Want de lijvige zanger-pianist uit New Orleans heeft weliswaar geen gevarieerd oeuvre, en veel vernieuwing is er de laatste jaren – lees halve eeuw – ook niet in te ontdekken. Maar wat is zijn muziek tijdloos goed en wat krijg je er een goeie zin van!

Fats Domino 2Hier meteen dan ook maar even de bewijzen. Eerst I’m Walking, dat in 1957 de hitparade bestormde. Stoomt dat of stoomt dat? Met die unieke New Orleans-roffeldrums, die rollende piano, die vette sax. En dan duurt het ook nog maar iets meer dan twee minuten. En dan bewijsstuk nummer twee:  Sick and Tired. Lekkerrrrrrrrrrr!

hoes Fats Domino swingsEn dan – driemaal is scheepsrecht – het onvergetelijke My Girl Josephine, ook wel bekend als ‘Hello Josephine’. Ditmaal een wiegende cadans waarbij je zelfs in je Berend Boudewijn tv-stoel niet stil kunt blijven zitten. Wat een swag, wat een onschuld ook. En je begrijpt meteen waarom sommige mensen denken dat reggae is ontstaan toen Jamaicanen Fats Domino probeerden te imiteren.

standbeeld Fats DominoDeze muziek was al oud – en hopeloos uit de tijd – toen ik nog jong was. Je was niet helemaal goed bij je hoofd als je ervan hield. Het is niet voor niets dat Fats Ain’t That a Shame zingt. Ja, doe die ook nog maar. Let vooral op dat blazershuppeltje in het refrein, en dan natuurlijk die solo, au! De man verdient een standbeeld, en niet alleen vanwege de miljoenen platen die hij verkocht of de grote invloed die hij had op bands als The Beatles.

Dave Bartholomew2Nou had Fats Domino het grote geluk dat hij kon samenwerken met de legendarische trompettist en bandleider Dave Bartholomew. Iemand die wist hoe je een vijfkoppige blazerssectie precies als 2,98 man kunt laten klinken, en hoe je die precies het juiste aantal milliseconden voor of na de tel moest laten invallen.

New Orleans collageBeide mannen, inmiddels (hoog)bejaard, bleven de smeltkroes van New Orleans als muzikant en als inwoner altijd trouw. Top op de dag van vandaag. Naar verluidt was Fats Domino zelfs zo honkvast dat hij ten tijde van de orkaan Katrina in 2005, ondanks evacuatie-oproepen van de autoriteiten, weigerde zijn huis te verlaten.

Fats Domino 3Voor wie nog niet genoeg heeft van deze oer-rock ’n roller – luister en kijk naar een sterk optreden van bijna vijftig minuten in Austin, Texas, in 1986. Check him out.

Een knipoog van Drenthe naar de VS

Daniël Lohues 3Midden jaren 90 werd hij bekend als frontman van Skik. Hij maakte speedpunk, rootsrock en als soloartiest vanaf 2006 vooral blues, folk en country, vermengd met vleugjes Beatles en Bach. Zijn stem werd geleidelijk aan toegankelijker, minder knauwend, en hij ontwikkelde hij zich ook tot producer van andere artiesten. En het belangrijkste – als singer-songwriter voelt Daniël Lohues (Emmen, 1971) zich duidelijk steeds comfortabeler in zijn eigen oplossing voor een fundamenteel pop-probleem.

misverstanden Engels NederlandsZoals alle niet-Engelstaligen zijn wij als Nederlanders altijd tot op zekere hoogte vreemdelingen in de rock & roll. De muziek zelf is vrijwel overal op de planeet onmiddellijk te begrijpen, maar van de taal waarin die liedjes doorgaans worden gezongen – het Engels – ontgaan ons vele nuances. Voor artiesten levert dat een lastige spagaat op. Ze moeten de clichés en het idioom van een vreemde taal imiteren om mee te kunnen doen met het grote spel. Maar tegelijkertijd zweren we in de popmuziek bij authenticiteit. En hoe kun je jezelf zijn als je druk bezig bent een ander na te doen?

Rowwen Heze fanartDe oplossing is natuurlijk: zingen in je moerstaal. De taal die je tot in je haarvaten kent, in alle finesses, zelfs zonder dat je je daarvan bewust hoeft te zijn – kortom de taal waarin je thuis bent. Die keuze leverde ons al klassieke Nederpop op van Raymond van het Groenewoud, Doe Maar, Spinvis, Roosbeef, Thé Lau, Typhoon en vele anderen. En sommigen – niet de minsten – gingen nog een stapje verder. Ze zochten het nog dichter bij huis, lieten het ABN voor wat het was en kozen voor hun streektaal: Normaal, Rowwen Hèze, Gé Reinders. En Daniël Lohues dus.

hoes Aosem Daniël LohuesOok Lohues begon ooit met liedjes in het Engels, tot een bekrompen Bussumse werkgever hem eens vanwege zijn accent afwees. Het bracht de Drent als liedjessmid voorgoed terug bij zijn eigen variant van het Nedersaksisch – we mogen Bussum daar wel eeuwig dankbaar om zijn. Vorige week verscheen Lohues’ nieuwe solo-album Aosem, zijn tiende alweer. Niet alleen de titel is een vette knipoog van Drenthe naar de VS. Het hele album lang staat de singer-songwriter fier met het ene been in het grote land van over de oceaan en het andere in Noord-Nederlandse bodem. De muziek traditioneel Amerikaans, de teksten doortrokken van de tradities van zijn eigen streek.

Lohues met gitaar en baardEn niemand kan ons platteland bezingen zoals Lohues: een appelboom, een paasvuur, een weg tussen de velden, de zon die achter de bomen zakt. Kleine doodgewone dingen uit zijn woonomgeving in Erica, die tegelijk voor de luisteraar een heel universum oproepen. En het lijkt hem allemaal zo moeiteloos af te gaan, dat maakt het alleen maar mooier. Kijk hier of luister op Spotify. Check him out.

.

 

Het mooiste lied over vriendschap

May you never John MartynOntelbare liedjes zijn er gemaakt over de romantische liefde, maar verbazingwekkend weinig over de liefde die vriendschap heet. Uit het hoofd tel ik ze op de vingers van één hand: ‘Waiting on a friend’ (Stones), ‘Hello, Old Friend’ (Eric Clapton). ‘Old Friends’ (Simon & Garfunkel), ‘With a little help from my friends’ (Beatles) en ‘You’ve got a friend’ (Carole King). Oké, ik heb nog een vinger nodig – maar die is dan wel meteen bestemd voor het mooiste vriendschapslied dat ik ken: May You Never, van de Britse singer-songwriter John Martyn.

Het lied begint meteen al fantastisch. Vanuit het niets, ondersteund door een enkele akoestische gitaar, glijdt Martyns omfloerste stem het nummer in:

‘May you never lay your head down, without a hand to hold / May you never make your bed out in the cold / You’re just like great strong brother of mine / And you know that I love you true.’

John MartynAlsof zijn lied zelf een wapen is om zijn broeders tegen alle onheil te beschermen. De tegendraadse troubadour (1948-2009) zorgt er tegelijk voor dat het lied niet klef wordt: hij weet dat vriendschap pas iets betekent als niet iedereen jouw vriend is (‘You never talk dirty behind my back and I know that there’s those that do’) en dat elk geluk in een oogwenk kan verkeren in zijn tegendeel:

‘May you never lose your temper, if you get in a bar-room fight / May you never lose your woman overnight.’

John Martyn elektrische gitaarJohn Martyn was een rusteloze en onstuimige ziel, die zijn vernieuwende folk mengde met uiteenlopende stijlen als dub, rock en jazz. Hij had ook een donkere melancholische inslag, worstelde met drugs en drank en had naar eigen zeggen moeite om ‘hoofd en hart’ in balans te houden. Misschien is het veelzeggend dat hij zijn vrienden in het refrein van ‘May You Never’ een opdracht meegeeft die, zoals bij levenslessen meestal het geval is, evenzeer aan de afzender zelf gericht lijkt:

‘Please won’t you please won’t you bear it in mind: / Love is a lesson to learn in our time / Please won’t you please won’t you bear it in mind for me.’

220px-JohnMartyn‘May You Never’ doet wat alle goede folksongs doen: mensen verbinden, over de eeuwen of andere grenzen heen. Zodat we toch iets mogen begrijpen van ons raadselachtige bestaan. Zodat we ons begrepen en gekoesterd kunnen voelen. Dit nummer is daarmee ook een prachtig statement om, zoals ik een tijdje geleden mocht ervaren, tijdens een feest met vrienden live te laten weerklinken. Houd dat alsjeblieft in gedachten.

Muziek als alimentatie – ‘Here, My Dear’ van Marvin Gaye

Geen guilty pleasures 1Voorlopig even geen guilty pleasures in Goeie Nummers, maar een eerlijk verhaal, openhartig en zonder schaamte. Dat geldt zeker ook voor ‘Here My Dear’, een album met een wel heel bijzondere ontstaansgeschiedenis.

hoes Here, My DearWat was het geval? Soulzanger Marvin Gaye (1939-1984) stond van het begin van de jaren ’60 onder contract bij het bekende Motown-label van Berry Gordy. In 1963 trouwde hij met Anna Gordy (1922-2014), de zus van zijn baas. Het tumultueuze huwelijk strandde definitief in 1975. Na veel juridisch gesteggel werd overeengekomen dat Marvin nog één album voor Motown zou maken, waarvan de opbrengst voor een groot deel naar Anna zou gaan.

Marvin en Anna 1Het dubbelalbum, met de uitdagende titel Here, My Dear, riep bij verschijning in 1978 gemengde reacties op. Niet zo gek ook. Na zo’n voorgeschiedenis van ruzie en bittere compromissen verwachtte niemand een top-werkstuk. Waarom zou Gaye zijn best doen voor zo’n alimentatie-plaat, waarvan de opbrengsten vooral zijn ex en ex-zwager ten goede kwamen?

John Martyn hoes Grace & DangerInmiddels kunnen we met wat meer afstand luisteren. En dan blijkt Here, My Dear een ongewoon sterk break-upalbum. Fleetwood Mac maakte Rumours, John Martyn Grace and Danger, Bob Dylan Blood On The Tracks, Richard & Linda Thompson Shoot Out The Lights – stuk voor stuk intense platen waarbij het bloed en de tranen van stukgelopen huwelijken bijna uit de groeven lopen. Maar nergens gaat het er zo onverbloemd aan toe als op Here My Dear.

Marving Gaye 1Aan de songtitels ‘When did you stop loving me, when did I stop loving you’, ‘Anger’ and ‘I Met A Little Girl’ en ‘You Can Leave, But It’s Gonna Cost You’ kun je dat al aflezen. We hadden in die tijd nog geen reality-tv, anders zou men Here, My Dear reality-muziek hebben genoemd. Anna Gordy was in eerste instantie niet blij met al die openhartigheid en overwoog zelfs een rechtszaak. Het duurde een tijd voor ze – net als rest van de muziekwereld, trouwens – de klasse van het album kon inzien. Haar ex bleek uiteindelijk toch een monument voor hun huwelijk te hebben opgericht.

Marving Gaye in colbertjeWant al die openhartige bekentenissen, (zelf)verwijten en klachten worden verklankt in Gaye’s onnavolgbare stijl, met zijn meerstemmige achtergrondzang, geavanceerde akkoordenwisselingen en soepele grooves. De getroebleerde zanger gaf alles wat hij had. Want Marvin Gaye had niet alleen een van de mooiste stemmen uit de popgeschiedenis, hij was ook een rasartiest die gewoon geen slechte plaat kon afleveren.

JJ Cale – 17e-eeuwer in de Americana

Joost van den VondelTijdens mijn studie Nederlands in de jaren 80 maakte ik schoorvoetend kennis met de literatuur van de 17e eeuw. Het leek me nogal stoffig. Wat bleek? Als je er eenmaal mee bezig was, vond je in de gedichten en toneelstukken van Bredero, Huygens en de grote Vondel alles wat literatuur zo boeiend kan maken: drama, humor, prachtige taal en ontroering.

Een andere eye-opener was dat deze schrijvers uit de Renaissance vooral bezig waren met imiteren. Copyright bestond nog niet; originaliteit was geen belangrijk criterium voor kunstenaars. Dat nabootsen van beroemde klassieke voorbeelden begon met het kennen en opvolgen van de voorschriften van de verschillende literaire genres: translatio (vertalen) en imitatio (creatief bewerken). De schrijver moest eerst leren een tragedie, komedie of epos volgens de regelen der kunst op te zetten. De laatste en moeilijkste stap was de aemulatio: het overtreffen van de grote voorbeelden.

JJ CaleDe in 2013 overleden JJ Cale doet in veel dingen denken aan die 17e-eeuwers. De bescheiden singer-songwriter uit Tulsa, Oklahoma kende de regels van de traditionele Amerikaanse muziekgenres als zijn broekzak, van country en rockabilly tot jazz en blues. Dat hoor je terug in het gemak, de loomheid, de losjes samenhangende ritmes, in de ruimte die zijn muziek altijd ademt.

stoofpotjeMaar Cale deed meer dan alleen de roots-genres volgen. Hij brouwde zijn eigen unieke stoofpotje, waarin hij de bekende stijlen door elkaar klutst terwijl ze toch herkenbaar blijven. Een vuurtje eronder en sudderen maar – dat is aemulatio à la JJ Cale. Zijn voorbeelden overtreft hij door op het juiste moment van de regels af te wijken, zoals in Crazy Mama, een blues die verrast door zijn melodieuze overgang. Of in Anyway The Wind Blows, waarin je blijft wachten op een wending die nooit komt.

The BreezeBij zijn overlijden, zo herinner ik me, was er belachelijk weinig aandacht in de media. Terwijl Cale de loop der popgeschiedenis toch aardig heeft bijgebogen. Misschien was die relatieve stilte voor Eric Clapton en een paar muzikale vrienden reden om een fijne tribute-cd te lanceren: The Breeze. An Appreciation of JJ Cale.

Eric ClaptonEric Clapton, Mark Knopfler, John Mayer, Tom Petty en een paar andere cracks kozen uit Cale’s rijke repertoire zestien goeie nummers en zetten die met veel liefde en respect opnieuw op de plaat. Met het mooiste respect dat je kunt bedenken. Sommige liedjes imiteren de meester zo sterk dat ze nauwelijks van het origineel zijn te onderscheiden, inclusief Cale’s kenmerkende mompelzang. Bij andere liedjes reiken ze vergeefs naar zijn niveau, als om hun nederigheid tegenover het grote voorbeeld te tonen. Maar een enkel nummer is juist net iets strakker, een solo wat puntiger, een groove iets dieper. Clapton & Friends beseften ook dat je de meester pas echt eert door hem hier en daar te overtreffen.