Eric Clapton

Kippenvel – Please Be With Me

Soms brengt een algoritme je geluk. Dat kan dus echt. Het overkwam mij vorige week, toen ik luisterde naar het sterke nieuwe album van Richard Thompson, Ship To Shore. Het algoritme van Spotify bracht me van Thompson via Paul Weller, Bonnie Raitt en een aantal andere artiesten terug naar een bijna vergeten liedje uit de jaren 70.

In die tijd kwam ik vaak via mijn broer Wim in aanraking met goeie muziek. Een van de platen die hij vaak draaide was 461 Ocean Boulevard, het album waarmee Eric Clapton doorbrak als solo-artiest. Het bevat sterke tracks als Bob Marleys I Shot the Sheriff, maar ook een lied dat mij meteen betoverde, ook zonder dat ik tekst echt verstond of begreep: Please Be With Me.

Toen het algoritme mij het nummer vorige week opnieuw voorschotelde, nu in de originele versie van Scott Boyer van Cowboy uit 1971, werd ik onmiddellijk weer geraakt. Ik liet mijn werk op de pc voor wat het was en zat stil te luisteren. Wow. Ditmaal drong ook de tekst tot me door. Please Be With Me is de smeekbede van een man die behoorlijk in verwarring is, hoorde ik.

Het lied deed me denken aan Kikker is verliefd van schrijver-illustrator Max Velthuijs (1923-2005). In dat grappig-ontroerende prentenboek vraagt Kikker zich af wat er met hem aan de hand is: hij moet lachen en dan weer huilen, zijn hart doet steeds boem-boem, hij heeft het warm en dan weer koud. Zijn vriend Varken denkt dat hij kou heeft gevat, maar zijn wijze vriend Haas herkent de symptomen: hier is sprake van een fikse verliefdheid.

De zanger van Please Be With Me is een soort Kikker. Hij twijfelt aan zijn eigen woorden, aan de betekenis van alles, vraagt zich af wie hij is. Maar terwijl hij zich over zichzelf verwondert, dringt ook de waarheid langzaam tot hem door. Hij is tot over zijn oren verliefd. En hoe ontzagwekkend en mooi dat ook is, hij raakt daardoor ook zichzelf kwijt, en nu smeekt hij zijn geliefde: lees mij, vertel me wat ik in mezelf hoop te vinden, blijf bij me. Een prachtige paradox: ik verlies me in jou en jij bent ook degene die me bij mezelf moet terug brengen.

Misschien maakt die paradox Please Be With Me op een subtiele amnier spannend en maakt dat het lied voor mij zo mooi. Maar vermoedelijk hoef je de woorden helemaal niet te begrijpen om je door het lied te laten meevoeren. Je kunt je ook gewoon laten betoveren door de melodie en de dobro van Duane Allman. Zoals met mij 45 jaar geleden gebeurde door de versie van Eric Clapton. En nu weer. Kippenvel.

Albumverjaardag – Layla and Other Assorted Love Songs

1970 was een buitengewoon vruchtbaar jaar voor de popmuziek. Met onder meer Let It Be (The Beatles), Idlewild South (The Allman Brothers Band), Stage Fright (The Band), Déjà Vu (CSN&Y), Ladies of the Canyon (Joni Mitchell) en Moondance (Van Morrison). En dit rijtje jubileumalbums laat zich gemakkelijk uitbreiden. Bijvoorbeeld met Layla and Other Assorted Love Songs van Derek and the Dominos, dat komende maandag 9 november vijftig wordt.

Vanaf 1963 had Eric Clapton (Ripley, 1945) op stormachtige wijze carrière gemaakt in de bluesrockbands The Yardbirds en John Mayall & the Bluesbreakers en in de ‘supergroepen’ Cream (met Jack Bruce en Ginger Baker) en Blind Faith (met Steve Winwood). Claptons ster als sologitarist was op een gegeven moment zelfs zo hoog gerezen dat de slogan ‘Clapton is God’ door een fan op een muur werd gespoten en daarna een heel eigen leven ging leiden – tot ontsteltenis van de muzikant zelf. (meer…)

Het mooiste uitro

liefde-op-het-eerste-gezichtZe zeggen dat de eerste indruk bij ontmoetingen allesbepalend is. Maar andersom is ook waar: het laatste beeld dat je van iemand krijgt, is wat blijft hangen. Hetzelfde geldt voor liedjes. Over de entree van liedjes ging het op dit blog al eerder. Vandaag over de manier waarop het podium verlaten wordt: het uitro.

kwalitaria-1Het uitro lijkt een ondergeschoven kindje. Het begint al bij het woord zelf. Een mix van Latijn en Nederlands, zoiets als Kwalitaria of Doehetzelvia. Het staat niet in Van Dale of Groene Boekje. Zelfs in het Engels is outtro niet officieel erkend. En dan hebben we het nog niet over de spelling waarover we geen keuze willen maken, met één of twee t’s.

Belangrijker: luisterend naar popliedjes dringt zich de gedachte op dat met name het ding zelf niet al te veel aandacht krijgt. Alsof intro en middenstuk zo’n beetje alle creativiteit hebben opgesoupeerd. Globaal zie je slechts vier soorten eindes:

Dat is het zo’n beetje. Veel variatie is er niet in te bekennen. Terwijl de luisteraar wel met dat slotakkoord achterblijft nadat de laatste klanken zijn weggestorven…

the-buoys-give-up-your-guns-roodSoms vormt het uitro echter een belangrijk – zo niet het belangrijkste – deel van een lied. Give Up Your Guns van The Buoys is daar een mooi voorbeeld van. De romantische outlaw-song met zijn rijke strijkerspartijen, in 1972 een behoorlijke hit in ons land, lijkt gemaakt te zijn voor het uitgesponnen uitro met door elkaar heen dwarrelende fluit-, viool- en gitaarpartijen.

hoes-layla-and-other-assorted-love-songsEen ander bijzonder voorbeeld is Layla van Eric Clapton/Derek and The Dominoes uit 1970. Na het intro met de beroemde gitaarriff krijg je eerst een uptempo beginstuk met twee getourmenteerde coupletten en refreinen. Dan, na ongeveer drie minuten, vertraagt de muziek om over te gaan in iets heel anders dat er toch helemaal bij hoort. De piano begint een nieuw akkoordenschema, de jankende slide van Duane Allman valt in en vier minuten lang maakt heftige liefdespijn plaats voor puur instrumentale melancholie. Wow.

Ken je nog meer nummers met bijzondere uitro’s? Deel ze hier op Goeie Nummers.

 

 

JJ Cale – 17e-eeuwer in de Americana

Joost van den VondelTijdens mijn studie Nederlands in de jaren 80 maakte ik schoorvoetend kennis met de literatuur van de 17e eeuw. Het leek me nogal stoffig. Wat bleek? Als je er eenmaal mee bezig was, vond je in de gedichten en toneelstukken van Bredero, Huygens en de grote Vondel alles wat literatuur zo boeiend kan maken: drama, humor, prachtige taal en ontroering.

Een andere eye-opener was dat deze schrijvers uit de Renaissance vooral bezig waren met imiteren. Copyright bestond nog niet; originaliteit was geen belangrijk criterium voor kunstenaars. Dat nabootsen van beroemde klassieke voorbeelden begon met het kennen en opvolgen van de voorschriften van de verschillende literaire genres: translatio (vertalen) en imitatio (creatief bewerken). De schrijver moest eerst leren een tragedie, komedie of epos volgens de regelen der kunst op te zetten. De laatste en moeilijkste stap was de aemulatio: het overtreffen van de grote voorbeelden.

JJ CaleDe in 2013 overleden JJ Cale doet in veel dingen denken aan die 17e-eeuwers. De bescheiden singer-songwriter uit Tulsa, Oklahoma kende de regels van de traditionele Amerikaanse muziekgenres als zijn broekzak, van country en rockabilly tot jazz en blues. Dat hoor je terug in het gemak, de loomheid, de losjes samenhangende ritmes, in de ruimte die zijn muziek altijd ademt.

stoofpotjeMaar Cale deed meer dan alleen de roots-genres volgen. Hij brouwde zijn eigen unieke stoofpotje, waarin hij de bekende stijlen door elkaar klutst terwijl ze toch herkenbaar blijven. Een vuurtje eronder en sudderen maar – dat is aemulatio à la JJ Cale. Zijn voorbeelden overtreft hij door op het juiste moment van de regels af te wijken, zoals in Crazy Mama, een blues die verrast door zijn melodieuze overgang. Of in Anyway The Wind Blows, waarin je blijft wachten op een wending die nooit komt.

The BreezeBij zijn overlijden, zo herinner ik me, was er belachelijk weinig aandacht in de media. Terwijl Cale de loop der popgeschiedenis toch aardig heeft bijgebogen. Misschien was die relatieve stilte voor Eric Clapton en een paar muzikale vrienden reden om een fijne tribute-cd te lanceren: The Breeze. An Appreciation of JJ Cale.

Eric ClaptonEric Clapton, Mark Knopfler, John Mayer, Tom Petty en een paar andere cracks kozen uit Cale’s rijke repertoire zestien goeie nummers en zetten die met veel liefde en respect opnieuw op de plaat. Met het mooiste respect dat je kunt bedenken. Sommige liedjes imiteren de meester zo sterk dat ze nauwelijks van het origineel zijn te onderscheiden, inclusief Cale’s kenmerkende mompelzang. Bij andere liedjes reiken ze vergeefs naar zijn niveau, als om hun nederigheid tegenover het grote voorbeeld te tonen. Maar een enkel nummer is juist net iets strakker, een solo wat puntiger, een groove iets dieper. Clapton & Friends beseften ook dat je de meester pas echt eert door hem hier en daar te overtreffen.