Moeten popteksten altijd rijmen? Niet per se natuurlijk, maar rijm is belangrijker dan je misschien zou denken. Recent onderzoek naar muziek binnen de protestantse kerk levert hier nieuw bewijs voor. In een binnenkort in Psychomusicology: Music, Mind, and Brain te verschijnen artikel toont de Utrechtse onderzoeker Yke Schotanus aan dat rijmende psalmen populairder waren dan andere, vooral als ze vergezeld gingen van een aantrekkelijke melodie.
Het leuke van deze conclusies is dat ze niet alleen betrekking hebben op de protestante kerk, psalmen en achterliggende eeuwen, maar net zo goed op de hedendaagse muziekwereld en ons 21e-eeuwse popliefhebbers. De hersenen van mensen, ongeacht hun geloof of muziekvoorkeur, werken immers allemaal vrijwel hetzelfde en zijn in de afgelopen eeuwen ook niet veranderd.
Maar waarom is rijm in liedjes nou zo populair? Dat verschijnsel wordt verklaard door het relatief nieuwe begrip ‘verwerkingsgemak’ (processing fluency) uit de cognitieve psychologie. Hoe gemakkelijker onze hersenen een bepaald stukje informatie (tekst, muziek) kunnen verwerken, hoe fijner we dat vinden. We onthouden het beter en kunnen het gemakkelijk voor iemand anders herhalen. In huis-tuin-en-keukentaal: een zinnetje dat rijmt vinden we gewoon lekker.
Waarschijnlijk heeft niemand dit zo goed begrepen als de vorig jaar overleden rock-’n-rollpionier Chuck Berry. Hij bedacht niet alleen vele klassiek geworden gitaarlicks, de duckwalk, de ‘coffee-coloured Cadillac’ en de ‘brown-eyed handsome man’, maar was bovenal een RijmMeester. Neem het openingscouplet van Johnny B. Goode, een dijk van een hit in 1958:
‘Deep down in Louisiana close to New Orleans
Way back up in the woods among the evergreens
There stood a log cabin made of earth and wood
Where lived a country boy named Johnny B Goode
Who never ever learned to read or write so well
But he could play the guitar just like ringin a bell’
Meer bewijzen voor Berry’s rijmende meesterschap nodig? Luister dan naar deze hitcollectie. Maar er is nóg een reden waarom rijm zo belangrijk is. Een onderzoek van de Amerikaanse sociale wetenschappers Matthew McGlone en Jessica Tofighbakhsh uit 2000 laat zien dat we uitspraken die we gemakkelijk verwerken ook als juister en waarheidsgetrouwer beschouwen.
Ze vroegen onderzoeksgroepen hoe waar ze twee verschillende gezegdes vonden: What sobriety conceals, alcohol reveals (Een dronken mond spreekt ’s hartens grond) en What sobriety conceals, alcohol unmasks. Wat denk je? De eerste zin werd als veel geloofwaardiger beschouwd dan de tweede. Met andere woorden: als je je liedje laat rijmen scoort het niet alleen beter, je inhoud is nog overtuigender ook. De kans dat je woorden werkelijkheid worden, neemt dus aanzienlijk toe.
Een dergelijk effect zal Chuck Berry (onbewust) in gedachten hebben gehad toen hij zijn Thirty Days (1955) schreef, waarin een geliefde dringend wordt verzocht terug naar huis te komen. Hier het slotcouplet:
‘If I don’t get no satisfaction from the judge
I’m gonna take it to the FBI and voice my grudge
If they don’t give me no consolation
I’m gonna take it to the United Nations
I’m gonna see that you be back home in thirty days’