tussenstuk

Het mooiste instrumentale tussenstuk

Een paar weken geleden passeerden op Goeie Nummers verschillende popnummers met bijzondere middle eights. Toen ging het over tussenstukken met zang – de meest voorkomende soort in de popmuziek – vandaag over hun instrumentale tegenhangers. Liedjes waarin de gezongen coupletten en refreinen worden afgewisseld met een gedeelte waarin de artiest van het gebaande pad afwijkt, met vaak een solo-instrument zoals gitaar of saxofoon in de hoofdrol.

Het instrumentale tussenstuk is vaak een waar kunststukje, meer nog dan de gezongen variant. Opvallende akkoordenreeksen, modulaties, tempowisselingen soms zelfs. Het verrassingseffect is groter – alsof je in de bus zit en de chauffeur opeens besluit van de vaste route af te wijken: een omweg met als doel de passagiers iets moois of uitzonderlijks te laten zien. En jij, overgeleverd aan de muziek zoals aan de chauffeur van de snelbus, moet gewoon mee.

(meer…)

Het mooiste tussenstuk

Sommige muziekjournalisten noemen het de ‘middle eight’, acht maten in een popliedje die afwijken van de coupletten en refreinen, meestal na het tweede refrein. Ikzelf gebruik door gewenning altijd het minder elegante woord ‘tussenstuk’. Een vaak aangehaald voorbeeld is het stukje in We Can Work It Out (Beatles) dat begint met ‘life is very short and there’s no time’ (op 0.43) of het complexe middengedeelte van Good Vibrations (Beach Boys) dat eindigt met een langgerekt ‘aaaaahhhhh’.

Het tussenstuk is een element in popsongs dat mij steeds dierbaarder wordt, waarschijnlijk omdat het ook steeds schaarser wordt. Wie naar de huidige hitparade luistert, kan er lang en vergeefs naar zoeken. Maar ook in recent werk uit de alternatieve pophoek – ik noem een Big Thief, een Arcade Fire of een Beach House – tref je het kleinood nauwelijks nog aan. Zou het kunnen dat het tussenstuk op weg is naar de uitgang?

(meer…)