
Vorige week filosofeerde ik hardop over de jaarlijstjes van diverse popmedia in binnen- en buitenland. Vandaag mijn eigen lijstje, waarbij aangetekend dat ik het afgelopen jaar hoogstens – en zeer ruw geschat – zo’n honderd nieuwe platen beluisterde. Voor mezelf is het desondanks de moeite waard om te zien wat me van zo’n jaar bijblijft – en hopelijk is de oogst ook interessant genoeg voor de lezers van Goeie Nummers.
Mijn Top 10 van 2021 valt duidelijk in twee delen uiteen: een vrouwelijke en een mannelijke kant. Wat dat over mezelf zegt, laat ik graag ongeanalyseerd. Feit is dat je daardoor eerder kunt spreken van twee Top 5-en dan één Top 10. Des te beter. Hiermee treed ik in de voetsporen van Rob Fleming, hoofdpersoon in Nick Hornby’s roman High Fidelity, een man die weet dat je het leven het best kunt becommentariëren – en proberen te bevatten – via een Top 5 van popalbums, -liedjes en -artiesten.
Mijn eerste lijstje bevat uitsluitend albums van wat ik zou willen omschrijven als ‘introverte vrouwen die zelfbewust naar buiten treden en grenzen verkennen’ en die behoorlijk wat overlap in muzikale stijlen laten horen. NB. Een Top 5 moet nou eenmaal genummerd zijn, maar de volgorde is willekeurig:
- Arlo Parks – Collapsed in Sunbeams. Jonge Britse singersongwriter die folk, jazz en soul prachtig verenigt in empathische droevige liedjes. Prijsnummer: Black Dog, met dat wonderschone, net iets te trage akoestische gitaartje.
- Snowpoet – Wait for Me. Het Iers-Britse duo Snowpoet grossiert in complexe poëtische luisterliedjes met voldoende bite om uit de achtergrond naar voren te kruipen. Zangeres Lauren Kinsella fluistert, zingt, praat – en pakt groots en meeslepend uit wanneer het nodig is. Als luisteraar dwaal je rond in een vreemde wereld die je steeds verder wilt verkennen. Prijsnummer: Roots.
- Cassandra Jenkins – An Overview On Phenomenal Nature. Ook de Amerikaanse Jenkins wisselt spraak en intieme zang achteloos af. Haar tweede album focust op de relatie tussen mens en natuur in eenvoudige liedjes die niet simpel klinken. Prijsnummer: Hard Drive.
- The Weather Station – Ignorance. Al bejubeld op bijna alle andere jaarlijstjes, nu dus ook hier. De Canadese Tamara Lindeman maakt jazzy folkpopliedjes die op een prettige manier vormeloos zijn en daardoor meer echt. Prijsnummer: Robber.
- Luwten – Draft. De Nederlandse Tessa Douwstra verrast door de ingetogenheid van haar overrompelende debuut op haar tweede album te verruilen voor een meer losse en soulfulle benadering. Prijsnummer: Control, waarin de singersongwriter haar monster recht in de ogen lijkt te kijken.
Mijn tweede top 5 is gevuld met mannen die heel goed doen wat al eerder is gedaan, door anderen of door henzelf – maar nog nooit op deze manier. En zo voegen ze ieder voor zich toch weer iets van waarde toe aan de poptradities. En ondertussen weten ze ook zichzelf te overtreffen. In even willekeurige volgorde als hierboven:
- Bertolf – Happy in Hindsight. Alleskunner Bertolf schreef zijn sterkste liedjes tot nu toe, waarbij hij ruim knipoogt en eer betoont aan de countryrock en -pop uit de jaren 70. Een topnummer is moeilijk aan te wijzen, het is allemaal goed. Dan toch maar het titelnummer, met de opgewekte melancholie waar Bertolf het patent op heeft.
- Anne Soldaat – Facts & Fears. De voormalige zanger-gitarist van Daryll-Ann put op zijn achtste soloalbum inspiratie uit de pop van de jaren 60 en 70. Het resulteert in een gevarieerde, bijna ouderwetse popplaat met refreinen en gitaarriffs die op een prettige manier in je hoofd blijven rondzingen. Prijsnummer: I Was Lost.
- Villagers – Fever Dreams. De vijfde plaat van de Ierse band grossiert in licht-psychedelische pop met grootse arrangementen die je even op je in moet laten werken. Frontman Conor J. O’Brien kiest voor sterke contrasten en melodieën die uitermate verslavend werken. Probeer om te beginnen The First Day.
- Sonic Silk – An Evening With Sonic Silk. R&B/Soulsterren Bruno Mars & Anderson .Paak vormden een ‘superduo’ dat hun liefde voor de soulpop van de jaren 70 breed en ontspannen etaleert op dit nostalgisch getitelde album. Denk Stevie Wonder, Earth, Wind & Fire. Prijsnummer, de eerste single Leave the Door Open.
- James McMurtry – The Horses and the Hounds. In eerst instantie vond ik de zeer traditionele rootsrock op deze plaat wat saai. Maar hoe vaker je luistert, hoe meer je wordt gepakt door deze verhalenverteller die ook muzikaal precies weet wat hij doet – en die echt iets te melden heeft. Prijsnummer: The Horses and the Hounds, maar je kunt net zo goed een ander nummer kiezen.
Ik wens je een heel gelukkig 2022, met hopelijk weer net zoveel goeie muziek als dit jaar!
Leuk, een lijstje! Of dus eigenlijk 2. Altijd interessant.
Volgens mij was de volgorde bij Rob Fleming altijd zeer belangrijk en daar kon hij oeverloos over debatteren met de werknemers van zijn platenzaak. Daar hadden ze dan ook ruim de tijd voor.
Maar dit terzijde.
Een hele goede productie van Silk Sonic, echt genieten.
De stem van Arlo Parks bevalt mij niet, dan hoor ik liever Luwten.
Anne Soldaat en Bertolf zijn natuurlijk ook kanjers van eigen bodem.
De overige albums kende ik niet, dus ga ik zeker beluisteren.
LikeGeliked door 1 persoon