We zitten in de week van de Nobelprijzen, voor wetenschap, vrede en literatuur. Drie jaar geleden ging ’s werelds meest prestigieuze literatuurprijs voor het eerst niet naar iemand die woorden op papier zet, maar naar iemand die ze zingt: Bob Dylan. Er ontstond meteen gemor want zonder zijn muziek, zo klonk het, zouden zijn woorden niet standhouden, en dus behoorde zijn werk niet tot de literatuur.
Daarna was er nog meer gedoe. De eigenzinnige singer-songwriter reageerde pas na twee weken op de toekenning, ging niet zelf naar de uitreikingsceremonie maar vaardigde punkdichteres Patti Smith af, die in Stockholm vervolgens haperde tijdens het zingen van A Hard Rain’s Gonna Fall. En pas in juni 2017, vlak voor de deadline, volgde Dylans verplichte dankspeech aan het adres van het Nobelcomité, via een opgenomen videoboodschap. Alsof zijn reputatie van grillig rockfenomeen nog bevestiging nodig had. (meer…)
Terwijl een politieagent het verkeer even tegenhield, schoot fotograaf Iain Macmillan snel zes plaatjes van vier mannen die een zebrapad overstaken. Gisteren was het precies vijftig jaren geleden dat deze shoot voor de iconische hoesfoto van de laatste echte Beatles-plaat plaatsvond, en
Talloze mensen hadden zich de afgelopen decennia al op het legendarische zebrapad laten vereeuwigen, en daarin lijkt Abbey Road op Elvis Presley’s Graceland of op het Parijse kerkhof Père Lachaise, waar mensen al sinds de jaren 70 samenkomen bij het graf van de jonggestorven Jim Morrison. En op tal van