Kunnen mensen elkaar veranderen?

Vorig jaar las ik de roman Normal People van de Ierse schrijver Sally Rooney (1991). De roman vertelt het verhaal van twee jonge mensen van rond de twintig, Marianne en Connell, die een aantal jaren en enkele tragische misverstanden nodig hebben om de ballast van hun jeugd achter zich te laten en erachter te komen dat ze toch echt voor elkaar bestemd zijn.

Zo samengevat is het een weinig opzienbarend verhaal, maar de kracht van Normal People, verschenen in 2018, zit in de meeslepende wijze waarop de groeipijnen van en de interactie tussen de twee hoofdpersonen worden weergegeven. En ook in de subtiele manier waarop het boek de lezer laat nadenken over de invloed die mensen op elkaar kunnen uitoefenen. Aan het eind van het boek stelt auteur Rooney bij monde van Marianne dat ‘mensen elkaar echt kunnen veranderen’. Op het eerste gezicht een vreemde bewering, want we weten immers allemaal dat je een ander mens niet kunt veranderen, en dat je zoiets ook niet zou moeten willen. Toch?

Maar Rooney lijkt iets anders te bedoelen; zoiets als dat de juiste persoon op het juiste moment een ander ontvankelijk kan maken voor zijn of haar invloed, ook al snapt niemand precies hoe dat komt. Het boek zette mij aan het denken over persoonlijke ontwikkeling. Hoe veranderen we eigenlijk in de loop van ons leven? Doen we dat autonoom, of door tussenkomst van anderen, en als dat laatste zo is: hoe ontstaat die ontvankelijkheid voor die invloed van buitenaf dan? En ik vroeg me af wat popartiesten over dit existentiële onderwerp te melden hebben.

Het eerste nummer dat me te binnen schoot: Mind van Talking Heads, waarin de Newyorkse band de drang om de ander te veranderen karakteristiek obsessief onderzoekt, met een opsomming van alle dingen die er in elk geval niet voor zorgen: tijd, geld, drugs, religie, wetenschap. De conclusie: ook de zanger zal het niet lukken, hoe hard hij het ook probeert. David Byrne zat duidelijk meer op het spoor van frustratie en machteloosheid dan van ontvankelijkheid. Wel een lekker nummer, trouwens.

Dan Aretha Franklin met A Change: I wanna see a big change, big change in you, baby. Ook hier is ontvankelijkheid niet echt de focus. Dit is keihard onderhandelen vanuit macht, waarbij de sanctie zich laat raden. Of deze poging tot beïnvloeding veel kans van slagen heeft? Ik twijfel. Dan geef ik het eveneens tamelijk dwingende I Put A Spell On You (hier in de oorspronkelijke versie van Screaming Jay Hawkins) toch meer kans.

Aan de andere kant van dezelfde medaille vinden we liedjes waarin iemand zich voorneemt om te veranderen, zoals singer-songwriter Delbert McClinton in I’ll Change My Style. Maar de aanleiding is vaak een ontevreden (ex-)geliefde, dus de verandering komt ook hier niet uit de persoon zelf, zodat ik blijf twijfelen aan de houdbaarheid van dit goede voornemen.

Zijn er dan geen liedjes waarin de invloed van de een op de ander zegenrijk en min of meer onbedoeld is, zoals in Normal People, waar Mariannes onafhankelijke opstelling een lichtend voorbeeld is voor Connell, net zoals Connells beschermende liefde Marianne een positievere blik op zichzelf geeft? Toch wel. Een beetje zie je het bijvoorbeeld in Baby, Please Make a Change van acteur-muzikant Hugh Laurie en zanger Tom Jones. Jones smeekt zijn geliefde om hem en andere mensen voortaan beter te behandelen, waarbij hij niet alleen aan de voordelen voor zichzelf denkt: Baby, please make a change, I think it will do you good.

Jon Dee Grahams The Change is ook een goede kandidaat, al lijkt dit verhaal minder te gaan over groei dan over berusting. De eigenzinnige Amerikaan met de fijne gromstem daalt diep af in zijn eigen psyche om de grote impact van een niet nader aangeduide ander op hemzelf te duiden: The old ways are now left behind / You are weighin’ on my mind (…) Do you see the change in me?

De Britse americana-crooner Nick Lowe (1949) lijkt daarentegen meer een aanhanger van de autonome visie. In zijn lied People Change (At My Age, 2007) is de mogelijke invloed van de ene persoon op de andere verwaarloosbaar. Verandering komt alleen vanbinnen en is onvermijdelijk, houdt hij ons laconiek voor, verzet je er maar niet tegen. Het is de ervaring die hier spreekt, meen ik basis van Lowe’s biografie te kunnen zeggen.

Maar Lowe zou Lowe niet zijn als hij deze opvatting op hetzelfde album niet ook weer onderuit zou halen. In openingstrack A Better Man tapt hij uit een heel ander vaatje. Hij zingt vanuit het perspectief van een man die door toedoen van zijn geliefde eindelijk diverse donkere bladzijden kan omslaan: I can’t go on living this way / and that’s a fact I know you understand / I don’t know much, but one thing’s for certain / you make want to be a better man. En zo kunnen Lowe en Rooney elkaar ondanks het leeftijdsverschil de hand schudden.

2 comments

  1. Wat ik zelf een mooi voorbeeld vind in dit genre, is The difficult kind van Sheryl Crow. Gezongen met de spijt van een groot verlies zingt ze “if you could only see what love has made of me”. De verandering komt hier te laat, want de ander gelooft er niet in dat ze veranderd is. Tegelijkertijd beseft ze kennelijk dat de verandering juist het gevolg is geweest van het pijnlijke verlies. “Cause babe I’ve changed…”

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s