
Een paar weken geleden richtte ik mijn blik op het Nederlandse poplandschap, meer concreet op de recente releases van Anne Soldaat, Bertolf en Douwe Bob. Drie mannelijke soloartiesten van drie verschillende generaties die op de proppen kwamen met fraaie popplaten doordrenkt van de Amerikaanse muziektradities: country, rhythm-and-blues, folk, gospel en alles wat daartussenin zit.
Vandaag de focus op recente muziek van drie vrouwelijke popartiesten van eigen bodem. Want ook de platen van Sophie Janna, Eefje de Visser en Luwten verdienen meer aandacht dan ze door het lange vrijwel concertloze coronajaar hebben kunnen krijgen. Ik ben ook benieuwd om te zien hoe de vergelijking tussen deze drie mannen en drie vrouwen uitvalt: valt er op basis van deze kleine steekproef iets te zeggen over de verhoudingen in de vaderlandse popmuziek?
Sophie Janna is in de eerste plaats bekend als de helft van het loepzuiver samenzingende folkduo The Lasses (samen met Margot Merah), maar timmert ook solo aan de weg. Haar werk is geïnspireerd op Ierse en Schotse folktraditionals en wordt wel vergeleken met Ane Brun en Joan Shelley. Van Janna’s binnenkort te releasen EP kwamen de afgelopen maanden alvast enkele singles uit, zoals het wonderschone Nightfall, waarin ze enige afstand lijkt te nemen van het folkidioom en het stemmige a capella Wide World. We hebben duidelijk iets om naar uit te kijken.
Met haar vierde album Bitterzoet, dat begin vorig jaar al uitkwam maar nog nauwelijks op het podium is uitgevoerd, zet Eefje de Visser voorlopig de kroon op haar werk. De Visser won in 2009 de Grote Prijs van Nederland en ontwikkelde zich daarna van ingetogen singer-songwriter tot allround artiest die dansbare elektronica combineert met dromerige, filmische teksten en kunstige harmonieën die nog steeds haar ‘folky’ afkomst verraden. Kijk-luister naar een indrukwekkend optreden in februari 2020 voor de Belgische Radio 1, met veel liedjes van Bitterzoet. Hopelijk binnen niet al te lange tijd ook in het echt te bewonderen.
Luwten is de band van singer-songwriter Tessa Douwstra. Luwtens debuutalbum uit 2017, dat op Goeie Nummers al eens in de schijnwerper stond, bevatte gestileerde hypnotiserende folktronica die me enigszins deed denken aan het werk van Suzanne Vega uit begin jaren 90 (Days of Open Hand en 99.9F°). Op opvolger Draft is de aandacht voor detail gebleven, maar lijkt de Nijmeegse artieste haar strakke keurslijf enigszins van zich af te werpen met invloeden uit soul. Het resultaat is een popplaat die buitengewoon fijn onder je huid gaat zitten. Kijk-luister maar eens naar Control.
Vergeleken met het werk van hun mannelijke nederpopcollega’s zijn deze drie platen opvallend intiem, een verschil dat voldoet aan de stereotype verwachtingen. Maar wat ook opvalt: de releases van Eefje de Visser, Luwten en Sophie Janna tonen experimenteerdrift. Waar de mannen nadrukkelijk binnen de gebaande paden blijven, verkennen de vrouwen hun grenzen of rekken die op.
Of de vrouwelijke artiesten van eigen bodem op dit moment inderdaad avontuurlijker zijn dan hun mannelijke evenknieën? Er zijn aanwijzingen dat deze trend ook internationaal zichtbaar is, met vrouwelijke gitaristen en postpunkbandjes die flink aan de weg timmeren. Maar deze steekproef is natuurlijk veel te klein om iets relevants te zeggen over de verhoudingen binnen het Nederlandse poplandschap. Ze geven hooguit een aanwijzing. Uiteindelijk maakt het mij ook niet zoveel uit. Popmuziek is geen wedstrijd, en al helemaal niet tussen mannen en vrouwen. Gelukkig maar.
Meer goeie nummers van deze artiesten horen? Op de Spotify-playlist van Goeie Nummers vind je de genoemde liedjes plus nog een paar extra.