Een heel mensenleven vangen in een liedje – kan dat? De Amerikaanse singer-songwriter Slaid Cleaves komt in elk geval een heel eind. Zijn liedjes passen in de Amerikaanse literaire traditie van de short story, waarin je als lezer voor korte tijd in de huid van een ander mens kruipt. Met een snelle duik in dat leven, een uitsnede als het ware, leer je (een deel van) zijn geschiedenis kennen, zijn worsteling, zijn hoop – net genoeg om het met je eigen verbeelding te kunnen aanvullen.
Volgens de definitie van Edgar Allan Poe, de ‘oervader’ van het genre, is de leestijd van zo’n kort verhaal een halfuur tot maximaal twee uur – Slaid Cleaves is een stuk efficiënter. Hij heeft gemiddeld maar een minuut of drie nodig. Zo snel zit je erin en leef je mee met zijn ploeteraars, achterblijvers en pechvogels – want winnaars kom je in zijn liedjes zelden tegen. Gelukkig dragen Cleaves’ anti-helden hun lot doorgaans met zo veel waardigheid en humor dat je er als luisteraar een opgewekt gevoel aan overhoudt.
De bescheiden Cleaves (Maine, 1964), uit alt.country-mekka Austin, Texas, is al meer dan twintig jaar bezig. Zijn achtste studioalbum, het onlangs verschenen Ghost on the Car Radio, toont opnieuw zijn klasse: twaalf compacte roots-liedjes, geworteld in folk en country, maar soms ook verrassend poppy, zoals in het Beatle-eske So Good To Me.
Tekstueel bewijst Cleaves zijn meesterschap met zinnen als ‘I don’t need to watch the news to understand how this world’s been shaped by a drunken barber’s hand’ (Drunken Barber’s Hand) of ‘They’’ll cut down the trees and name the new streets hickory, walnut and pine’ (Hickory). En het lijkt hem allemaal zo gemakkelijk af te gaan. Zijn zinnen vallen bijna achteloos in het ritme van zijn liedjes, als de tred van een paard, en ze lijken alleen per toeval te rijmen.
Nadrukkelijker dan op zijn eerdere albums dringt het achterland van het huidige Amerika zich op Ghost on the Car Radio naar de voorgrond. Het land van de Trump-stemmers, zeg maar. ‘Little Guys’ portretteert een pompbediende-garagehouder die het moderne jachtige bestaan niet meer kan bijbenen. In het samen met zijn oude makker Rod Picott geschreven Take Home Pay ontmaskert Cleaves de Amerikaanse droom: ‘Everyone knows what the catch is, it’s all about the take home pay’. Cleaves weet al deze droefenis draaglijk te houden met zijn aangename, licht-klaaglijke stem.
In de alt.country zijn meer sterke verhalenvertellers met een gitaar te vinden, zoals Steve Earle, Guy Clark en Townes van Zandt. Artiesten die een stuk bekender zijn dan Slaid Cleaves. Maar in kwalitatief opzicht kan hij zich met die grote namen meten. Met korte-verhalenschrijvers als Raymond Carver en James Salter ook, trouwens. Check him out.
De wegen van de popmuziek zijn ondoorgrondelijk. Jarenlang hoorde je niks of weinig van hem, maar de laatste tijd is Bill Withers helemaal terug. Niet zozeer de man zelf – Withers, 78 inmiddels, leeft ergens in stilte – maar zijn muziek. Die beleeft een heuse comeback zonder dat er een grote marketingcampagne aan te pas is gekomen. Dat heeft die muziek ook helemaal niet nodig.
In de jaren 70-80 was William Harrison “Bill” Withers (West-Virginia, 1938) een graag geziene gast in de hitlijsten, met nummers als
In de vorige maand uitgezonden NPO Radio 2 Soul & Jazz Lijst (voorheen De Zwarte Lijst) met tweehonderd goeie nummers duikt Withers maar liefst vijf keer op. Bovendien onthult een blik op de website
Misschien komt het doordat de zwarte singer-songwriter pas in 2015 werd opgenomen in de Rock ’n Roll Hall of Fame. Voor veel artiesten is die late erkenning misschien een extra reden om zijn werk in hun eigen repertoire op te nemen. Maar het werk zelf biedt er natuurlijk ook alle reden toe.
Withers’ songs dringen altijd diep door in lichaam en ziel. Meteen. Met zijn pompende grooves en borende stem. Neem alleen maar een songtitel als ‘Who Is He And What Is He To You?’ Bob Dylan zou zeker acht coupletten van twaalf regels nodig om hebben hetzelfde te zeggen. ‘Use Me’, ook zo lekker kernachtig: ‘Keep on using me, until you use me up’, op die repeterende monotone riff die de mix van genot en uitzichtloosheid perfect uitdrukt.
Mogelijk draagt ook Spotify bij aan Withers’ hernieuwde populariteit. Want hij is zo iemand op wiens albums best een waarschuwingssticker zou mogen prijken: geniet, maar consumeer met mate. Als je een heel album van hem achter elkaar beluistert wil je ziel gewoon graag weer even vrij zijn. De uitvinding van het streamen helpt daarbij. Luister maar naar de bovengenoemde
Afgelopen zaterdag overleed weer een grote rockmuzikant. Nu Gregg Allman, 69 jaar oud. We wennen er al aan, zo lijkt het. Misschien scheelt het ook als je wist dat de zanger-toetsenist al eens een levertransplantatie onderging. Maar toch. Met Allman gaat een van de grootste rockzangers verloren, en de enige nog levende peetvader van de
De Allman Brothers Band, aangevoerd door Greggs broer Duane op slidegitaar, waren tot begin jaren 70 een zoekende rockband, tot ze hun roots ontdekten: blues en country, die ze vervolgens combineerden met stevige rock en een vleug jazz. In korte tijd groeide de dynamische band uit tot een live-sensatie: twee drummers, stuwende bas, twee virtuoze gitaristen die virtuoos en langdurig duelleerden maar ook subtiel konden samenspelen – met een repertoire van sterke zelfgeschreven nummers en goedgekozen bluescovers. Dat was niet eerder zo vertoond.
Naast Duane’s slide – en zonder de andere bandleden tekort te willen doen – was Greggs stem voor mij de absolute trekker in de muziek van de Allmans. Grommen en uithalen, dat kon-ie, maar ook binnen één regel overschakelen naar melodieus en klaaglijk. Groot en klein. Bravoure en kwetsbaarheid. Luister maar eens naar
Met drie klassieke albums – The Allman Brothers Band, Idlewild South en vooral Live At The Fillmore East – veroverden de Allmans een definitieve plek in het pantheon van de popmuziek. Zozeer zelfs dat de band de voortijdige dood van leider Duane in 1974 overleefde en tot een paar jaar geleden bleef toeren en platen maken. Geen discussie – de Allmans waren gewoon de beste van alle, vaak steengoeie, bands die tot op de dag van vandaag onder de vlag van de Southern Rock acteren.
Het hoofdstuk Allman Brothers mogen we nu als gesloten beschouwen. Na meer dan veertig jaar is Gregg zijn oudere broer achterna gegaan. We gaan hem missen. R.I.P. Midnight Rider.