Liefde op het eerste gehoor

Sommige artiesten dringen pas na lange tijd tot je hart door. Andere grijpen je meteen bij de kladden, meteen de eerste keer dat je ze hoorde. Je wordt van de sokken geblazen. Staat in vuur en vlam. Zoiets heb je nog nooit gehoord. Wat ís dit? Hoe kan dit er zijn? Is er nog meer van?

Vaak houdt de artiest levenslang een speciaal plekje in je hart, want iets van de eerste keer blijft altijd hangen. Bij mij tenminste wel. Als ik denk aan de keren dat dit fenomeen mij te pakken kreeg, komt als eerste Sultans of Swing van Dire Straits bij me op. Het was 1978 – ik was veertien, de meest ontvankelijke leeftijd voor muziek – toen het nummer van Mark Knopflers band de Nederlandse hitparade binnenkwam.

Bij het horen van Sultans of Swing was ik meteen verkocht. Dat geluid, zo ingetogen en tegelijk opwekkend, die perfect zingende gitaar in antwoord op de binnensmonds pratende zanger, die mysterieuze sultans. Ik schakelde de uitgang van mijn stereo-installatie om naar de speakers op de kamer mijn broer – ik zie het metalen kastje met de schakelaars opeens weer voor me – om samen min of meer sprakeloos naar het nummer te luisteren. Zo vaak als we konden, net zolang tot we alle gitaarlicks én de solo konden meezingen.

Een andere artiest die me in diezelfde periode meteen bij de strot greep was Graham Parker & the Rumour. Mede omdat zijn live-versie van Pourin’ It All Out in het legendarische VPRO-radioprogramma Amigos de Musica werd voorafgegaan door een droog-ronkende introductie die begon met: ‘Hij is buitengewoon klein, draagt immer een zwarte zonnebril en heeft zich omringd door een aantal van Groot-Brittannië’s beste popmusici. […] Graham Parker & the Rumour!’ En dan kwam meteen dat stomende rocksoulnummer, dat voor mij één brok terechte boosheid en bevrijdendende roes vertegenwoordigde.

Mijn grootste liefde op het eerste gehoor ging gepaard met een dosis wanhoop. Misschien droeg dat wel bij aan het effect. In het voorjaar van 1979 hoorde ik op de radio, terwijl ik ongeconcentreerd over mijn huiswerk gebogen zat, weer een nummer dat me van de sokken blies. De afwisseling van punky rock en reggae was vreemd en verslavend, de hoge schorre zang sneed als een mes door mijn ziel, en de regels “But I just can’t convince myself I couldn’t live with noone else” bezorgden me kippenvel.

Maar het was of de duivel ermee speelde: elke keer als ik wilde horen hoe het nummer en de act heetten – Shazam en tracklists bestonden nog niet – miste ik de afkondiging, kwam er net een jingle tussendoor of begon de dj over iets anders. Gekmakend was het. Alles ontglipte me, net zoals in het nummer de liefde de zanger ontglipt. Ten einde raad zong ik het lied voor aan mijn vrienden, maar mijn dappere poging deed nergens een belletje rinkelen.

Uiteindelijk kwam ik er toch achter dat het ging om So Lonely van The Police. Hun eerste single, afkomstig van hun debuutalbum Outlandos d’Amour, waarvan later nog prachtnummers Roxanne en Can’t Stand Losing You op single zouden worden uitgebracht. Het Britse trio bracht daarna nog veel moois uit, zoals Message In a Bottle en Every Little Thing She Does Is Magic. Geen ervan kon bij mij ooit nog inslaan zoals So Lonely dat had gedaan. Dat is liefde op het eerste gehoor.

Welke band blies jou van de sokken toen je ze voor het eerst hoorde?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s