Het blogbericht op Goeie Nummers van vorige week ging over de vraag of we minder van muziek kunnen genieten als we er veel vanaf weten. En over wat die terugkerende, o zo gewoon lijkende vraag zegt over de plaats die muziek in ons leven inneemt.
Op de een of andere manier heb ik het gevoel dat die vraag wordt gesteld omdat we bang zijn voor (te veel) kennis over muziek. Bang, ja. Het terugkerende karakter doet immers sterk denken aan een bezwering. Elke interviewer herhaalt de vraag, als een ritueel, de geïnterviewde geeft hetzelfde voorspelbare antwoord, dat uiteindelijk toch niet helemaal overtuigt. Waarna het spel opnieuw moet worden opgevoerd.
Als dat waar is, waar zijn we dan precies bang voor? Zien we het opdoen van muziekkennis misschien als het eten van een verboden vrucht, waardoor de muzikale genade voorgoed buiten ons bereik komt? Klinkt op het eerste gezicht misschien wat vergezocht, maar toch niet ongeloofwaardig. Want het begrijpen (ratio) kan vervoering en ontroering (emotie) gemakkelijk in de weg zitten. Terwijl dat is juist wat we zoeken in muziek: emoties. Emoties die ons wegvoeren van de vergankelijke plek waar we zijn, weg van zorgen of moeilijke gedachten. Emoties ook die maken dat de wereld nooit meer hetzelfde is als daarvoor.
Of dit de definitieve verklaring is voor de terugkerende vraag naar de schadelijke invloed van muziekkennis, weet ik niet. Maar een aanwijzing daarvoor kunnen we wel vinden in de popmuziek zelf. Bijvoorbeeld bij de Britse band Prefab Sprout en hun bijzondere album ‘Let’s Change The World With Music’ (2009). Singer-songwriter Paddy McAloon wijdt deze plaat geheel aan de ‘transformerende’ kracht van muziek, met als mooiste voorbeeld I Love Music. Laat je bezweren, zou ik zeggen.