Daniel Kahneman

Waar blijft het grote klimaatalbum?

‘Welke muzikant schrijft eindelijk eens het eerste grote klimaatalbum?’ vraagt docent en muziekschrijver Daan Krahmer zich af in een opiniestuk in De Volkskrant van een paar weken geleden. Het engagement van de grote hedendaagse popartiesten beperkt zich in Krahmers ogen tot thema’s als racisme, kapitalisme en lhbtq+, terwijl er minstens zoveel behoefte is aan een serieus popmuzikaal statement over het belangrijke vraagstuk van de klimaatcrisis.

Verschillende Volkskrant-lezers reageerden op dit artikel door te wijzen op het bestaan van recente en oudere albums die wel degelijk doen waar Krahmer om vraagt. Bijvoorbeeld Western Justice van Jack Rieley & Machiel Botman (1974), A Flash Flood of Colour van Enter Shikari (2012), Bleeding Amazonia van Millennium Jazz Orchestra ft. Lilian Vieira en An hour before it’s dark van Marillion (beide uit 2022). Zelf zou ik aan het rijtje nog graag het even sombere als fraaie The Courage of Others (Midlake) toe willen voegen.

Maar hoe relevant deze aanvullingen ook zijn, Krahmer zal waarschijnlijk tegenwerpen dat dit allemaal relatief ‘kleine’, onbekende artiesten zijn. Waar hij om vraagt is een klimaatalbum waarmee een topartiest van nu geschiedenis gaat schrijven. Waar blijft dat album toch? lijkt hij zich wanhopig af te vragen. Ik kan een stuk met hem meevoelen, maar zijn vraag roept bij mij twee onderliggende vragen op die eerst een antwoord behoeven: waarom wordt er relatief zo weinig gezongen over zo’n groot en ingrijpend maatschappelijk onderwerp? En waarom zijn er wel veel ‘losse’ liedjes, maar nauwelijks albums over het klimaat?

De eerste vraagstuk moet met het onderwerp zelf te maken hebben. Verschillende activisten, wetenschappers en journalisten hebben zich al gebogen over de opvallende apathie over of zelfs afwijzing van het klimaatprobleem. Nobelprijswinnaar en psycholoog Daniel Kahneman stelt ter verklaring dat het menselijk brein zo is ontworpen dat het vooral reageert op een concrete en opvallende verandering dichtbij – en dat is klimaatverandering over het algemeen nou juist niet. Daarom zijn we vaak geneigd we het onderwerp te negeren. En popartiesten – het zijn ook maar mensen – voelen deze geringe ontvankelijkheid natuurlijk haarfijn aan. Ze willen hun publiek in vervoering brengen, hun hart raken of uit hun dak laten gaan. En dat is ontzettend lastig met zo’n zwaar en breed onderwerp.

De tweede vraag, waarom er nauwelijks klimaatalbums maar wel veel klimaatliedjes zijn, heeft misschien meer te maken met de aard en tradities van de popmuziek. Ondanks alle veranderingen in het poplandschap bestaat het album een kleine 70 jaar na zijn ontstaan nog steeds uit een verzameling van pak ‘em beet 6-15 losse liedjes. Liedjes vormen de centrale bouwstenen van de popmuziek, de kleinste eenheden waaruit de kunstvorm bestaat. Je kunt ze op verschillende manieren verpakken: als album, maar ook als ep’s of gewoon alleenstaand: singles.

Het is dan ook geen toeval dat het popconceptalbum altijd een vreemde eend in de bijt is gebleven. Platen als Berlin (Lou Reed), The Lamb Lies Down On Broadway (Genesis), What’s Going On (Marvin Gaye) en OK Computer (Radiohead) worden weliswaar beschouwd als monumenten, ze zijn tegelijkertijd zeer zeldzaam. Popmuziek lijkt vooral trouw te willen blijven aan zijn roots als gevarieerd vermaak. Er is plaats voor een protest- of klimaatsong, maar die moet worden afgewisseld met iets luchtigers of iets dat dichter bij huis blijft, bijvoorbeeld een lekkere rocker of een fijne break-upballad.

Mijn conclusie: dat grote klimaatalbum van een hedendaagse topartiest laat waarschijnlijk nog even op zich wachten. Aan de andere kant: van alle klimaatnummers van al die verschillende artiesten kunnen ongetwijfeld een aantal sterke en gevarieerde klimaat-verzamelalbums worden samengesteld om ons meer bewust te maken of tot actie aan te zetten. Denk aan oudgedienden als Michael Jackson en Joni Mitchell en nieuwkomers als Froukje, Weyes Blood, The Weather Station en Billie Eilish. Onder het motto ‘alle 13 goed’ stelde ik daarom een Goeie Nummers Klimaatverzamelalbum #1-playlist samen op Spotify. Check it out en kom in beweging!

Succes een kwestie van geluk?

David BowieIn het Groot-Brittannië van de jaren 60 ploeterde ene David Jones zich zonder veel succes van de ene band-auditie naar de volgende. De leiding van een Brits radioprogramma zei over hem: ‘de zanger heeft geen enkel talent.’ Ze zullen zich later, toen David Bowie inmiddels een grote popster was, misschien nog wel eens op hun hoofd hebben gekrabd.

Het grappige van deze anekdote zit hem hierin dat we ons de artiest altijd moeilijk kunnen voorstellen in een andere gedaante dan waarin we hem of haar hebben leren kennen – gekleed in de mantel van succes. Onbewust denken we dat de artiest altijd dezelfde is geweest. En vaak kan dat beeld ook niet worden rechtgezet omdat oude (film)opnames doorgaans ontbreken – de artiest was immers nog niet bekend!

Daniel KahnemanDe anekdote is ook enigszins verontrustend, omdat het laat zien dat elke artiest een ontdekker nodig heeft om te kunnen doorbreken, en dat toeval daarbij een grote rol moet spelen. Psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman gaat in zijn boek Ons Feilbare Denken in op dit fenomeen. Hij stelt dat geluk een belangrijke rol speelt in elk succesverhaal: ‘Als je een kleine verandering in het verhaal aanbrengt, slaat een opmerkelijke prestatie heel vaak om in een middelmatig resultaat.’ Als dat waar is, is roem en erkenning dan wel verdiend? Of is het vooral gebaseerd op drijfzand?

inside llewyn davisIn 2013 brachten de befaamde cineasten Joel en Ethan Coen de film Inside Llewyn Davis uit. Daarin volgen we de sappelende Newyorkse folkmuzikant Llewyn Davis in 1961. Aan zang- en songschrijverskwaliteiten ontbreekt het hem niet, wel aan wat flexibiliteit, wat zelfdiscipline – en aan wat geluk. Gedreven door acute geldnood slaat Davis een achteraf lucratieve royaltydeal af en raken zijn muzikale carrièreperspectieven steeds verder uit beeld.

Coen brothersIn de slotscène kijken we met hem mee naar binnen door het raam van een kroeg. We zien de schaduw van een folkzanger op het podium, een opvolger van Llewyn – het silhouet vertoont grote gelijkenis met dat van Bob Dylan. Zo dun is de lijn tussen succes en falen in de muziekbusiness, lijken de Coen-broers te willen zeggen. Je moet net op het juiste moment op de juiste plek zijn en de juiste mensen tegen het lijf lopen.

Voor ons popliefhebbers, opkijkend naar het podium, is de invloed van het toeval vrijwel onzichtbaar. Voor de artiesten is dat natuurlijk heel anders. Bij een succesvolle artiest kan het leiden tot onzekerheid: is de erkenning die ik krijg wel terecht, word ik straks opeens afgeschreven?

dobbelstenenVoor de grote menigte artiesten die het (nog) niet hebben gemaakt, is het weer anders. De rol van het toeval kan hun juist troost of zelfs hoop bieden. Ze helpt hun om te denken: het ligt niet allemaal aan mij. En kijk naar David Bowie. Als je volhoudt, is er altijd een kans. En de geschiedenis geeft ze gelijk.