
Een paar weken geleden passeerden op Goeie Nummers verschillende popnummers met bijzondere middle eights. Toen ging het over tussenstukken met zang – de meest voorkomende soort in de popmuziek – vandaag over hun instrumentale tegenhangers. Liedjes waarin de gezongen coupletten en refreinen worden afgewisseld met een gedeelte waarin de artiest van het gebaande pad afwijkt, met vaak een solo-instrument zoals gitaar of saxofoon in de hoofdrol.
Het instrumentale tussenstuk is vaak een waar kunststukje, meer nog dan de gezongen variant. Opvallende akkoordenreeksen, modulaties, tempowisselingen soms zelfs. Het verrassingseffect is groter – alsof je in de bus zit en de chauffeur opeens besluit van de vaste route af te wijken: een omweg met als doel de passagiers iets moois of uitzonderlijks te laten zien. En jij, overgeleverd aan de muziek zoals aan de chauffeur van de snelbus, moet gewoon mee.
Welke passage mag aanspraak maken op de titel Mooiste Instrumentale Tussenstuk? De eerste plek om te zoeken is natuurlijk Steely Dan. De muziek van het eigenzinnige duo Walter Becker en Donald Fagen blinkt uit in jazzy vernuft, zoals blogger Marco Raaphorst me onlangs in herinnering bracht. Raaphorst roemt het tussenstuk in Black Cow van Aja uit 1977, maar van datzelfde album kunnen we ook rustig de titeltrack, Deacon Blues en Home At Last noemen. Vier keer maar liefst zie je op Aja opeens een onbekend landschap achter de ramen voorbijtrekken in onvergetelijke middle sixteens of middle thirty-two’s, want voor minder deden Becker en Fagen het niet.
Een ander voorbeeld trof ik, enigszins tot mijn verrassing, aan in de folkpop uit mijn jeugdjaren. In 1976 had Al Stewart een behoorlijke hit met The Year of the Cat. Ik ken dit nummer al heel lang, maar gek genoeg had ik het bijzondere intermezzo van de Britse singer-songwriter tot nu toe nooit bewust waargenomen. Tot 2:37 stuurt het melodieuze nummer je comfortabel over een goed geasfalteerd landweggetje. Dan, midden in zijn gitaarsolo, brengt Stewart de bus met een merkwaardig akkoord zowat tot stilstand, om in een andere richting weer op te trekken en na een heuvel en een bocht toch op het gewone traject terug te komen. Briljant.
De soul uit de sixties en seventies bevat ook interessante instrumentale tussenstukken. Een van de bekendste is Marvin Gaye’s What’s Goin’ On van het gelijknamige classic album uit 1971. Na het tweede refrein volgt een afwijkend akkoord dat de luisteraar in een andere, hogere sfeer brengt, dan nog een keer en nog een keer. Helemaal zangloos is het tussenstuk overigens niet, maar de scattende Gaye gebruikt zijn stem als een instrument, dus dan mag het toch meetellen. Onlangs stuitte ik op deze liveopname van What’s Goin’ On die ik nooit eerder had gezien en gehoord – zeer de moeite waard.
En dan het liedje met de – in mijn ogen – mooiste instrumentale middle eight: Respect. In 1967 besloot Aretha Franklin deze hit van haar mannelijke collega Otis Redding te coveren, ironisch genoeg zonder al te veel respect. Want haar uitvoering werd een tijdloos anthem waar het toch niet misselijke origineel van Redding voor altijd bleekjes bij zou afsteken. Luister maar, en let dan speciaal op dat tussenstuk.
Franklin is vanaf het begin op haar allerfelst, ze spuwt de woorden er bijna uit in de richting van haar minnaar: ‘What you want, baby I got it / What you need, you know I got it.’ De onderhandelingspositie is duidelijk: voordat hij iets van haar krijgt, moet hij eerst maar eens wat respect tonen. En zo gaat het door, in een moordend doorstoempend ritme dat de toegezongene naar adem doet happen.
En dan, op 1:15, na het derde refrein, neemt Respect een onverwachte afslag. Maar niet om even gas terug te nemen, integendeel. Saxofonist King Curtis trekt de volgende acht maten helemaal naar zich toe in een ultrakorte maar epic solo waarin de intensiteit alleen maar toeneemt. Als in een achtervolging in The Blues Brothers vliegen we met de hele bus in volle vaart over de wijd openstaande brug om daarna in een nog hogere versnelling verder te racen over de snelweg, het stuur inmiddels weer stevig in handen van mevrouw Franklin. Respect. Diep respect.