Ilse DeLange

Geveld door de griep

Een week geleden werd ik geveld door de griep, inclusief koorts en zwakke benen, maar sinds gisteren ben ik weer op. In die afgelopen week viel me op hoe vreemd mijn zintuigen reageerden op de ziekte, en wat er veranderde op het moment dat ik begon te herstellen. Alsof de griep niet alleen iets was dat ergens in mijn binnenste huisde, maar vooral ook de buitenwereld op een heel andere manier in mijn systeem liet binnenkomen.

Geuren die normaal prettig zijn, zoals vers gezette koffie, waren misselijkmakend. Eén slokje bouillon voelde als een baksteen op mijn maag. De geluiden die ik hoorde, waren omgeven door een soort korte microfoonruisjes, de stilte ’s nachts kreeg er een soort gesuis in de verte bij. Eén keer hoorde ik zelfs een onverwachte hemelse gong – je zou er bijna van schrikken, zeker zo kort na je 60e verjaardag.

Muziek, toch een van ’s levens grote troosters en helers, kon ik in het begin helemaal niet verdragen. Ik taalde er niet naar. Toen het wat beter ging, waren de staccato bluesy accenten van Tom Waits’ Heart Attack & Vine me al snel te veel. En Lucinda Williams, waarom zong die vrouw zo vlak en nadrukkelijk? En sowieso kon ik geen enkel liedje twee keer horen.

Een ander merkwaardig verschijnsel: het ongewoon lange na-ijleffect van elke sensatie. Na het kijken van een verkiezingsdebat moest ik de hele nacht – notabene om VVD-lijsttrekker Yesilgöz te helpen – scrabble-oplossingen op kiezersvragen neerleggen. Een baklucht van pannenkoeken die in één minuut de slaapkamer binnenkwam bleef 12 uur in mijn neus hangen. Net als de smaak van dat ene slokje bouillon.

Het na-ijleffect deed zich ook bij muziek voor, toen ik daar weer naar kon luisteren. Elk liedje had de neiging een oorwurm te worden. Iets wat je vriendelijk verwelkomt maar waar je niet meer vanaf komt. Mijn gebruikelijke remedie – nieuwe liedjes binnenlaten die de oorwurm het andere oor uitduwen – werkte maar kort, op de een of andere manier dook die plakker steeds weer op.

Een echte remedie vond ik niet. Maar gelukkig doet de tijd zijn werk, in samenwerking met het wonderbaarlijke herstelvermogen van ons lichaam. Muziek wordt gelukkig alweer steeds fijner voor mijn oren. Zo luister ik nu naar een ‘Daily Mix 3’ op Spotify, met veel mooi nieuw werk van Nederlandse artiesten.

Zoals Lightyears Better van Tim Knol, zo’n nummer dat eerst wat onhandig klinkt maar zich geleidelijk steeds prettiger in je systeem nestelt. Een beetje Dire Straits-achtig zelfs, dat had ik nog niet achter de bard uit Hoorn gezocht. Of het aanstekelijke Changing Lanes van Maurice van Hoek. Of It’s So Easy van Dawn Brothers, waarvan de zang zelfs herinneringen durft op te roepen aan The Band. En oké, de laatste: Before The Storm van Bertolf en Ilse de Lange. Vier nagelnieuwe pareltjes van eigen bodem – check ze uit!

De mooiste country-duetten

Ilse%20en%20Waylon2_0

Ilse en Waylon

Op 10 mei 2014 beleefde ik, samen met waarschijnlijk driekwart Nederland, een bijzondere avond. Met dank aan Ilse en Waylon. Bij mij had dat niet alleen met vaderlandsliefde te maken, maar ook met de herinneringen die het prachtige duet van The Common Linnets opriep. Dit Nederlandse duo staat in een lange countrytraditie van Amerikaanse mannen- en vrouwenstemmen die elkaar wonderschoon aanvullen.

hoes Comes A Time van Neil YoungNeil & Nicolette
Neil Young & Nicolette Larson, dat was het duo waar ik het eerst aan moest denken. Wie luistert naar Comes A Time, de countryplaat waarmee Young in 1978 vriend en vijand verraste, hoort dat hun stemmen gewoon voor elkaar gemaakt zijn. Bijvoorbeeld in het bekende titelnummer of in het afsluitende ‘Four Strong Winds’. De nasale, zoekende stem van Young tegen de zuivere, onopgesmukte van Larson. Comes A Time was meteen de zwanenzang van de samenwerking. Young en Larson hadden een relatie, maar die liep al snel stuk. Misschien maakt dat de melancholieke liedjes achteraf nog kostbaarder.

cd BegoniasCaitlin & Thad
Caitlin Cary en Thad Cockrell zijn van recenter datum. Ik zag ze één keer live, een jaar of wat geleden tijdens het Blue Highways-festival in Utrecht. De kleine, dikkige Thad en de lange, nimfachtige Caitlin. Zijn soepele tenor cirkelde heel dicht om haar lichte alt heen. Meestal zong zij de hoogste partij, soms hij. Naast hun fraaie eigen nummers speelden ze een cover waar ik totaal kippenvel van kreeg: ‘Warm & Tender Love’, de grote countrysoulhit van Percy Sledge uit 1966. Cary en Cockrell waren geen stel, maar het is of de duvel ermee speelt – ook zij maakten samen maar één plaat: Begonias (2005).

Gram Parsons Emmylou Harris2Gram & Emmylou
En dan is daar natuurlijk nog het iconische paar uit de alt.country: Gram Parsons & Emmylou Harris. De eerste twee soloalbums van Parsons, GP (1973) en Grievous Angel (postuum, 1974) bevatten hun onvergetelijke duetten. Zijn wat ruwe, dominante stem, omgeven door haar frêle en onnavolgbare melodieën. Door de vroegtijdige dood van Parsons moeten we het met deze twee, inmiddels klassieke, albums doen. Zojuist luisterde ik ‘Love Hurts’ nog eens terug. Word je stil van.

samen maar toch alleen
Wat is het toch aan die tweestemmige man-vrouw-samenzang in de country dat mensen er wereldwijd zo door geraakt worden? Ik denk dat die stemmen zeggen: we zijn samen, maar niet één. We willen het wel, maar het gaat niet. Dicht bij elkaar, toch apart. Het blijft spannend. Te spannend misschien wel om lang te blijven duren.