Vanaf midden jaren 80 was de Amerikaanse soulzangeres Anita Baker the next big thing, de vrouw die de soul zou doen herleven. Ze won zes Grammy’s, was bij een breed publiek geliefd én bij popscribenten gewaardeerd om haar soepele stem, smaakvolle jazzy soulsongs, en iets wat je niet anders kunt aanduiden dan met het woord klasse. Slechts een paar jaar later was ze een oningeloste belofte geworden, een artiest die voor de een te glad en commercieel was en voor de ander te moeilijk of gewoon niet nieuw genoeg meer.
Bizar. In mijn platenkast staan vier van haar cd’s: The Songstress (1983), Rapture (1986), Compositions (1990) en Rhythm of Love (1994). Vol met ijzersterke, fraai gespeelde en gezongen songs, die in vergelijking met de R&B van tegenwoordig verbazingwekkend puur klinken. Op Rhythm of Love, destijds door recensenten veelal als ‘te weinig avontuurlijk’ bestempeld, staat ook kippenvelnummer Body and Soul. (meer…)