Janis Ian

Het sterkste schoenenliedje

Kunstwerk: Pi Daenen

Popmuziek is altijd een aards fenomeen geweest. Dicht bij de grond, poten in de klei, soms mogen we ze even optillen voor een danspas, daarna zetten ze zich snel weer op de vloer. Zweven doe je maar in de klassieke muziek, of in het ambient-genre. Het is dan ook niet zo vreemd dat de rock-‘n-roll zoveel liedjes kent over schoenen. Of laarzen.

Het oernummer in deze niche is natuurlijk Blue Suede Shoes. Carl Perkins schreef het, Elvis zong het. Je mocht alles met hem doen, alles waar je maar zin in hebt, als je maar niet op zijn onbetaalbare blauwe suède schoenen ging staan. De rock-‘n-roll is gekkigheid, het zijn capriolen, dwaasheid, lijkt Carl te willen zeggen – maar er zijn grenzen. Vergeet dat niet. Schoenen maken de man.

En de vrouw, laten we dat ook niet vergeten. Denk aan Assepoester en aan het sprookje van de Rode Schoenen, over een jonge vrouw die niet kan stoppen met dansen zodra ze die merkwaardige dansschoenen aan heeft. Kate Bush werd in 1993 door dit verhaal van Hans Christian Andersen geïnspireerd voor een heel album, The Red Shoes, waarop de bezetenheid van de kunstenaar het hoofdthema vormt.

Wat opvalt: schoeisel lijkt in liedjes vaak te zorgen voor een identiteitsverandering. Meer dan andere kledingstukken symboliseren ze de persoon die ze aanheeft. Misschien omdat schoenen de kledingstukken zijn die óns dragen in plaats van andersom. De zanger van de blauwsuède schoenen wordt ineens een coole gast – en een deuk, vuil of een scheur zou een smet op zijn imago of ego zijn. De danseres met de Rode Schoenen verandert terug in een alledaags meisje als ze weer op blote voeten staat of haar gewone schoeisel aanheeft.

Een variant op dit verhaal horen we in het hilarische Boots Like Emmylou’s van Janis Ian (tevens een van de leukste namedroppingnummers ever). De zangeres fantaseert hoe rijk, beroemd, zorgeloos, gelukkig enzovoort ze wel niet zo zijn als ze maar eenmaal cowboylaarzen als die van Emmylou Harris aan haar voeten zou hebben. Een soort toverlaarzen moeten het zijn, die zelfs tot in de hemel deuren voor haar zouden openen.

Op de Goeie Nummers-playlist vind je nog een stel andere mooie schoenenliedjes. Die kun je later op je gemak gaan beluisteren. Maar wat is het sterkste schoenenliedje van vandaag? Dat is zoals altijd een moeilijk keuze, maar ik ga voor These Boots Were Made For Walkin’ van Nancy Sinatra.

These Boots Were Made For Walkin’, geschreven door countryzanger en -producer Lee Hazlewood (1929-2007), was een dikke nummer-1 hit in de VS in 1966. Het Amerikaanse online magazine Pitchform plaatste het in 2006 op 116 in zijn lijst van beste jaren 60-singles en poprecensent Tom Breihan beschreef het lied als ‘maybe the finest bitchy kiss-off in pop history’. Bij die uitspraak sluit ik me van harte aan. En het schoeisel speelt daarbij voor mij de sleutelrol.

De laarzen van Nancy Sinatra zijn niet per se elegant of stijlvol. Toverlaarzen zijn het ook niet. Het zijn meer functionele stappers. Kledingsstukken die voor jou kunnen werken als je ze een duidelijke opdracht geeft, zoals de zangeres aan het eind van het lied ook doet. Dan veranderen de laarzen in helpers, een soort soldaten die desgewenst rustig over iemand heen kunnen lopen als-ie dat verdiend heeft.

These Boots Were Made For Walkin’ is in al zijn beeldende eenvoud ideaal als illustratie van een dramatische scène waarin een vrouw de rollen omdraait en niet langer over zich wil laten lopen door een ontrouwe of intimiderende partner. Vandaar dat het lied in talloze en zeer uiteenlopende films voorkomt, van Stanley Kubricks Full Metal Jacket en Disney’s Cruella tot Austin Powers: International Man of Mystery en Ocean’s eight.

De iconische status die het nummer inmiddels heeft, komt de afgelopen decennia ook tot uiting in vele covers door artiesten van zeer verschillende snit. Uitdagend en sensueel, met country-invloeden (Jessica Simpson, 2010), dansbaar en gericht op een jong publiek (Olivia Holt, 2013). Maar ook mannen blijken raad te weten met deze emancipatoire ‘kiss-off’, getuige deze metal-versie met licht aangepaste tekst van Megadeth uit 1985 en deze volbloed country-versie van Billy Ray Cyrus (1992).

Het moet meer dan een knipoog zijn dat dochter Miley These Boots in 2019 weer vol overtuiging oppakt en naar haar eigen sekse terugbrengt. Past helemaal bij de boodschap. ‘These boots are made for walkin’, and that’s that what they’ll do / One of these days these boots are gonna walk all over you’.

Namedropping – I Feel Lucky

the purple rose of cairo2Artiesten die andere artiesten noemen in hun liedjes – ik ben er gek op. Waarschijnlijk komt dat vooral door het komische effect dat fictie en werkelijkheid opeens door elkaar gaan lopen, een beetje zoals in Woody Allens The Purple Rose of Cairo.

Maarten van RoozendaalHoe zou het voor de genamedropte artiest zijn om zichzelf opeens als lied-personage tegen te komen? Best vreemd, lijkt me, maar ook vleiend. Namedropping komt immers meestal voort uit bewondering of uit een gevoel van verwantschap, zoals in Hail Hail Rock ’n Roll van Garland Jeffreys, of in Randy (Het Wilde Westen, 2008) van de betreurde Maarten van Roozendaal – waarin de Nederlandse zanger zijn geestverwant Randy Newman voorstelt om samen een lied te schrijven dat de wereld gaat redden. Een heerlijk ironische Newman-pastiche.

janis ianMaar het kan natuurlijk ook anders uitpakken. Bijvoorbeeld als collega’s je naam opvoeren om je een flinke veeg uit de pan te geven, zoals Neil Young overkwam in Sweet Home Alabama van Lynyrd Skynyrd. Of als je, zoals countrysterren Emmylou Harris, Loretta Lynne en Dolly Parton, een paar schampschoten oplopen in Boots Like Emmy Lou’s (God & The FBI, 2000) van collega Janis Ian.

country boots girlsIans lied is veel meer tongue-in-cheek dan Sweet Home Alabama, maar de singer-songwriter neemt haar vrouwelijke collega’s wel aardig op de korrel. Had ze maar laarzen zoals Emmy Lou, verzucht ze, dan zou haar leven net zo luxueus en zorgeloos zijn als dat van hen, om nog maar te zwijgen van die gegarandeerde plek in de hemel. Ondanks alle wisecracks – en Ians kennelijke fascinatie voor c&w-schoenmode – wordt hier stevig geschopt tegen de zelfingenomenheid en oppervlakkigheid van de commerciële country-wereld.

Mary Chapin Carpenter2Een van de lekkerste namedropping-songs komt juist uit de (alt-)country: I Feel Lucky van Mary Chapin Carpenter uit 1992, hier in een live-uitvoering met puike begeleidingsband. Het opgewekte boogie-achtige countrynummer, dat in de VS en Canada de top 5 van de country-hitlijsten bereikte, gaat in letterlijke zin over geluk in de loterij, maar de kracht zit hem in de aanstekelijke geëmancipeerde boodschap.

Mary Chapin CarpenterDe hoofdpersoon van I Feel Lucky wint de jackpot – niet door de horoscoop te lezen of naar alle waarschuwingen uit haar omgeving te luisteren, maar gewoon door in zichzelf te geloven. En nu barst ze van het zelfvertrouwen: haar kan niets gebeuren, met haar elf miljoen dollar kan ze kopen en weggeven wat ze wil.

hot dogEn dan wordt ze ook nog begeerd door twee van haar opkomende mannelijke country-collega’s uit die tijd: Dwight Yoakam en Lyle Lovett. De een beloert haar vanuit een hoekje, de ander maakt concreet avances. De zangeres is best gestreeld door die aandacht, hoor, maar ze is geen bot om om te vechten: ‘Hey Dwight, hey Lyle, boys, you don’t have to fight. Hot dog, I feel lucky tonight.’ De rol die de twee heren in deze namedropping-song krijgen toebedeeld is maar bescheiden. De dame deelt de lakens uit. Zo kan het ook.