debuutalbums

Albumverjaardag Suzanne Vega – Suzanne Vega

Veertig jaar geleden, in mei 1985, landde ze tussen ons als een komeet van de allerzachtste soort: Suzanne Vega. De Newyorkse singer-songwriter stuiterde vervolgens de hitparade in met Marlene on the Wall, een liedje zoals we nog niet eerder gehoord hadden.

In Marlene on the Wall beschouwt de zangeres zichzelf terwijl ze zich door een filmicoon vanaf de wand laat beschouwen die ze vervolgens van de muur haalt omdat… ja, waarom eigenlijk? Omdat het haar lot is om daar een andere poster op te hangen? Omdat ze een andere, minder spottende blik op haar liefdesleven nodig heeft? Of omdat de soldaten inmiddels allemaal zijn afgemarcheerd? Een intrigerend verhaal waarover je lang kunt speculeren.

Ik herinner me 1985 als een donkere tijd. De Koude Oorlog regeerde, het idealisme van eind jaren 60, begin jaren 70 werd definitief afgeschreven. Toekomst was er weinig, maar daklozen, werklozen en illusielozen waren er volop. Mogelijk was die algehele somberte de reden dat Vega’s vriendelijke folky muziek en haar bijna naïeve stemgeluid voor mij een lichtgevend baken was.

Maar Vega rekende op haar debuutalbum ook inventief af met een aantal popconventies, vooral op tekstueel vlak. Onder meer door haar aandacht voor alledaagse intieme details. In haar liedjes observeren we een tafereel of een reeks taferelen vanuit het gezichtspunt van bijvoorbeeld een vlieg aan de wand, een buurvrouw, een schilderij, of door de ogen van twee mensen op een bankje in een speeltuin. The New York Times noemde Vega eens heel treffend een verhalenverteller die ‘de wereld observeert met een klinisch poëtisch oog.’

Deze manier van kijken passen de hoofdpersonen in Vega’s liedjes niet alleen toe op hun omgeving, maar ook op zichzelf. Vaak zien we hen een (zelfgekozen) rol spelen, zoals in Marlene on the Wall of in Freeze Tag (‘You will be Bogart / And I will be Bacall’). Of ze voeren een denkexperiment met zichzelf uit, zoals in Some Journey: ‘If I had met you on some journey, where would we be now / … / Would you have worn your silken robes all made of royal blue?’

Ik herinner me hoe verrassend deze bijna timide en toch zelfverzekerd gezongen liedjes midden jaren 80 klonken. Zeker te midden van de harde galmende (synthetische) drumklappen en het opgeklopte pathos die destijds in de popmuziek gemeengoed waren. Het introverte eiste hier gewoon zijn plaats op, dat was baanbrekend.

Een ster is Suzanne Vega nooit geworden, eerder een songwriter’s songwriter, iemand die vooral andere liedjesschrijvers heeft beïnvloed. Veel artiesten noemen Vega als inspiratiebron, bijvoorbeeld Alanis Morissette, Sarah McLachlan en Tori Amos. In Nederland kan ze in elk geval Henk Hofstede (The Nits) en zingende cabaretiers als Lisa Loeb en Jeroen Woe tot haar bewonderaars rekenen. En het zou me niet verbazen als ook Spinvis en Eefje de Visser ertoe behoren.

Vorige maand, bijna veertig jaar na haar debuutalbum, verscheen Vega’s 11e soloalbum: Flying with Angels. Bijna onopgemerkt, en zeker niet baanbrekend meer te noemen. Wel een fijn album om naar te luisteren, waarin de artieste toch ook weer haar eigen grenzen verlegt, nu met een paar regelrechte popsongs. Dit najaar komt ze naar Nederland voor twee optredens, op 30 september in Amsterdam (Carré) en 2 oktober in Rotterdam (Luxor Theater). Check her out.

De vloek van een droomdebuut

molensteen 3Sommige artiesten debuteren met een album dat inslaat als een bom. Ze vestigen meteen hun naam, verwerven instant-roem, soms wordt hun plaat zelfs een mijlpaal in de popgeschiedenis. Maar zo’n droomdebuut kan een keerzijde hebben. Bij sommige artiesten hangt het als een molensteen om hun nek. Hun volgende platen worden altijd met die eerste vergeleken – en te licht bevonden. Aan hun carrière kleeft iets van niet ingeloste beloftes.

hoes Rickie Lee JonesWe kennen allemaal wel van die voorbeelden: de titelloze debuutalbums van Roxy Music (1972), The Modern Lovers (1976), Rickie Lee Jones (1979) en The La’s (1990). Of denk aan #1 (Big Star, 1972), Never Mind the Bollocks, Here’s the Sex Pistols (1977), Marquee Moon (Television, 1977) en Definitely Maybe (Oasis, 1994). Vaak maakten de artiesten daarna nog wel degelijk goede platen, maar in de ogen van de wereld staken die toch steeds bleek af tegen hun eersteling.

hoes Roxy MusicKomt dit, zoals wel wordt gesuggereerd, doordat artiesten op hun eerste album vaak hun beste nummers van de voorgaande tien jaar zetten en dat ze daarna niet elk jaar net zo veel goeie nieuwe nummers kunnen schrijven? Of doordat het snelle grote succes ten koste gaat van de urgentie en de bezieling?

his master's voiceHet zou kunnen, maar ik geloof dat een deel van de verklaring ook bij de luisteraar ligt. Gewoonweg omdat oordelen relatief zijn. Net als bij onze zintuigen: wanneer we uit de winterkou thuiskomen vinden we het binnen lekker warm, als we uit bed moeten stappen ervaren we dezelfde temperatuur als schrikwekkend koud.

hoes Definitely MaybeBij muziek is het misschien nog iets ingewikkelder. Ons oordeel hangt bijvoorbeeld af van wat we kort daarvoor hebben beluisterd. Van onze oudere muzikale herinneringen. Van de mening van anderen. Van iets ongrijpbaars dat we ‘de tijdgeest’ noemen. Van onze toevallige stemming van het moment. Enzovoort. Twee dingen zijn zeker: (1) objectiviteit is ver weg en (2) we zijn ons van dit alles maar deels bewust.

hoes Never Mind The Bollocks, Here's The Sex PistolsIk vermoed dat we ons van die meesterlijke debuutalbums niet zozeer de kwaliteit van de muziek herinneren, maar vooral de sterke schok die die plaat bij ons teweegbracht. En dat we bij elk volgend werkstuk van de artiest onbewust wachten op datzelfde heftige gevoel van ontdekking en verwondering. Teleurstelling kan op die manier bijna niet uitblijven.

hoes Look Sharp!Zo bezien is het bijna een wonder dat er artiesten zijn die aan de vloek van hun droomdebuut weten te ontsnappen. Bijvoorbeeld The Beatles (Please Please Me), The Who (My Generation), Kate Bush (The Kick Inside) en Joe Jackson (Look Sharp!) – om er een paar te noemen en een groot aantal te vergeten. Ze wisten hun publiek blijkbaar ook na hun eerstelingen nog vaak een schok te bezorgen. Respect!