humor

Geïnspireerd door je collega’s

Je kunt als bevriende muzikanten een tijdlang onbekommerd in een oefenruimte samenspelen, maar op een gegeven moment moet je er toch aan geloven: de band moet een naam hebben. Op internet zijn diverse tips te vinden voor het kiezen van een goede bandnaam, misschien wel omdat het altijd lastiger is om jezelf te definiëren dan een ander – en helemaal als je het ook nog onderling eens moet zien te worden. De Popschool Maastricht biedt daarvoor zelfs een online bandnaamgenerator aan.

Veel bands zoeken hun toevlucht in datgene wat de leden sowieso bindt: de muziek van hun gedeelde pophelden. Hiermee laten ze hun beoogde publiek in een notendop zien waar ze hun inspiratie vandaan halen en waar ze zelf voor staan: verleden en toekomst in één. Zo leidden The Rolling Stones hun naam af van het nummer Rollin’ Stone van bluesicoon Muddy Waters. Dat een rollende steen ook nog eens stond voor de ongebonden vrijbuiter paste toevallig ook prima bij hun gewenste imago.

(meer…)

Namedropping – I Feel Lucky

the purple rose of cairo2Artiesten die andere artiesten noemen in hun liedjes – ik ben er gek op. Waarschijnlijk komt dat vooral door het komische effect dat fictie en werkelijkheid opeens door elkaar gaan lopen, een beetje zoals in Woody Allens The Purple Rose of Cairo.

Maarten van RoozendaalHoe zou het voor de genamedropte artiest zijn om zichzelf opeens als lied-personage tegen te komen? Best vreemd, lijkt me, maar ook vleiend. Namedropping komt immers meestal voort uit bewondering of uit een gevoel van verwantschap, zoals in Hail Hail Rock ’n Roll van Garland Jeffreys, of in Randy (Het Wilde Westen, 2008) van de betreurde Maarten van Roozendaal – waarin de Nederlandse zanger zijn geestverwant Randy Newman voorstelt om samen een lied te schrijven dat de wereld gaat redden. Een heerlijk ironische Newman-pastiche.

janis ianMaar het kan natuurlijk ook anders uitpakken. Bijvoorbeeld als collega’s je naam opvoeren om je een flinke veeg uit de pan te geven, zoals Neil Young overkwam in Sweet Home Alabama van Lynyrd Skynyrd. Of als je, zoals countrysterren Emmylou Harris, Loretta Lynne en Dolly Parton, een paar schampschoten oplopen in Boots Like Emmy Lou’s (God & The FBI, 2000) van collega Janis Ian.

country boots girlsIans lied is veel meer tongue-in-cheek dan Sweet Home Alabama, maar de singer-songwriter neemt haar vrouwelijke collega’s wel aardig op de korrel. Had ze maar laarzen zoals Emmy Lou, verzucht ze, dan zou haar leven net zo luxueus en zorgeloos zijn als dat van hen, om nog maar te zwijgen van die gegarandeerde plek in de hemel. Ondanks alle wisecracks – en Ians kennelijke fascinatie voor c&w-schoenmode – wordt hier stevig geschopt tegen de zelfingenomenheid en oppervlakkigheid van de commerciële country-wereld.

Mary Chapin Carpenter2Een van de lekkerste namedropping-songs komt juist uit de (alt-)country: I Feel Lucky van Mary Chapin Carpenter uit 1992, hier in een live-uitvoering met puike begeleidingsband. Het opgewekte boogie-achtige countrynummer, dat in de VS en Canada de top 5 van de country-hitlijsten bereikte, gaat in letterlijke zin over geluk in de loterij, maar de kracht zit hem in de aanstekelijke geëmancipeerde boodschap.

Mary Chapin CarpenterDe hoofdpersoon van I Feel Lucky wint de jackpot – niet door de horoscoop te lezen of naar alle waarschuwingen uit haar omgeving te luisteren, maar gewoon door in zichzelf te geloven. En nu barst ze van het zelfvertrouwen: haar kan niets gebeuren, met haar elf miljoen dollar kan ze kopen en weggeven wat ze wil.

hot dogEn dan wordt ze ook nog begeerd door twee van haar opkomende mannelijke country-collega’s uit die tijd: Dwight Yoakam en Lyle Lovett. De een beloert haar vanuit een hoekje, de ander maakt concreet avances. De zangeres is best gestreeld door die aandacht, hoor, maar ze is geen bot om om te vechten: ‘Hey Dwight, hey Lyle, boys, you don’t have to fight. Hot dog, I feel lucky tonight.’ De rol die de twee heren in deze namedropping-song krijgen toebedeeld is maar bescheiden. De dame deelt de lakens uit. Zo kan het ook.

 

 

Meer koebel

chroom koebelHij is belangrijker dan je zou denken: de koebel. Ik bedoel niet dat ding dat in Zwitserland om de nek van runderen hangt, maar het min of meer vierkante metalen bloempotje zonder klepel waarop percussionisten en drummers tikken (zie afbeelding rechts). Het voorwerp ziet er van zichzelf al niet indrukwekkend uit en wordt vaak ook nog slordig met tape beplakt. Bovendien heeft de koebel op zichzelf niet de meest welluidende klank af. Maar toch, wat zouden we hem missen als-ie er niet meer zou zijn.

koebel met tapeDe koebel (ook wel: cowbell, campana) kwam vermoedelijk mee met de mambo of salsa vanuit Zuid- of Midden-Amerika en integreerde vandaaruit langzaam en bijna onopgemerkt in de popmuziek – om daarin uiteindelijk zijn unieke plek in te nemen. Zonder hem zouden talloze grote nummers niet bestaan. Honky Tonk Women van The Rolling Stones, om er een te noemen. Of Born on the Bayou van Creedence Clearwater Revival. You Ain’t Seen Nothing Yet van Bachman Turner Overdrive. Ondenkbaar zonder koebel.

hoes Rumours van Fleetwood MacNet als dat andere onderschatte superinstrument, de triangel, zit de koebel vaak diep verstopt in de mix. Je hoort hem nauwelijks, maar als je hem weglaat ga je hem missen. Heel erg missen. Ergens tussen de 462 andere instrumenten op Fleetwood Macs Go Your Own Way schijnt bijvoorbeeld koebel te zitten, en het kan niet anders of dat is wat het nummer magisch maakt. Ook Ringo Starr was niet vies van een potje koebel (Drive My Car, You Can’t Do That), net als percussionist Joe Lala, bekend van onder meer The Allman Brothers Band en Manassas.

Christopher Walken more rock tapeMaar er zijn altijd mensen die de verleiding niet kunnen weerstaan om de spot te drijven met iets dat kwetsbaar en/of enigszins onooglijk is. De makers van Saturday Night Live bijvoorbeeld. ‘More Cowbell’, is de kreet waarmee acteur Christopher Walken het instrument in een aflevering van de populaire tv-show in 2000 op een voetstuk zet, met als uiteindelijk doel natuurlijk om het juist voorgoed uit de beschaving te verwijderen.

koebel met heel veel tapeHet nare is dat SNL behoorlijk in die opzet geslaagd lijkt te zijn. De laatste jaren horen we nog maar weinig koebel in de rock-‘n-roll. Doodzonde. Op deze plek wil ik dan ook, zonder een spoor van ironie, tegen de hele popwereld en daarbuiten zeggen: Meer koebel! Alsjeblieft, meer koebel!

Ken je meer nummers met koebel in de hoofdrol of in een fantastische bijrol? Laat het weten op Goeie Nummers!

Albumverjaardag – Bad Love (1999) van Randy Newman

Vandaag, 1 juni 2014, wordt Bad Love 220px-Bad_love15 jaar. Kort na verschijnen luisterde ik vaak op mijn walkman naar dit album van Randy Newman, in de trein op weg naar kantoor. Maar ja, samen met de cassettebandjes verdween Bad Love geleidelijk naar de achtergrond. Totdat collega en muziekliefhebber Bob Hartog, tevens leadzanger van LaagLicht, me er een paar jaar geleden gelukkig aan herinnerde.

Randy Newman (Los Angeles, 1943) trad in de jaren ’70 toe tot de eregalerij der singer-songwriters met prachtplaten als 12 Songs, Sail Away en Good Old Boys. Daarna werkte hij vooral achter te schermen als componist van filmmuziek. Met Bad Love keerde de Amerikaanse zanger-pianist in 1999 terug in de schijnwerpers. Scherper dan ooit. Niets en niemand ontziend. Ook zichzelf niet.

In de pijnlijk-hilarische rocker I’m Dead (But I Don’t Know It) gaat het bijvoorbeeld over ouder wordende rocksterren: ‘Everything I write sounds the same / Each record that I’m making / Is like a record that I’ve made /  Just not as good’. Gek genoeg klinkt zelfspot bij Newman nooit koket. Ik vermoed dat hij in z’n hart vreest dat het pop-cliché van de artiest-op-z’n-retour daadwerkelijk voor hemzelf opgaat.

In de aangrijpende ballade I Miss You bedankt Newman in zijn ex-vrouw, vele jaren na hun scheiding, voor de goede tijden en verontschuldigt hij zich voor zijn fouten.  ‘And it’s a little bit late / Twenty years or so […] But I’d sell my soul and your souls for a song.’ Hij vond het liedjesschrijven kennelijk altijd belangrijker dan al het andere. Het refrein lijkt op papier afgezaagd, maar de zinnen ‘I miss you / And I still love you so’ gaan door merg en been, door Newmans ongepolijste voordracht bovenop een prachtige melancholieke melodie.

In het topnummer The World Isn’t Fair wordt Karl Marx, aartsvader van het communisme, door Newman rondgeleid in het hedendaagse Karl Marxkapitalistische Amerika. Hoogtepunt is als hij Marx meeneemt naar de ouderavond van de basisschool van de kinderen uit zijn recente tweede huwelijk. ‘Karl, you never have seen such a glorious sight / As these beautiful women arrayed for the night / Just like countesses, empresses, movie stars and queens.’ De knappe jonge moeders worden veelal vergezeld door ‘men much like me / Froggish men, unpleasant to see / Were you to kiss one, Karl / Nary a prince would there be.’ Deze rijke kikkers hebben een aanzienlijke voorsprong bij de partnerkeuze – het is oneerlijk verdeeld in de wereld. Newman is tevreden en schaamt zich daarvoor, maar beseft met pijn in het hart dat hij niets dan compassie te bieden heeft.

En zo is er veel meer moois op Bad Love. De plaat is – misschien door zijn ervaring als filmcomponist in de jaren ’80 en ‘90 – muzikaal nog rijker en gevarieerder dan Newmans eerdere werk. De teksten zijn persoonlijker en schuren daardoor nog meer. Bad Love laat je lachen terwijl het pijn doet en doet je pijn terwijl je lacht. Dat is wel een felicitatie waard!