reunie

Graham Parker & The Rumour in Paradiso – dubbelreünie

graham parker toen 2 ‘Hij is buitengewoon klein, draagt immer een zwarte zonnebril en heeft zich omringd met een aantal van Groot-Brittannië’s beste popmusici.’ Zo kondigde het VPRO-radioprogramma Amigos de Musica in 1978 een live-opname van Graham Parker & The Rumour aan. Waarna de Britse angry young man met zijn band losbarstte in een stomende versie van ‘Pourin’ It All Out’ – een van zijn klassiekers. De aankondiging en het nummer staan in mijn geheugen gegrift.

Gisteravond kwam het allemaal terug. Op het podium in Paradiso stonden Graham Parker & The Rumour. De band is dertig jaar na hits als ‘Hey Lord, Don’t Ask Me Questions’ singlehoes Hey Lord Don't Ask Me Questionsen ‘New York Shuffle’ weer herenigd. En het was gisteren een dubbelreünie, want ikzelf was in gezelschap van twee van de belangrijkste mensen uit mijn jeugd, mijn broer Wim en mijn oude vriend Robert, met wie ik overigens nog steeds muziek maak. Ruim vierendertig jaar geleden waren we in precies dezelfde samenstelling bij het eerste grote concert dat ik als 16-jarige mocht bijwonen, dat van – ja – Graham Parker & The Rumour, in het Congresgebouw in Den Haag.

graham parker nuBij zoveel overeenkomsten wordt de aandacht natuurlijk getrokken door de verschillen. Een daarvan is dat de mannen op het podium er inmiddels wel een heel stuk ouder uitzien. Sommige zijn zelfs bijna onherkenbaar. Maar zodra je dat constateert, vraag je je automatisch af of dat misschien ook voor jezelf geldt. En dan is het hek van de dam. Dan word je, net als bij een schoolreünie, bezocht door hardhandige vragen als: Heb ik mijn jeugddromen waargemaakt? Hoe steken mijn prestaties af bij die van de anderen? En als je niet oppast verandert een leuk uitje zomaar in een zwaar examen.

Gelukkig is daar dan de muziek. Muziek kan alles oplossen. Ze kan je meenemen, weg van al te moeilijke vragen, op een reis vol ontroering, opwinding en soul. En GP & the Rumour waren gisteravond uitstekend op die taak berekend. Je beleeft zo’n concert nooit zoals de allereerste keer, maar Pourin’ It All Out klonk nog even onstuimig en doorleefd als toen. Ook het latere werk werd bezield en krachtig gespeeld, zoals het verstilde You Can’t Be Too Strong. En dan herken je in de verweerde koppen van nu weer de jeugdige mannen die eronder verscholen zitten. Op het podium en in de zaal. Pfff.