2016

Trouw en trouweloosheid

Robert EllisDe popmuziek is op dit moment verstoken van schokkend nieuws, zoals het overlijden van grote namen of de comeback van antieke geluidsdragers. Gelukkig maar, want dan kan ik het weer eens over Robert Ellis hebben. Onder de noemer ‘een oude ziel in een jong lichaam’ portretteerde ik hem al eens op Goeie Nummers, maar dat is alweer ruim een jaar geleden en daarmee heeft de singer-songwriter uit Texas zeker nog niet gekregen wat hem toekomt – en de lezer van dit blog evenmin.

ijswakEllis is zo’n artiest die je maar eens in de paar jaar tegenkomt. Wiens muziek als een ‘bijl het ijs van ons bewustzijn splijt’. Bij mij in elk geval wel. Niemand anders schrijft op dit moment zulke spannende popsongs die zo onmiskenbaar geworteld zijn in de rootstraditie. Of andersom: niemand flirt in zijn folk- en countrysongs zo soepel met pop en jazz. En niemand balanceert ook in zijn teksten zo overtuigend op het slappe koord tussen Trouw en Ontrouw.

hoes The Lights of the Chemical Plant van Robert EllisTot dusver produceerde Robert Ellis (1988) vier solo-albums: The Great Re Arranger (2009), Photographs (2011), The Lights from the Chemical Plant (2014) en vorig jaar zijn meest recente, gewoon Robert Ellis getiteld, alsof het zijn debuut betreft. Het is vooral met die laatste twee platen dat Ellis zich loszingt uit het pure country- en folkidioom.

albumhoes Robert EllisDat nieuwste album bevindt zich dan weer wel in de mooie poptraditie van het breakup-album. Alle liedjes van het album ademen het traumatische einde van een liefde, en ze snijden diep door de ziel. Luister maar eens naar California: ‘And she says maybe I’ll move to California / With the unbroken part of my heart I still have left / Maybe I’ll fall in love again someday / I’m not gonna hold my breath.’ De pijn van de uiteengespatte droom is tastbaar in elke vezel, alleen de fraaie melodie houdt het draaglijk.

single Free Man in Paris, Joni MitchellMaar Ellis kan en wil niet om de andere kant van de huwelijkse trouw heen, zoals in prijsnummer It’s Not Ok: ‘It’s not okay / The way we look at one another / It’s not okay / That our love has to stay undercover.’ Daarbij spaart hij ook zichzelf niet: ‘Maybe I’m destined to repeat myself forever / Don’t you think I’d learn from my mistakes?’ Zoveel openhartigheid in combinatie met zo veel schoonheid – het zal niet voor niets zijn dat hij ‘Free Man in Paris’ van Joni Mitchell tegenwoordig op zijn setlist heeft staan.

Ribs en bluesLive staat de Texaan trouwens ook zijn mannetje. Afgelopen juni speelde hij, gekleed in zijn strakke spacecowboypak en ondersteund door puike vaste begeleiders, op Ribs & Blues in Raalte. Ondanks de wat lompe geluidsmix en de barbecue-achtige sfeer op het Overijsselse festival bleven zijn subtiele nummers op het podium volledig overeind.

Robert Ellis met gitaarVoor wie zoveel lof juist twijfel oproept, kijk zelf maar naar Ellis’ Tiny Desk Concert, met louter begeleiding door ‘favorite guitar player on the planet’ Kelly Doyle. Of naar deze live-registratie, waarin de band wordt aangevuld met pedal steel. In Raalte liet Robert Ellis overigens weten alweer bezig te zijn met nieuwe nummers. Ik kan nauwelijks wachten op zijn volgende avonturen.

Kippenvel – ‘Skeleton Tree’ van Nick Cave

Nick Cave zwart jasjeHoe blijf je staande als je grootste nachtmerrie werkelijkheid is geworden? In 2015 overkwam dit de Australische singer-songwriter Nick Cave toen zijn 15-jarige zoon Arthur om het leven kwam door een val van een klif nabij zijn woonplaats Brighton (UK).

One more time with feelingOp het moment van het ongeluk was Cave met zijn band The Bad Seeds al in de studio bezig liedjes op te nemen. Dat proces ging door, maar alles werd natuurlijk anders. Om geen tekst en uitleg aan de media te hoeven geven, liet hij zich tijdens de opnames filmen door goede vriend Andrew Dominik, resulterend in de aangrijpende documentaire One More Time With Feeling.

hoes Skeleton Tree van Nick CaveOp Skeleton Tree, dat in 2016, tegelijk met de documentaire verscheen, moest de rouwende vader woorden vinden voor zijn verlies. Het album laat dan ook een andere Cave horen dan we gewend waren. Geen liedjes met verhalen, zoals ze op zijn eerdere platen veelvuldig te vinden zijn, maar vooral beelden en associaties. En weinig vaste ritmes. Alsof het waanzin was geworden om te doen alsof er ergens in deze wereld enige logica te vinden is.

Nick Cave achter pianoOp Skeleton Tree horen we naast Cave’s bariton vooral toetsen en elektronica. Vrijwel geen gitaren. Hij praat soms meer dan hij zingt. Af en toe klinkt hij ongewoon broos. Maar de algehele toon is die van beheerste wanhoop. Want voor alles is Cave artiest. Het maakt Skeleton Tree ondanks alles draaglijk, ook voor de luisteraar, en des te indringender.

Nick Cave op het podiumIn de openingstrack Jesus Alone spreekzingt Cave, boven onheilspellende synth-klanken: ‘With my voice I’m calling you’. In de daaropvolgende nummers strijden onmacht en verdriet om voorrang, en in het afsluitende titelnummer maakt hij de cirkel rond. Hoewel het het enige nummer op de plaat is met iets van een groove, gaat ook Skeleton Tree door merg en been:

‘Sunday Morning, skeleton tree / Nothing is for free / In the window a candle / Well maybe you can see’. En verderop: ‘I called out, I called out / Right across the sea / But the echo comes back empty / And nothing is for free’

Nick Cave donkere fotoHet is ons allemaal maar geschonken. En kan ons zomaar weer worden afgepakt. Het is ongerijmd dat Cave daarna nog ‘And it’s allright now,’ weet uit te brengen, ondersteund door een ijle vrouwenstem. En daarna nog twee keer. Ik begrijp hem niet. Of misschien moet hij het zingen om zijn lot te kunnen dragen. Kippenvel.

Het mooiste kerstlied #2

bing-crosby-1Onlangs sprak ik iemand wiens dochter enorm opzag tegen de kerstperiode. Niet uit afkeer van huiselijke gezelligheid, maar omdat ze in een winkel werkte waar ze de hele dag kerstliedjes moest aanhoren. Denk je eens in: ‘Last Christmas’ (Wham!), ‘All I Want for Christmas Is You’ (Mariah Carey), ‘White Christmas’ (Bing Crosby) en nog meer van dat soort werk, en dat in een oneindig lijkende loop. Zoiets gun je zelfs je ergste vijand niet.

merry-christmasHet nadeel van kerstnummers is sowieso dat ze vaak geraffineerd en mierzoet zijn en daardoor vreselijk in je kop blijven hangen. Maar het ergste is nog wel dat ze ook een verbod uitstralen op elke andere emotie dan een positieve. Zo’n verbod alleen al is genoeg om chagrijnig en rebels van te worden. En dat laatste mag natuurlijk helemaal niet met Kerst!

steve-earleDat het ook anders kan, zien we bij Steve Earle (1955). De bebaarde Texaan produceerde sinds 1986 niet alleen ruim twintig albums vol authentieke country, folk en rock, maar maakte ook naam als activist, onder meer tegen de doodstraf. Zijn album El Corazon uit 1997 bevat een van de meeste bezielde kerstsongs die ik ken: Christmas in Washington.

De zanger zit thuis tijdens de kerstdagen naar de televisie te kijken, waarschijnlijk in 1996. Wat hij ziet, de Democraten en Republikeinen in hun eigen wereldje in Washington DC, geeft hem een slecht voorgevoel. Hij roept de geest van Woody Guthrie aan, in de hoop dat die, als Jezus twee millenia eerder, opstaat uit de dood om ons in moeilijke tijden te helpen:

‘Come back Woody Guthrie / Come back to us now / Tear your eyes from paradise / And rise again somehow’

woody-guthrieWoody Guthrie (1912-1967), de aartsvader van de protestzangers, schreef onder meer het klassiek geworden This Land is Your Land. En op zijn gitaar prijkte de leus ‘This Machine Kills Fascists’. Earle roept vervolgens ook de overleden Amerikaanse mensenrechtenactivisten Emma Goldman, Joe Hill, Malcolm X en Martin Luther King terug. Zonder hun hulp redden we het niet, lijkt hij te willen zeggen. Het komt op mij over als een cruciaal verschil tussen de geëngageerde zangers van vroeger en die van nu.

good-things-are-going-to-happen‘Christmas in Washington’ prijkt veelvuldig op Earles setlist bij concerten. Soms laat hij het nummer voorafgegaan door een lange inleiding waarin hij, boven het getokkel van zijn gitaar, levende artiesten en activisten aan het vaste rijtje namen toevoegt. Daarom is het ondanks de zware inhoud een echt kerstnummer: de toekomst is duister, maar uiteindelijk zijn er helden, vroeger en nu, er zijn dingen die het waard zijn om voor te vechten – en er is hoop.

Een mooie boodschap, ook voor supermarkten, winkels en warenhuizen.

Fijne kerstdagen!

 

Het nieuwe album van Spinvis (2)

spinvis 3Bijna een jaar geleden schreef ik hier over het nieuwe album van Spinvis, nom de plume van muzikant Erik de Jong. Of eigenlijk over het gemis aan dat nieuwe album. Want de opvolger van tot ziens, Justine Keller uit 2011 liet nogal op zich wachten. Zozeer dat ik wat koortsig begon te dromen over het onverwachte verschijnen van een spiksplinternieuw Spinvis-album.

spinvis 5Inmiddels zijn we bijna een jaar verder. Nog steeds niets. Nergens ook maar een spoor van nieuwe liedjes van de voormalige postbode uit Nieuwegein. En wat doe je als je geen grip kunt krijgen, dan ga je zoeken naar verborgen tekens. Nou ja, verborgen? Een zoektocht op internet brengt me bij Volkskrant-journalist Fabian de Bont die, mogelijk geteisterd door eenzelfde onrust, begin juni met De Jong sprak voor de rubriek ‘Waar is … mee bezig?’

plantjesEn wat bleek? Spinvis was in juni voornamelijk ‘in zijn binnenwereld’ bezig. En die binnenwereld wil bij hem zeggen: de studio in het souterrain van zijn huis! Elke dag was hij daar korte tijd aan het opnemen, helemaal in zijn eentje!! Afstand nemend en twijfelend, zei hij, zoals bij een groeiend veld met plantjes!!! Voor een album dat hij in december af wilde hebben!!!!

hoesje SpinvisOMG, december, dat is nu al bijna. Waarom heb ik dit niet zien aankomen? De tekenen waren achteraf toch overduidelijk. Spinvis hanteert gewoon een algoritme. In 2002 verscheen zijn titelloze debuutalbum, dat direct door het plafond van de Nederlandstalige popmuziek schoot, in 2005 kwam Dagen Van Stro, Dagen Van Gras, in 2011 gevolgd door tot ziens, Justine Keller.

fokke-en-sukke-algoritmeOp al die schijfjes koppelt hij alledaags-poëtische zinnetjes aan originele muziekjes die akelig verslavend zijn. Dat blijft elke keer hetzelfde. Maar het interval tussen opeenvolgende albums verandert steeds: eerst 3, toen 6 en nu dus 5 jaar! Logisch. De plaat hierna zal dus in 2020 verschijnen, die daarna in 2022, dan 2029 enzovoort. Als je het eenmaal ziet, is het zo simpel.

heel-goed-nieuws-lyrics-spinvisEen beetje luisteraar had deze boodschap mogelijk al uit Spinvis’ werk afgeleid, verstopt in nummers als Voor Ik Vergeet, Ik Wil Alleen Maar Zwemmen of Heel Goed Nieuws, als je de muziek deels achterstevoren afspeelt. Maar goed, die nieuwe plaat komt dus volgende maand. En dat is echt heel goed nieuws. Zelfs als die onverhoopt komende maand nog níet zou verschijnen, maar ietsje later. Het komt goed. Zo belangrijk is zo’n algoritme nou ook weer niet.

spinvis met bandBovendien kunnen we ons in dat geval troosten met de oudejaarsshow die Spinvis en een aantal Utrechtse vrienden op 28 december a.s. geven in TivoliVredenburg, onder de titel We Vieren Het Toch. Alles Verandert! Laat je vooral niet gek maken door die lange radiostiltes. Doe ik ook niet.

Het mooiste uitro

liefde-op-het-eerste-gezichtZe zeggen dat de eerste indruk bij ontmoetingen allesbepalend is. Maar andersom is ook waar: het laatste beeld dat je van iemand krijgt, is wat blijft hangen. Hetzelfde geldt voor liedjes. Over de entree van liedjes ging het op dit blog al eerder. Vandaag over de manier waarop het podium verlaten wordt: het uitro.

kwalitaria-1Het uitro lijkt een ondergeschoven kindje. Het begint al bij het woord zelf. Een mix van Latijn en Nederlands, zoiets als Kwalitaria of Doehetzelvia. Het staat niet in Van Dale of Groene Boekje. Zelfs in het Engels is outtro niet officieel erkend. En dan hebben we het nog niet over de spelling waarover we geen keuze willen maken, met één of twee t’s.

Belangrijker: luisterend naar popliedjes dringt zich de gedachte op dat met name het ding zelf niet al te veel aandacht krijgt. Alsof intro en middenstuk zo’n beetje alle creativiteit hebben opgesoupeerd. Globaal zie je slechts vier soorten eindes:

Dat is het zo’n beetje. Veel variatie is er niet in te bekennen. Terwijl de luisteraar wel met dat slotakkoord achterblijft nadat de laatste klanken zijn weggestorven…

the-buoys-give-up-your-guns-roodSoms vormt het uitro echter een belangrijk – zo niet het belangrijkste – deel van een lied. Give Up Your Guns van The Buoys is daar een mooi voorbeeld van. De romantische outlaw-song met zijn rijke strijkerspartijen, in 1972 een behoorlijke hit in ons land, lijkt gemaakt te zijn voor het uitgesponnen uitro met door elkaar heen dwarrelende fluit-, viool- en gitaarpartijen.

hoes-layla-and-other-assorted-love-songsEen ander bijzonder voorbeeld is Layla van Eric Clapton/Derek and The Dominoes uit 1970. Na het intro met de beroemde gitaarriff krijg je eerst een uptempo beginstuk met twee getourmenteerde coupletten en refreinen. Dan, na ongeveer drie minuten, vertraagt de muziek om over te gaan in iets heel anders dat er toch helemaal bij hoort. De piano begint een nieuw akkoordenschema, de jankende slide van Duane Allman valt in en vier minuten lang maakt heftige liefdespijn plaats voor puur instrumentale melancholie. Wow.

Ken je nog meer nummers met bijzondere uitro’s? Deel ze hier op Goeie Nummers.

 

 

Het mooiste vluchtlied

bob-lefsetz-3‘Music is escapism, because life is so damn hard’, schrijft de bekende muziekblogger Bob Lefsetz in een recente nieuwsbrief. En misschien slaat de Amerikaanse muziekbusinessveteraan, die van zijn hart nooit een moordkuil maakt, daarmee wel de spijker op de kop. In dat geval vraag ik me af met welke kwalificatie je het Goeie Nummer van deze week adequaat zou kunnen beschrijven: ‘Everybody’s Talkin’’.

fred-neil‘Everybody’s Talkin’’ werd geschreven door folkzanger-gitarist Fred Neil (1936-2001), een Newyorkse vriend en leermeester van Bob Dylan tijdens diens komeetachtige carrièrestart begin jaren 60. Ik hoorde het voor het eerst in de sobere uitvoering van Stephen Stills (Stephen Stills Live, 1975), maar het nummer werd natuurlijk bekend door de fantastische uitvoering van Harry Nilsson op de soundtrack van de film Midnight Cowboy (1969).

harry-nilssonIn de openingsregels is het een en al melancholie wat de klok slaat: vervreemding, eenzaamheid, miscommunicatie, je bent er wel maar je bent er niet:

Everybody’s talking at me / I don’t hear a word they’re saying, / Only the echoes of my mind. / People stopping staring, / I can’t see their faces, / Only the shadows of their eyes.

hoes-everybodys-talkin-van-nilssonEn de strijkers doen daar nog een schepje bovenop. Maar dan slaat de stemming om. De wiegende latin-groove begint te werken, de snelle gitaartokkel geeft de ballad vaart. Zodat je ook als luisteraar een ontsnappingsroute aangeboden krijgt uit het tranendal dat eerst zo overtuigend voor je is neergezet.

I’m going where the sun keeps shining / Through the pouring rain / (…)  Sailing on a summer breeze / And skipping over the ocean like a stone.

zeilboot-op-zeeEn dan die stem. Lekker, hè? Ongemerkt ben je al weggevaren op die droevig-zonnige klanken, voortgeblazen door een zoel briesje, bijna gewichtloos stuiterend op de golven. Op weg naar een oord waar je alles kunt vergeten. Waar het weer zich aanpast aan je kleding in plaats van andersom. Je zou willen dat het nooit ophoudt. Je wilt wegblijven. Voor altijd. Zet het nummer nog maar eens op. Een vluchtlied in het kwadraat, dat is wat ‘Everybody’s Talkin’’ is.

Leven in het nu

winnie-de-pooh-todayOnlangs sprak ik iemand die ‘helemaal in het nu’ wilde leven. Wie bezig was met terugkijken of plannen, zei ze, leefde niet in het nu – en dat was niet goed. Ze keek erbij of ze een alom geaccepteerde waarheid verkondigde – en helemaal vreemd klonk het me ook niet in de oren. Ik was het er alleen totaal niet mee eens.

futureWaar ik me wel in herkende: de verwondering over mensen die voortdurend bezig zijn met toekomstplannen. Ik vind dat heel bewonderenswaardig, vooral als iemand die plannen ook nog in werkelijkheid weet om te zetten, maar mijn gestel lijkt van nature vooral in de ontvankelijke stand te staan. De werkelijkheid laat daarop zijn indrukken achter, meer dan andersom.

h-g-wells-the-time-machine-posterIk vroeg me ook af of mijn weerzin niet wat ongerijmd is voor een popmuziekliefhebber. Want als er iets is dat alleen in het nu bestaat, dan is het wel muziek. Zodra het stopt, is het weg. Maar inmiddels denk ik er wat van te begrijpen. De weemoed en nostalgie waarmee het reizen door de popgeschiedenis gepaard gaat, leveren mij altijd veel meer genot dan pijn op. Waarom zou ik daar vrijwillig afstand van doen?

hier-en-nu-loesjeNog belangrijker is waarschijnlijk dat ik bijna wekelijks van nabij zie wat het betekent als iemand letterlijk in het nu leeft, als vrijwel uitsluitend gebeurtenissen uit de laatste halve minuut in het bewustzijn blijven. Ik zie dan vooral desoriëntatie, onrust en onzekerheid. Je vraagt je af wat er van het nu overblijft als het verleden zo diffuus en ongrijpbaar is.

iedereen-hetzelfdeMaar de belangrijkste reden voor mijn afkeer van het onversneden heden is toch het idee dat we in dat nu zouden moeten leven. Waarom zouden we in hemelsnaam allemaal hetzelfde moeten zijn? Ik zie het gewoon niet. Laat iedereen toch zichzelf kunnen zijn. Hoe ouderwets. Hoe mooi.

sandy-dennyGenoeg gedacht en gepraat. Tijd voor muziek: Who knows where the time goes? van Fairport Convention uit 1969, met de nog immer betreurde Sandy Denny. Laat haar nog eens zingen hoe afschuwelijk en raadselachtig en prachtig het is dat de tijd verstrijkt en dat alles vergaat en verglijdt.

Coveren uit weemoed

bachWe zijn zo gewend geraakt aan popartiesten die hun eigen liedjes zingen, dat we bijna vergeten dat dat in de muziek allesbehalve gewoon is. In de klassieke muziek worden veel oude stukken steeds opnieuw uitgevoerd door steeds weer nieuwe musici, steeds net even anders. En in de jazz is het gemeengoed om standards van decennia geleden tot leven te wekken door ze al improviserend binnenstebuiten te keren of ondersteboven te houden.

BeatlesTot de jaren 60 was het ook in de popmuziek eerder regel dan uitzondering om stukken van anderen te zingen. Bing Crosby, Frank Sinatra, Elvis Presley, ze werkten allemaal zo. Maar in het decennium van Beatles, Stones en Beach Boys werd popmuziek langzaam serieus. Het werd kunst. En daar hoorde authenticiteit bij. Serieus te nemen artiesten schreven hun eigen liedjes. Wie alleen uitvoerend bezig was, kwam lager op de ladder te staan. En dat is best gek. Want artiesten die in staat zijn om de (verborgen) schoonheid van een liedje volledig naar boven te halen, zijn bijzonder waardevol – en behoorlijk schaars.

bonnie-raitt-3Joe Cocker is zo iemand. Hij trok onder meer ‘With A Little Help From My Friends’ (The Beatles) en ‘Ruby Lee’ (Bill Withers) overtuigend naar zich toe. Bonnie Raitt kan het ook. Met haar soepele, licht-hese alt maakte ze prachtige liedjes als ‘You Can’t Fail Me Now’ (Loudon Wainwright III) en Dimming of the Day (Richard Thompson) nog mooier dan ze al waren.

sweet-en-hoffsEen nummer coveren kan iets hebben van ‘dat kan ik ook’, of ‘dat kan ik beter’, maar het is tegelijk altijd een eerbetoon. Dat horen we ook bij het onverwachte koppel Matthew Sweet en Susanna Hoffs. De voormalige powerpop-prins en de ex-Bangle hebben het coveren zo’n beetje tot hun handelsmerk gemaakt. Op drie albums, getiteld Under the Covers Vol. 1, Vol. 2 en Vol. 3 (uit 2007, 2009 en 2013) laten ze hun niet geringe talenten los op hun favoriete nummers uit de jaren 60, 70 en 80.

hoes-under-the-covers-vol-2Het cover-duo kiest vooral voor melodieuze nummers met licht-gruizig, fraai gitaarwerk. Nummers van Dylan, Young, Beatles, Velvet Underground, Bowie, Fleetwood Mac, The Faces, R.E.M., Tom Petty en The Smiths. Vol. 3, gericht op het decennium waarin beide artiesten zelf hun carrière begonnen, bevat ook wat minder bekende tracks.

hoes-under-the-covers-vol-3Met hun afwijkende, maar fraai bij elkaar passende stemmen blijven Sweet en Hoffs dicht bij de oorspronkelijke versies. Ze zoomen in op wat die liedjes zo tijdloos en geliefd maakt. Luister maar eens naar hun live-versie van Neil Youngs Cinnamon Girl. Of naar Roxy Musics More Than This, waarbij de toetsen en galm van het origineel gelukkig wel wat zijn ingetoomd. Alles aan deze drie albums ademt oprechte liefde voor de liedjes – en weemoed om een tijdperk dat voorbij is. Ik ben benieuwd wanneer Vol. 4 uitkomt, en of ze deze lijn kunnen doortreken naar de jaren 90. Check ‘em out.

Kippenvel – ‘Motherland’ van Natalie Merchant

Where in the hell can you go / Far from the things that you know / Far from the sprawl of concrete that keeps / Crawling its way about 1,000 miles a day?

hoes Motherland van Natalie Merchant.pngMet deze lange, geladen vraag begint Motherland van Natalie Merchant (Jamestown, NY, 1963). In de volgende strofe komen daar nog ‘this wasteland’, ‘this terrible place’, ‘the bottomless, cavernous greed’ bij. Woorden vol weerzin jegens de kapitalistische maatschappij. En dat allemaal op de lieflijke klanken van een walsje, met akoestische gitaar, accordeon, banjo en andere traditionele folk-instrumenten.

nine eleven.png‘Motherland’ staat bol van dit soort tegenstellingen. Het gelijknamige album kwam uit in november 2001, twee maanden na 9/11. Hoewel de opnames al twee dagen voor de aanslagen op de Twin Towers waren afgerond, werd het album er onvermijdelijk mee geassocieerd. Daarvoor waren de politieke standpunten van de voormalige leadzangeres van 10,000 Maniacs ook te bekend. En leek de toon van haar muziek ook nadrukkelijk aan te sluiten bij alle emoties van die periode.

330px-nataliemerchant-2010De zangeres droeg het album op aan de slachtoffers van 9/11 en vertelde later hoe die gebeurtenis en de nasleep ervan de betekenis van het titelnummer voor haarzelf hadden veranderd: van een aanvankelijk wat escapistische oproep werd het een indringend, meer hoopvol pleidooi voor onschuld: ‘To be faceless, nameless, innocent, blameless, free’.

natalie_merchant_03-08-2016Bijna lijzig gezongen, met zwarte gospel-ondertonen, kruipt ‘Motherland’ ongelooflijk dicht onder de huid. De coupletten zuigen je naar het troebele duister, het refrein brengt je als een wiegelied terug naar de geborgenheid van de kindertijd:

Motherland, cradle me, close my eyes / Lullaby me to sleep / Keep me safe, lie with me / Stay beside me, don’t go

boek-het-raadsel-van-de-muziek-andre-m-polsHet is een raadselachtig lied ook. Want wie is de ‘jij’ die de zangeres toezingt? Is dat de ‘five and dime queen’, ‘the shot gun bride’? En wat is de relatie tussen haar en de ‘ik’ van het refrein en het tussenstuk? Geen idee. Zoals veel echt goeie nummers laat ‘Motherland’ zich niet helemaal begrijpen. Het maakt ook niet uit, elke keer als ik het hoor is het weer kippenvel.

 

Het web is af

Pieter Steinz2Deze week staat Goeie Nummers in mineur, vanwege het overlijden van schrijver Pieter Steinz. Hoewel het nieuws afgelopen dinsdag niet als een verrassing kwam – Steinz was in 2013 gediagnosticeerd met de onbehandelbare ziekte ALS -, werd ik er toch door getroffen. Hetzelfde bouwjaar (1963), ook als jongetje voorgoed de literatuur ingezogen door Het Sleutelkruid van Paul Biegel, en een groot popliefhebber bovendien.

Made in EuropeBovenal was en is Steinz voor dit blog een immense inspiratiebron. De voormalige ‘chef boeken’ van NRC Handelsblad paarde een grote belezenheid aan een frisse, open geest. Grenzen tussen ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur waren er om te doorbreken; zijn boek Made in Europe (2014) behandelt net zo gemakkelijk Kuifje en Lego als Ovidius’ Metamorphoses en James Joyce’ Ulysses. En uit zijn zeer leesbare artikelen over boeken, films, beeldende kunst en muziek spreekt vooral bewondering en enthousiasme, naast de wens om andere mensen daarin te laten delen.

J.C. BloemDe culturele omnivoor, zoals NRC hem in zijn necrologie noemt, had daarbij een bijzonder vermogen om onverwachte dwarsverbanden tussen uiteenlopende werelden te zien. Zo schonk Steinz ons de prachtige vergelijking tussen de Zutphense dichter J.C. Bloem en de oude bluesmannen uit de Mississippidelta. En die tussen literair personage Oblomov en ‘Sunny Afternoon’ van The Kinks. In zijn blog Lezen met ALS verbond hij dit soort observaties ook nog eens op even ontroerende als geestige wijze met zijn eigen situatie.

Luisteren etcetera jaren 70Steinz was verknocht aan lijstjes, schema’s en overzichten. Dingen die orde scheppen in de onmetelijkheid van onze cultuuruitingen en de chaos van het leven. Dat deed hij bijvoorbeeld, samen met Bertram Mourits, in Luisteren &cetera. Het web van de popmuziek in de jaren zeventig (2011). De auteurs beschrijven daarin 25 bepalende albums van dat decennium, en leiden de lezer daarbij uiterst informatief en met veel geestdrift naar verwante artiesten, albums en liedjes. Een even aanstekelijk deel over de jaren 80 en 90 volgde, een deel over de jaren 50 en 60 verschijnt binnenkort, waarmee een fraai web is geconstrueerd van een halve eeuw popmuziek.

Paul Simon GracelandEn dan. Wat kan ik nog zeggen. Een liedje om af te sluiten dan maar. Vanaf het begin van dit blog heb ik me tenslotte voorgenomen om – als het maar even mogelijk is – elke post op een optimistische noot te laten eindigen. De door Steinz bewonderde Nick Cave met Death Is Not the End? Toch maar niet. Een andere van zijn favorieten past toch beter: Paul Simons Graceland, met de onuitwisbare regels ‘I have reason to believe / We all will be received / In Graceland’.

Namedropping – ‘The South’s Gonna Do It (Again)’ van The Charlie Daniels Band

hoes The South Is Gonna Do It van The Charlie Daniels BandEen rijtje bekende namen laten vallen om daarmee een muziekgenre op de kaart zetten. Die strategie lag aan de basis van ‘Sweet Soul Music’ van Arthur Conley uit 1967, dat hij samen met Otis Redding schreef. Mogelijk was dat goeie nummer zeven jaar later de inspiratiebron voor The South’s Gonna Do It (Again) van The Charlie Daniels Band.

Charlie Daniels 2009Zoals Conley en Redding contemporaine zwarte soulacts en Afro-Amerikaans zelfbewustzijn promootten, deed zanger en multi-instrumentalist Charley Daniels (North Carolina, 1936) dat voor een reeks blanke bands en het Amerikaanse Zuiden. En presenteerde hij de Southern Rock nadrukkelijk als een muzikale stroming.

Charlie Daniels 2003In een uptempo boogieritme, met virtuoze country-fiddle, brengt het eerste couplet de artiesten en de geografie met karakteristieke woordspelingen bij elkaar:

Well, the train to Grinder’s Switch is runnin’ right on time /And them Tucker Boys are cookin’ down in Caroline / People down in Florida can’t be still / When ol’ Lynyrd Skynyrd’s pickin’ down in Jacksonville

Het refrein vat de ideologie vervolgens met de nodige trots samen:

So gather ‘round, gather ‘round chillun’ / Get down, well just get down chillun’ / Get loud, well you can be loud and be proud / Well you can be proud, hear now / Be proud you’re a rebel / ‘Cause the South’s gonna do it again and again

Kaart van Amerikaanse burgeroorlog2Charlie Daniels geeft het Zuiden en de Southern Rock een duidelijke identiteit waarin de waarden rebellie, luidruchtigheid, saamhorigheid en informele gezelligheid om voorrang strijden, en die impliciet tegenover het Noorden van de VS worden gesteld. De notie dat ‘het zuiden zal herrijzen’ was een veelvoorkomend sentiment – en een strijdkreet – sinds de nederlaag van de Zuidelijke Staten in de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865).

Lynyrd Skynyrd Sweet Home AlabamaNet als dat andere namedroppingnummer uit hetzelfde jaar, de Lynyrd Skynyrd-hit ‘Sweet Home Alabama’, leverde ‘The South’s Gonna Do It (Again)’ al snel politiek gedoe op. Tegen de zin van Daniels gebruikte de Ku Klux Klan het nummer in 1975 als achtergrondmuziek in een van hun commercials. ‘I am proud of the South,’ reageerde de zanger, ‘but I sure as hell am not proud of the Ku Klux Klan.’

Southern Rock SocietyPas onder dreiging van een rechtszaak haalde de Klan uiteindelijk bakzeil. Hoewel zijn uitspraken hierover niet helemaal consistent zijn, hield Daniels altijd vol dat zijn lied alleen tot doel had de muziek en de muzikanten van het Zuiden te promoten. Dat laatste is zeker gelukt. ‘The South’s Gonna Do It (Again)’ geldt nog steeds als een van de anthems van de Southern Rock.

Southern Rock leeft!

Blackberry Smoke1Een paar weken geleden, tijdens het Roots in the Park-festival in Utrecht, werd ik overdonderd door Blackberry Smoke. Deze band uit Atlanta, Georgia, timmert al zo’n twintig jaar aan de weg en sinds kort ook met behoorlijk wat succes. En terecht, want de leden van deze southern-rockband, stuk voor stuk getooid met karakteristieke lange haren en baarden, speelden in het Julianapark de duiven uit de bomen.

Allman Brothers BandHet mooie van het succes van Blackberry Smoke is dat het een uiting lijkt te zijn van een heuse Southern Rock-revival. Belangrijke vertegenwoordigers van dat jaren 70-genre waren bands als Lynyrd Skynyrd, Allman Brothers Band, Atlanta Rythm Section en The Marshall Tucker Band. Allemaal afkomstig uit zuidelijke Amerikaanse staten en meestal spelend in een stevige bezetting met zang, bas, toetsen, minstens eenmaal drums en minstens tweemaal gitaar, soms nog aangevuld met percussie.

OutlawsSouthern Rock sloeg een vernieuwende elektrische brug tussen twee oevers die voordien gescheiden waren, die van de blues en de country. En wat een genot was het: ritmisch interessanter dan doorsnee rock, melodieuzer dan blues, een stuk ruiger dan country. Met vaak die uitdagende luie zang die diepe gronden suggereert. De zuidelijke bands gaven gloedvol uiting aan iets wat je ‘streektrots’ zou kunnen noemen. Een outlaw-houding, rebellerend tegen de Beschaving (lees: mensen uit het ‘arrogante’ noorden van de VS) was er een vast onderdeel van.

Tedeshi Trucks BandDe Southern Rock leidde in de jaren 80 en 90 een sluimerend bestaan, ternauwernood in leven gehouden door bands als The Black Crowes. Gelukkig is er de afgelopen jaren sprake van een opleving. Bands die het erfgoed met verve de nieuwe eeuw in spelen. Check deze groepen maar eens uit: de Tedeshi Trucks Band (misschien klinkt het voor sommigen als vloeken in de kerk, maar Derek Trucks is écht net zo goed als Duane Allman), Drive-By Truckers, Gov’t Mule en North Mississippi Allstars.

hoes Dixie Chicken van Little FeatHet leuke van die revival is dat je ook terug gaat luisteren. Naar Idlewild South van de Allmans bijvoorbeeld, naar Dixie Chicken van Little Feat, naar het titelloze debuutalbum van Lynyrd Skynyrd. Veel te mooi om te vergeten. En daarna gewoon weer naar het heden van Blackberry Smoke.

Zomerrooster parasolDan nog even een praktisch puntje: komende weken gaat Goeie Nummers over op de tweewekelijkse Zomerfrequentie. Vanaf eind augustus verschijnt – als het even meezit – weer elke vrijdag een aflevering.

Erfelijk belast

Jakob Dylan andere hoesJe zal maar Jakob Dylan zijn, of A.J. Croce, Layla Hathaway, Sean of Julian Lennon. Als een donkere wolk hangt de reputatie van je beroemde vader boven je eigen muziekcarrière. En ja, het was natuurlijk slimmer geweest als je een ander vak had gekozen, zoals modeontwerpster Stella McCartney en actrice Liv Tyler deden, maar dat genenpakketje is er niet voor niets.

Justin Townes EarleDaarbij helpt het ook niet dat er vaak opvallende gelijkenissen zichtbaar en hoorbaar zijn. Vergelijk de stemmen van Justin Townes Earle, Jeff Buckley of Julian Lennon maar eens met die van vaders Steve, Tim en John. Op die manier worden popsterkinderen steeds onvermijdelijk met hun beroemde voorzaat vergeleken – en vaak te licht bevonden.

Sean LennonHet kan een oplossing lijken om dan maar onder een pseudoniem te gaan opereren, zoals sommige popsterkinderen hebben geprobeerd. Maar ook in dat geval blijft het verleden je achtervolgen, zoals Sean Lennon merkte. Bovendien lijkt het dan net alsof je je verstopt, alsof je je voor je afkomst schaamt, en dat helpt dan weer niet om lekker op een podium te staan.

Andre Agassi en Steffi GrafSommige kinderen van popiconen hebben het nog een graadje zwaarder. Bij hen is niet alleen vader, maar ook moeder een rockster. Net als de kinderen van André Agassi en Steffi Graf – die in onze voorstelling al aces slaan voor ze kunnen lopen – worden deze rockwonderkinderen geconfronteerd met torenhoge verwachtingen die geen mens kan waarmaken.

familie ThompsonIn deze categorie heb je bijvoorbeeld Ben Taylor (vader James en moeder Carly Simon), Teddy Thompson (Richard & Linda) en Rufus & Martha Wainwright (Loudon Wainwright III en Kate McCarrigle). Dat deze jonge artiesten ondanks hun erfelijke belasting een naam voor zichzelf hebben weten op te bouwen, zegt waarschijnlijk veel over hun talent.

ZwijgenDe vraag dringt zich op aan wie deze ‘kinderen van’ hun weinig benijdenswaardige lot te danken hebben – afgezien van hun verwekkers. En dan moet je toegeven dat de blaam het publiek en de media treft. Door ons dus. Omdat we er niet vanaf kunnen blijven. En daarom is het ook aan ons om de popsterkinderen uit die slagschaduw bevrijden. Door die ouders gewoon nooit meer met hen in een adem te noemen.

loudon wainwright met een gitaarOm de daad maar meteen bij het woord te voegen sluit ik  af met een lied dat niet over de buitenkant maar over de binnenkant van de vader-zoonrelatie gaat. Veel interessanter ook eigenlijk. Eerdergenoemde Loudon Wainwright III zingt in Father and a Son zowel over zijn voor- als over zijn nazaat. Meer waarheid over vaders en zonen zul je niet gauw in één lied aantreffen.

 

Het mooiste fotolied

Loudon Wainwright III ca. 2005Wat kunnen foto’s toch wonderschone liedjes opleveren. Dat zagen we onlangs al bij singer-songwriter Guy Clark. Zijn collega Loudon Wainwright III doet daar zo mogelijk nog een schepje bovenop in The Picture (van History, uit 1992), waarin hij aan de hand van een veertig jaar oud familiekiekje de relatie met zijn zusje onder de loep neemt, met onder meer de onvergetelijke regels:

‘A brother needs a sister to watch what he can do / To protect and to torture, to boss around, it’s true / But a brother will defend her / For a sister’s love is pure / Because she thinks he’s wonderful / When he is not so sure.’

Nick Lowe jongPuur door mijn smaak van de dag moet Wainwright de prijs voor het mooiste fotolied echter afstaan aan Nick Lowe. Deze voormalige new-waver, die in de jaren ’70 een bescheiden hit scoorde met ‘I Love the Sound of Breaking Glass’, is de afgelopen decennia bezig geweest het waardig ouder worden in de popmuziek te perfectioneren. Van langharige Britse pubrocker transformeerde hij geleidelijk tot witgekuifde Amerikaanse rootscrooner, met zelfgeschreven liedjes die klinken alsof ze altijd al bestaan hebben. In Long Limbed Girl (van At My Age uit 2007) vangt Lowe feilloos het gevoel van weemoed dat opkomt bij de aanblik van een vergeelde romantische foto.

Nick LoweEerst toont hij ons het beeld van het slanke langbenige meisje dat haar armen om zijn eigen jeugdige versie heeft geslagen. Lange tijd was het beeld weggestopt in een la, toegedekt door de jaren, samen met de dwaasheid en verliefdheid van de jeugd. Daarna vraagt de zanger zich af – uiteraard zonder er werk van te maken – waar zijn oude vlam nu zou zijn, en of ze het geluk uiteindelijk gevonden heeft. En ondertussen laat elegant in het midden of dit lied minder gaat over het goede leven dat hij haar toewenst -dan over zijn eigen terugverlangen naar die armen.

lowresBij al deze zoete herinneringen vermijdt Lowe gelukkig al te grote klefheid. We worden bij de les gehouden door een uptempo calypso-achtige ritme, enkele onverwachte extra maten en puntige blazersriffjes. Zodat we ons graag door de mijmeringen laten meevoeren en onwillekeurig in onze eigen la met herinneringen naar oude foto’s gaan zoeken.

Ken je andere goeie nummers die geïnspireerd zijn door foto’s? Post ze hieronder. Ik ben benieuwd hoeveel fotoliedjes er te vinden zijn!

De Basvrouw

BeyoncéOp de poppodia zijn vrouwen behoorlijk in de minderheid. Het klassieke bandje bestaat nog steeds uit een kluwen opgeschoten jongens die geleidelijk veranderen in min of meer volwassen mannen, enzovoort. De vrouwen die je wel ziet, zijn bijna allemaal zangeressen – overigens vaak buitengewoon succesvol, zie Adele, Beyoncé, Rihanna, Taylor Swift en Meghan Trainor. Maar pure instrumentalistes zijn schaars.

sterke vrouwWant hoeveel vrouwelijke drummers kun jij uit je hoofd opnoemen? Hoeveel vrouwen op sologitaar? Op toetsen? Precies. En dat is best vreemd. Maar Goeie Nummers gaat niet op zoek naar verklaringen, en ook gaan we hier geen lans breken voor meer ‘sterke vrouwen’ in de popmuziek – dat laat ik allemaal graag aan anderen. Wel vandaag aandacht voor een fenomeen dat zeer tot mijn verbeelding spreekt: de vrouw op de bas.

Dan heb ik het dus niet over zingende bass babes als Meshell Ndegeocello of Esperanza Spalding, hoe virtuoos ze ook zijn. En ook niet over Suzi Quatro, Kim Gordon (Sonic Youth) of Kim Deal (Pixies, Breeders). Nee, het gaat nu even om de vrouwen wier aandacht geheel aan dit onhandige en miskende instrument gewijd is.

Tina_Weymouth_of_Talking_HeadsDeze basvrouw verscheen in de punktijd voor het eerst op het toneel, meeliftend op de bijbehorende geest van verzet en omkering. Bij de Gang of Four had je Sara Lee en er waren er nog veel meer, zo herinner ik me, maar ze zijn om de een of andere reden niet zo gemakkelijk terug te vinden. De bekendste is ongetwijfeld Tina Weymouth, die in Talking Heads een lekker hoekig en funky ritmetandem vormde met haar man, drummer Chris Frantz op drums (dat laatste bedierf de pret maar zeer gedeeltelijk).

The SceneVanaf die tijd kom je op de podia vaker basmeesteressen tegen: stoere godinnen, die bijna onbeweeglijk een hele band staan op te pompen met lage dreunen die je middenrif laten klotsen. Zo pronkte in ons eigen land The Scene met bassbeest Emilie Blom van Assendelft, die betonvloeren stortte waarop van de jongens van de band zich naar hartenlust konden uitleven met hun repeterende gitaartjes.

Op de grote podia heb je sindsdien ook virtuosi als Gail Ann Dorsey, die jarenlang bij David Bowie speelde, en slap-koningin Kim Clarke van jazzfunkformatie Defunkt. En natuurlijk het talent Tal Wilkenfeld, die grootheden als Herbie Hancock en Jeff Beck begeleidde en ook haar eigen band heeft.

Yolanda Charles2.pngDe topper onder al deze sexy baspriesteressen is voor mij de Britse Yolanda Charles, die ik voor het eerst zag bij Paul Weller ten tijde van zijn album Wild Wood. Zoals ze daar stond, in Paradiso: de linkerarm half verborgen achter de lange hals van de basgitaar, de rechter nonchalant geknikt in de elleboog, de vingers soepel rustend op de dikke snaren. Relaxed, geconcentreerd, soeverein. Luister, kijk en huiver. En wil je meer? Klik dan hier.

Het spannendste intro

podium2Bij een toneelstuk heb je een decor, een lichtplan, zaallicht dat langzaam dooft. Alles om het publiek in de stemming te brengen voor het verhaal dat gaat volgen. Een popliedje moet dat helemaal zelf doen, meestal in een paar seconden of maten.

Chuck Berry

Geen wonder dat artiesten vaak veel werk maken van hun intro’s. Denk aan de spetterende gitaarlick waarmee Chuck Berry Johnny B. Goode aftrapt. Aan het open akkoord waarmee The Beatles A Hard Days Night inluiden. Of aan de manier waarop  Otis Redding met de deur in huis valt in I’ve Been Loving You Too Long.

Papa was a rolling stoneWaarschijnlijk kun je aan de intro’s van popsongs gemakkelijk een hele musicologische studie wijden. Of twee. Een onderzoeksobject dat daarin in elk geval niet mag ontbreken, is het intro van Papa Was A Rolling Stone, de #1-hit van The Temptations uit 1972. Hoor je het al, via de link of gewoon in je hoofd?

Norman WhitfieldHet nummer werd geschreven door het songschrijversduo Norman Whitfield en Barrett Strong –  ook verantwoordelijk voor Marvin Gaye’s ‘I Heard It Through The Grapevine’ en vele andere Motownhits. Naar verluidt ontstond er bij de opnames ‘Papa’ flinke animositeit tussen producer Whitfield en de band. Steen des aanstoots waren onder meer de lange instrumentale gedeeltes – The Temptations waren in essentie een zanggroep. Hoe dan ook, in de zang klinkt flink wat woede door. En dat past naadloos bij de tekst.

Temptations2Dat laatste geldt ook voor het intro, dat voor een popnummer onwaarschijnlijk lang is. Het begint met alleen drums en bas – het funky basloopje zal de rest van het nummer dragen. Daarna volgen gitaar, strijkers, trompet. Het geheel overgoten met de overweldigende psychedelische galm van begin jaren ’70. Je hoort ook elektrische piano, wah-wah-gitaar, handclaps. Vier volle minuten ingehouden drama, voordat de echte tragedie zich ontvouwt, van de gekwelde zoon die eindelijk de waarheid over zijn herkomst bij zijn moeder komt opeisen.

Temptations‘Papa Was A Rolling Stone’ gaat ergens over. Over een belangrijke waarheid die altijd voor je verborgen is gehouden. Over de bezoedeling van de naam van jouw verwekker – en dus van jouzelf. En over een situatie die voor veel (zwarte) gezinnen met afwezige vaders in de Verenigde Staten – ook nu nog – bittere realiteit is. Voor zo’n verhaal heb je een zorgvuldig opgebouwd decor nodig, en acteurs die zich kunnen inhouden tot ze de volle aandacht van het publiek hebben. Whitfield en The Temptations kregen dat ondanks – of juist dankzij – hun onderlinge wrijving op onvergetelijke wijze voor elkaar.

Heb je een tip over een ander fantastisch, curieus of waanzinnig intro? Deel hem hieronder!

Het mooiste lied voor de overkant

Guy_Clark_at_the_2009_Newport_Folk_FestivalHij overleed op 17 mei 2016, Guy Clark, 74 jaar oud. De Texaanse folk- en countryzanger was niet bijzonder bekend bij het grote publiek, maar voor zijn beperkte schare trouwe fans was hij een wijze, tegendraadse held. En in het creatieve gilde van de liedjessmeden gold hij als de ultieme vakman. Iemand die louter nummers schreef die van begin tot eind kloppen, tekstueel en muzikaal.

hoes Old No 1Hier geen volledige opsomming van zijn verdiensten, al was hij natuurlijk wel even de componist van veelgecoverde juweeltjes als Desperados Waiting For A Train en ‘L.A. Freeway’. Een duik in een van zijn mooiste liedjes moet voor vandaag op Goeie Nummers volstaan.

hoes My favorite picture of youMy Favorite Picture of You is de titelsong van Clarks gelijknamige, Grammy-winnende album uit 2013. Een jaar eerder overleed zijn echtgenote Susanna, met wie hij veertig jaar samen was. Op de cd-hoes heeft hij de bewuste foto in zijn hand. Dit is het verhaal achter het nummer: toen zij op een dag thuiskwam en daar haar man en zijn songschrijvende boezemvriend Townes Van Zandt (1944-1997) voor de zoveelste keer stomdronken aantrof, stormde Susanna woedend naar buiten. Daar werd de polaroid gemaakt. Nu, kijkend naar die foto, komt de hele scène bij Clark terug:

There’s a fire in your eyes / You’ve got your heart on your sleeve / A curse on your lips but all I can see / Is beautiful / Oh and you were so angry / It’s hard to believe / We were lovers at all

Guy en Susanna Clark jongDe foto geeft een moment weer waarop alles op springen stond. Geen gemakkelijk moment, maar het is dit stilstaande beeld dat de zanger troost biedt:

My favorite picture of you / Is bent and it’s faded / And it’s pinned to my wall / A thousand words / In the blink of an eye / The camera loves you and so do I / Click

Guy en Susanna ClarkHet lied is onopgesmukt, direct. Clark probeert zo eerlijk mogelijk te zijn. Door de eerlijkheid van zijn vrouw op te roepen. Een ultieme poging om weer even bij zijn geliefde te zijn – en wie weet is het hem destijds bij het schrijven en zingen van ‘My Favorite Picture of You’ ook gelukt om de overkant al voor korte tijd te bereiken voordat hij er zo’n vier jaar later definitief aankwam.

Lees ook het mooie artikel uit 2015 dat Geert Henderickx (inmiddels ook al niet meer onder ons) over ditzelfde nummer schreef voor popmagazine Heaven. Of droom weg bij een andere prachttrack van Clark, Magnolia Wind.

Hooray for the Fat Man

Fats Domino 1Ben jij een geheime Fats Domino-fan? Of zelfs een openlijke? Dan kunnen we elkaar de hand schudden. En als je nog geen fan bent – kom er gerust bij. Want de lijvige zanger-pianist uit New Orleans heeft weliswaar geen gevarieerd oeuvre, en veel vernieuwing is er de laatste jaren – lees halve eeuw – ook niet in te ontdekken. Maar wat is zijn muziek tijdloos goed en wat krijg je er een goeie zin van!

Fats Domino 2Hier meteen dan ook maar even de bewijzen. Eerst I’m Walking, dat in 1957 de hitparade bestormde. Stoomt dat of stoomt dat? Met die unieke New Orleans-roffeldrums, die rollende piano, die vette sax. En dan duurt het ook nog maar iets meer dan twee minuten. En dan bewijsstuk nummer twee:  Sick and Tired. Lekkerrrrrrrrrrr!

hoes Fats Domino swingsEn dan – driemaal is scheepsrecht – het onvergetelijke My Girl Josephine, ook wel bekend als ‘Hello Josephine’. Ditmaal een wiegende cadans waarbij je zelfs in je Berend Boudewijn tv-stoel niet stil kunt blijven zitten. Wat een swag, wat een onschuld ook. En je begrijpt meteen waarom sommige mensen denken dat reggae is ontstaan toen Jamaicanen Fats Domino probeerden te imiteren.

standbeeld Fats DominoDeze muziek was al oud – en hopeloos uit de tijd – toen ik nog jong was. Je was niet helemaal goed bij je hoofd als je ervan hield. Het is niet voor niets dat Fats Ain’t That a Shame zingt. Ja, doe die ook nog maar. Let vooral op dat blazershuppeltje in het refrein, en dan natuurlijk die solo, au! De man verdient een standbeeld, en niet alleen vanwege de miljoenen platen die hij verkocht of de grote invloed die hij had op bands als The Beatles.

Dave Bartholomew2Nou had Fats Domino het grote geluk dat hij kon samenwerken met de legendarische trompettist en bandleider Dave Bartholomew. Iemand die wist hoe je een vijfkoppige blazerssectie precies als 2,98 man kunt laten klinken, en hoe je die precies het juiste aantal milliseconden voor of na de tel moest laten invallen.

New Orleans collageBeide mannen, inmiddels (hoog)bejaard, bleven de smeltkroes van New Orleans als muzikant en als inwoner altijd trouw. Top op de dag van vandaag. Naar verluidt was Fats Domino zelfs zo honkvast dat hij ten tijde van de orkaan Katrina in 2005, ondanks evacuatie-oproepen van de autoriteiten, weigerde zijn huis te verlaten.

Fats Domino 3Voor wie nog niet genoeg heeft van deze oer-rock ’n roller – luister en kijk naar een sterk optreden van bijna vijftig minuten in Austin, Texas, in 1986. Check him out.

Het mooiste huwelijkslied

McCartney over McCartneyOnlangs nam ik een bijna twee weken durende duik in leven en werk van Paul McCartney. Ondertussen luisterde ik naar mijn eigen playlist met dertien van zijn albums. En een van de dingen die dan opvalt, is hoe vaak – en hoe knap – de ex-Beatle zingt over die in de popmuziek zo vaak veronachtzaamde periode in een liefdesrelatie: het huwelijk.

hoes McCartneyOp elk album van de gevierde Liverpudlian is minstens één liedje te vinden dat de stabiele langdurige liefde viert. Zo bevat McCartneys solodebuut uit 1970, toen hij net met zijn Linda getrouwd was, niet alleen The Lovely Linda, Momma Miss America, maar ook het bekende Maybe I’m Amazed.

Paul & Linda McCartney.jpgHoewel hij de moeilijkere kanten van het getrouwd-zijn niet helemaal schuwt, zoals in ‘We Got Married’ van Flowers in the Dirt uit 1998, vinden sommigen zijn ‘silly love songs’ toch te zoetsappig. Die mensen zijn dan echter vergeten dat in de liefde en in de muziek alles geoorloofd is – en dit dus ook.

hoes Red Rose SpeedwayEen van Macca’s mooiste huwelijksliedjes is wel My Love, van het Wings-album Red Rose Speedway uit 1973. Het begint zo:

And when I go away / I know my heart can stay with my love / it’s understood / It’s in the hands of my love / and my love does it good

Paul & Linda McCartney3Paul en Linda McCartney kregen het in die tijd aardig voor hun kiezen. Híj werd in de publieke opinie verantwoordelijk gehouden voor het uiteenvallen van The Beatles, zíj werd in de Britse media uitgemaakt voor yankee golddigger, en haar muzikale bijdrage aan Wings werd gefileerd. Hun relatie lijkt er alleen maar sterker door te zijn geworden:

And when the cupboard’s bare / I’ll still find something there with my love / It’s understood / it’s everywhere with my love / And my love does it good

Geen liefdestwijfel hier, geen onrustig verlangen, hoogstens verwondering over zoveel liefde. En die verwondering begint al plaats te maken voor een rotsvast vertrouwen.

hartMaar die tekst is misschien niet eens zo belangrijk. Luister maar eens naar de instrumentale versie van My Love op Standing Stone, het orkestwerk van Sir Paul uit 1997, een jaar voor Linda’s dood. Dan hoor je waar de kracht van dit goeie nummer zit: daar waar die bij McCartney altijd zit. In de melodie, die in het hoofd van de luisteraar blijft hangen en toch eeuwig fris klinkt. Die vertelt je ook zonder woorden dat het tussen jullie wel goed zit.

Een rokerige nachtclub in de jaren ’30

ML&TLBHJe stapt over de drempel van een nachtclub in de jaren dertig. Achter in het etablissement, door de rookslierten heen, ontwaar je op het krappe podium een swingende ragtime-band. Al snel raak je in de ban van de stoere, sexy zangeres achter de microfoon. Dit is ongeveer wat je overkomt als je luistert naar Meschiya Lake & The Little Big Horns.

Meschiya Lake live.jpgEen paar jaar geleden hoorde en zag ik de neo-traditionele band uit New Orleans voor het eerst, op het festival Take Root in Groningen. Met een retestrakke tuba in plaats van de contrabas of basgitaar brachten de vijf mannen en een vrouw het oude jazz-, ragtime- en bluesmateriaal volkomen overtuigend naar de 21e eeuw. Zangeres Meschiyah (spreek uit: Mà-sjie-ja) Lake maakte zowel indruk door haar verschijning als haar stem. Met haar rijkelijk getatoeëerde armen en torso past ze helemaal in het beeld van de vrouw die haar carrière begon als vuurspuwer en glaseter in een circus.

meschiyalakeandthelittle2De band debuteerde in 2012 met Lucky Devil, een jaar later gevolgd door Foolers Gold. Na deze twee albums volgde een uitgebreide tournee over de wereld, en nu is er een nieuw album, Bad Kids Club: misschien een tikkeltje moderner en gevarieerder dan de voorgangers, maar verder is er weinig veranderd. En dat is maar goed ook.

ML&TLBH picknickLekker smerig klinkt Lake’s stem in Brand New Funk. Weemoedig als Billie Holliday in Hey Marry Wanna en Woman Seeking Man. Uitdagend in het aloude ‘Lectric Chair Blues van Blind Lemon Jefferson. En de trombones, saxofoons, klarinetten en trompetten buitelen ouderwets als jonge honden over elkaar heen.

ML&TLBH tuba.pngDe drie albums zijn, vooral als je je versterker een beetje opendraait, heerlijke opwarmers voor de plek waar mevrouw Lake & De Kleine Grote Hoorns volledig tot hun recht komen: op het podium. En dat komt goed uit. Tussen 5 en 13 mei kun je op diverse plekken in ons land, bijvoorbeeld in TivoliVredenburg en Paradiso, een tijdreis maken naar een rokerige jazzclub in The Big Easy. Check ‘em out.