Nederpop

3 Topvrouwen van eigen bodem

Vrouwelijke laborant aan het werk in het lab

Een paar weken geleden richtte ik mijn blik op het Nederlandse poplandschap, meer concreet op de recente releases van Anne Soldaat, Bertolf en Douwe Bob. Drie mannelijke soloartiesten van drie verschillende generaties die op de proppen kwamen met fraaie popplaten doordrenkt van de Amerikaanse muziektradities: country, rhythm-and-blues, folk, gospel en alles wat daartussenin zit.

Vandaag de focus op recente muziek van drie vrouwelijke popartiesten van eigen bodem. Want ook de platen van Sophie Janna, Eefje de Visser en Luwten verdienen meer aandacht dan ze door het lange vrijwel concertloze coronajaar hebben kunnen krijgen. Ik ben ook benieuwd om te zien hoe de vergelijking tussen deze drie mannen en drie vrouwen uitvalt: valt er op basis van deze kleine steekproef iets te zeggen over de verhoudingen in de vaderlandse popmuziek?

(meer…)

Hoe belangrijk is de tekst?

Al vanaf mijn tienerjaren – de jaren 70 – speel ik als zanger-gitarist in amateurbandjes op kleine podia mijn zelfgeschreven popliedjes. Zonder grote ambities of verdiensten. Het is een pretentieloze bezigheid die tegelijkertijd heel belangrijk voor me is. Niet alleen vanwege ‘het sociale gebeuren eromheen’, maar ook omdat ik met die liedjes iets van mezelf kan uitdrukken, in een stijl die precies bij mij past – iets waar in mijn dagelijks werk niet zoveel ruimte voor is.

Zo’n tien jaar geleden besloot ik één ding te veranderen: ik schakelde van het Engels over op het Nederlands. Vanaf toen zong en schreef ik alleen nog in mijn moedertaal. En dat ene ding bleek een bijzonder verschil te maken. Het was alsof ik over een drempel stapte en in een onbekende wereld terechtkwam, misschien zelfs wel in een wereld die er daarvoor gewoon nog niet was. (meer…)

Zing Nederlands met me

Boudewijn de GrootLange tijd, ruwweg de hele sixties en seventies, was Engels de voertaal in de Nederlandse popmuziek. Wie erbij wilde horen, als artiest dan wel als luisteraar, gebruikte het Engels. Op een paar uitzonderingen na (Armand, Boudewijn de Groot, Peter Koelewijn) was de eigen taal not done.

Doe Maar2Begin jaren 80 doorbrak Doe Maar het taboe, met bands als Het Klein Orkest, Het Goede Doel en Toontje Lager in hun gevolg. Het Nederlands bleek toch cool genoeg te zijn. En inmiddels lijkt de eigen taal geheel salonfähig geworden, van mainstream popartiesten en singer-songwriters tot regiorockers en de alomtegenwoordige rappers van dit moment. (meer…)

Een knipoog van Drenthe naar de VS

Daniël Lohues 3Midden jaren 90 werd hij bekend als frontman van Skik. Hij maakte speedpunk, rootsrock en als soloartiest vanaf 2006 vooral blues, folk en country, vermengd met vleugjes Beatles en Bach. Zijn stem werd geleidelijk aan toegankelijker, minder knauwend, en hij ontwikkelde hij zich ook tot producer van andere artiesten. En het belangrijkste – als singer-songwriter voelt Daniël Lohues (Emmen, 1971) zich duidelijk steeds comfortabeler in zijn eigen oplossing voor een fundamenteel pop-probleem.

misverstanden Engels NederlandsZoals alle niet-Engelstaligen zijn wij als Nederlanders altijd tot op zekere hoogte vreemdelingen in de rock & roll. De muziek zelf is vrijwel overal op de planeet onmiddellijk te begrijpen, maar van de taal waarin die liedjes doorgaans worden gezongen – het Engels – ontgaan ons vele nuances. Voor artiesten levert dat een lastige spagaat op. Ze moeten de clichés en het idioom van een vreemde taal imiteren om mee te kunnen doen met het grote spel. Maar tegelijkertijd zweren we in de popmuziek bij authenticiteit. En hoe kun je jezelf zijn als je druk bezig bent een ander na te doen?

Rowwen Heze fanartDe oplossing is natuurlijk: zingen in je moerstaal. De taal die je tot in je haarvaten kent, in alle finesses, zelfs zonder dat je je daarvan bewust hoeft te zijn – kortom de taal waarin je thuis bent. Die keuze leverde ons al klassieke Nederpop op van Raymond van het Groenewoud, Doe Maar, Spinvis, Roosbeef, Thé Lau, Typhoon en vele anderen. En sommigen – niet de minsten – gingen nog een stapje verder. Ze zochten het nog dichter bij huis, lieten het ABN voor wat het was en kozen voor hun streektaal: Normaal, Rowwen Hèze, Gé Reinders. En Daniël Lohues dus.

hoes Aosem Daniël LohuesOok Lohues begon ooit met liedjes in het Engels, tot een bekrompen Bussumse werkgever hem eens vanwege zijn accent afwees. Het bracht de Drent als liedjessmid voorgoed terug bij zijn eigen variant van het Nedersaksisch – we mogen Bussum daar wel eeuwig dankbaar om zijn. Vorige week verscheen Lohues’ nieuwe solo-album Aosem, zijn tiende alweer. Niet alleen de titel is een vette knipoog van Drenthe naar de VS. Het hele album lang staat de singer-songwriter fier met het ene been in het grote land van over de oceaan en het andere in Noord-Nederlandse bodem. De muziek traditioneel Amerikaans, de teksten doortrokken van de tradities van zijn eigen streek.

Lohues met gitaar en baardEn niemand kan ons platteland bezingen zoals Lohues: een appelboom, een paasvuur, een weg tussen de velden, de zon die achter de bomen zakt. Kleine doodgewone dingen uit zijn woonomgeving in Erica, die tegelijk voor de luisteraar een heel universum oproepen. En het lijkt hem allemaal zo moeiteloos af te gaan, dat maakt het alleen maar mooier. Kijk hier of luister op Spotify. Check him out.

.

 

Kippenvel – ‘Iedereen is van de wereld’ van The Scene

The SceneHet was ergens begin jaren ’90, tijdens Parkpop in Den Haag. De middagzon brandde aan de hemel. Op het podium in het Zuiderpark stond The Scene. Thé Lau en zijn band, altijd al een vette live-act, zetten in het Zuiderpark een set neer waar de vonken vanaf spatten. Hoogtepunt: ‘Iedereen is van de wereld’.

‘Dit is voor de misfits die je / her en der alleen ziet staan. / Die onder straatlantaarns eten / en drinken bij de volle maan.’

Parkpop Den HaagIedereen is van de wereld kwam uit in 1991, werd nooit een grote hit maar groeide in de loop der tijd wel uit tot een Nederlandse popklassieker. Een lied dat je in vervoering brengt, dat verbroedert. Het is zo’n typisch The Scene-nummer, stoer en gevoelig, met zijn korte zinnen en repeterende gitaarriffs. Het knappe van het nummer is dat het de solidariteit tussen alle mensen predikt zonder te vermanen. Je wordt persoonlijk aangesproken als luisteraar, als onderdeel van het publiek. Live werkt dat helemaal geweldig.

‘Rood zwart wit geel, jong oud, man of vrouw / In het donker kan ik jou niet zien, / maar deze is van ons aan jou. / En ik hef het glas op jouw gezondheid / want jij staat niet alleen’

The Lau‘Iedereen is van de wereld’ roept mededogen op, verschillen worden onbelangrijk. Het lied stelt simpelweg dat er plaats is voor elk individu, ook voor de verschoppelingen. Maar vooral voor jou: jij hoort er ook bij – net als ieder ander. ‘Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen’.

menigte in zuiderparkIets magisch gebeurde zo’n twintig jaar geleden met die swingende, meezingende menigte in het Zuiderpark waar ik deel van uitmaakte. Een groep losse individuen veranderde tijdens het opzwepende nummer in één grote brok solidariteit. Het was zo’n moment dat je niet meer vergeet. Kippenvel.

En iets van dat gevoel, van die verbroedering, namen we mee van dat veld in Den Haag. Een kostbaar bezit in tijden dat verschillen tussen groepen te veel nadruk dreigen te krijgen.