Hij was een legende, een beetje larger than life. In werkelijkheid heette hij Mac Rebennack – of eigenlijk Malcolm John Rebennack Jr. – maar hij tooide zich in de jaren 60 met de naam Dr. John, The Night Tripper, daarna afgekort tot Dr. John. Die aliassen passen perfect bij zijn geboortestad en woonplaats New Orleans. Want in de raadselachtige smeltkroes New Orleans, ook wel The Crescent City, The City of Sin, NOLA of N’Awlinz genoemd, is één naam nooit genoeg.
Vorige week donderdag overleed Dr. John, 77 jaar oud, aan de gevolgen van een hartaanval. Ik zag hem in de loop der tijd twee keer optreden, de begaafde pianist met de gruizige, knauwende en toch verrassend lenige stem. Zijn muziek is moeilijk te definiëren, maar laat zich het beste vergelijken met gumbo, die typisch Louisiaanse stoofpot zonder vast recept waarin de meest uiteenlopende ingrediënten een plek kunnen krijgen.
Dr. John zou je ook een musician’s musician kunnen noemen: een artiest die bij collega’s in hoog aanzien staat maar geen bijster groot publiek heeft. Vreemd is dat niet, want voor Mac Rebennack was de muziek altijd belangrijker dan hijzelf. Bovendien is zijn stijl weliswaar samengesteld uit bekende genres (blues, boogie-woogie, jazz, rock en funk), maar die genres zijn in zijn gumbo tegelijk bijna onherkenbaar geworden.
In dat opzicht doet hij een beetje denken aan de betreurde JJ Cale, ook een eclectische muzikant die ondanks zijn impact op de popgeschiedenis bij zijn overlijden relatief weinig aandacht kreeg. In de necrologieën van de afgelopen week kwam vooral Dr. Johns muziek vanaf begin jaren 90, toen hij definitief was afgekickt van de heroïne, er mijns inziens wat bekaaid vanaf. Die platen zijn misschien niet allemaal zo sterk als die uit zijn hoogtijdagen – Gris-Gris (1968), Dr. John’s Gumbo (1972) en In the Right Place (1973) – maar er zit wel veel moois tussen:
♦ The City that Care Forgot (2008): een gedreven album over de verwoesting van New Orleans door de orkaan Katrina. Bewijs: het groovende Time For A Change.
♦ Tribal (2010): fraai gearrangeerde en fantastisch gespeelde NO-stukken, zoals het funky Big Gap, geschreven door Allen Toussaint, die andere New Orleans-grootheid die ons niet zo lang geleden ontviel.
♦ Locked Down (2012): direct en fris geproduceerd door Dan Auerbach van The Black Keys. Laat je meevoeren door de voodoo-sfeer van de titeltrack.
Bij sommige artiesten voel je een persoonlijke band, maar zoiets had ik bij Dr. John niet. De Dokter was bovenal de personificatie, de ambassadeur en de ongekroonde muziekkoning van New Orleans. Bovendien: muziek uit New Orleans gaat, net als funk, eigenlijk alleen over zichzelf. New Orleans is muziek, en New Orleans-muziek gaat alleen over New Orleans, of anders over New Orleans-muziek. Daar kom je niet tussen. Je kunt je er wel aan overgeven, en als je dat doet kan de beloning groot zijn: je ziel wordt geheeld en gereinigd door de muzikale heelmeesters.
R.I.P. Dr. John, The Nighttripper, Mac Rebennack of hoe ik je maar mag noemen.