Stax

Het swingendste kerstalbum ooit

hoes Merry Christmas Bing CrosbyIn Europa wordt het genre niet heel serieus genomen, maar in Amerika telt een artiest zonder kerstalbum niet echt mee. Van Bing Crosby en Ella Fitzgerald tot Bob Dylan, Sufjan Stevens en vele anderen, ze wijdden allemaal een volledige langspeler aan het onvermijdbare feest in de donkerste dagen van het jaar. Logisch, want zo’n cadeauperiode moet je als artiest nooit laten lopen. Belangrijker nog is dat de muzikant zo onmisbare ceremoniële functie kan vervullen: hij markeert een punt in de alsmaar voortschrijdende tijd en brengt verschillende generaties samen.

hoes It's a Holiday Soul PartyNiet elke geserveerde muzikale kerstmaaltijd is overigens even goed verteerbaar, want mierzoete strijkers en engelachtige koortjes kunnen de pret aardig bederven. Voor mij in elk geval wel. De prijs voor de meest swingende en opwekkende kerstplaat aller tijden moet in elk geval gaan naar het album It’s a Holiday Soul Party van Sharon Jones & the Dap-Kings.

rikers islandSharon Jones (1956-2016), opgegroeid in de Newyorkse wijk Brooklyn, brak pas door op haar 40 door nadat ze onder meer de kost had verdiend als gevangenbewaarder op Rikers Island. Die ommekeer kwam toen ze werd ontdekt door de old school soulband die zou uitmonden in de Dap-Kings (en die Amy Winehouse onder meer zouden begeleiden op ‘Rehab’).

Sharon JonesIn 2002 verscheen het debuutalbum Dap Dippin’ with Sharon Jones and the Dap-Kings, stevig geworteld in de soul- en funktraditie van de jaren 60, begin 70. Denk aan de sound van het roemruchte Stax-label, met artiesten als Carla Thomas, Otis Redding en Sam & Dave: een hechte ritmesectie, vette blazers, een Steve Cropper-gitaartje en gloedvolle koortjes, en een leadzangeres die je onweerstaanbaar meesleurt door alle hoogte- en dieptepunten van het menselijk bestaan.

Sharon_Jones_and_the_Dap_Kings_-_Group_Shot_by_Jacob_BlickenstaffDeze aanpak hanteerden Jones en haar Dap-Kings gelukkig ook op It’s a Holiday Soul Party, hun 7e album inmiddels. Soul zoals soul bedoeld is – zelfs de verplichte tamboerijns en kerstklokjes hangen precies op de juiste plek tussen bekkens en koper. Een fraaie bluesy kerstsong als Please Come Home For Christmas van Charles Brown uit 1960 wordt liefdevol opnieuw opgetuigd. Ain’t No Chimneys In The Projects plaatst de kerstgedachte in een actuele maatschappelijke context en uitgerekend het afgekloven White Christmas komt als herboren uit de soulwasstraat.

soulfeest jaren zeventigIs het retro? Ik denk het wel. Is dat erg? Helemaal niet. Sharon Jones & the Dap-Kings toveren de knusse maar ook wat benauwende kerstdagen moeiteloos om in een dampend feest dat je ziel en je lijf alle hoeken van de kamer laat zien. Dat is nog eens een ander soort kerstfeest. Check ‘em out.

Namedropping: ‘Sweet Soul Music’ van Arthur Conley

Arthur Conley hoesEen klein maar bijzonder hoekje in de popmuziek is gereserveerd voor nummers waarin andere popartiesten worden genoemd. Deze vorm van ‘namedropping’ kan mij vaak erg bekoren. In een liedje werkt het vaak goed, als een verrassende knipoog of als oprecht eerbetoon. Daarom ga ik in Goeie Nummers de komende tijd af en toe een ‘namedropping’-nummer onder de loep nemen. Als je een suggestie hebt – laat het me weten!

Een van de ultieme nummers in dit mini-genre – misschien ook een van de vroegste – is het opzwepende ‘Sweet Soul Music’ van Arthur Conley uit 1967. Je weet wel, van ‘Do you like good music? Yeah yeah. Sweet soul music? Yeah yeah.’ En van ‘spotlight on James Brown, spotlight on Wilson Picket’. En anders herinner je je de strakke blazersriff vast wel: tehhh-tetetete-tète tete… tehhh-tetetete- tète te.

packshot Een soulman in de AchterhoekIn het boekje Een Soulman in de Achterhoek gaat journalist John Schoorl in 2000 op bezoek bij Arthur Conley, die dan al twintig jaar min of meer anoniem op het Nederlandse platteland woont. De zanger, dan 54, doet Schoorl uit de doeken hoe de wereldhit destijds tot stand kwam. De basis was een nummer van zijn held Sam Cooke (1931-1964), ‘Yeah Man’. Conley herschreef het samen met zijn grote voorbeeld en leermeester Otis Redding tot ‘Sweet Soul Music’. Zoiets was toen niet ongebruikelijk, er zaten nog niet overal advocaten bovenop.

otis reddingOtis Redding was de grote ster van het legendarische Stax-label uit Memphis waarbij ook Carla Thomas, Eddie Floyd en Booker T. & The MG’s onder contract stonden. De reeks namen van zwarte soulsterren in het nummer – ook Sam & Dave en Lou Rawls kwamen voorbij – had alles te maken met de verhouding tussen Otis Redding en de platenbazen, vertelt Conley.

Die opsomming was namelijk een soort promotiestunt voor de eigen muziekproductiemaatschappij die Redding wilde oprichten. The Big O. had er genoeg van afhankelijk te zijn van blanke platenbazen en muziekuitgevers die rijk werden over de ruggen van hardwerkende zwarte artiesten. Hij wilde zelf de controle hebben en een ‘brown-eyed people-entertainment-industry’ oprichten. Niet meer knecht zijn, maar eigen baas.

Martin Luther King met publiekDe single ‘Sweet Soul Music’, waarvan wereldwijd meer dan een miljoen exemplaren werden verkocht, is dus meer dan alleen een lekkere groove om op uit je dak te gaan. Het is een statement dat naadloos aansluit bij de Amerikaanse burgerrechtenbeweging van die tijd. Wat Martin Luther King deed met zijn toespraken, deed Conley met zijn buigzame stem. ‘Sweet Soul Music’ en ‘I have a dream’ liggen niet zo ver van elkaar.

packshot Sweet Soul MusicWie meer wil weten over de relatie tussen soul en zwarte burgerrechten, leze het boek Sweet Soul Music. Rhythm and Blues and the Southern Dream of Freedom (1986) van Peter Guralnick, met boeiende portretten van soulsterren als Solomon Burke, James Brown, Percy Sledge en Aretha Franklin.

En hoe het Arthur Conley verder verging? Na het tragische vliegtuigongeluk waarbij Otis Redding eind 1967 omkwam, kon hij zijn draai in de muziekbusiness niet goed meer vinden. Hij week uit naar Europa; eerst Brussel, toen Amsterdam en ten slotte Ruurlo (Gelderland). Hij overleed er in 2003 en werd begraven in het nabijgelegen Vorden.