Steely Dan

Het mooiste instrumentale tussenstuk

Een paar weken geleden passeerden op Goeie Nummers verschillende popnummers met bijzondere middle eights. Toen ging het over tussenstukken met zang – de meest voorkomende soort in de popmuziek – vandaag over hun instrumentale tegenhangers. Liedjes waarin de gezongen coupletten en refreinen worden afgewisseld met een gedeelte waarin de artiest van het gebaande pad afwijkt, met vaak een solo-instrument zoals gitaar of saxofoon in de hoofdrol.

Het instrumentale tussenstuk is vaak een waar kunststukje, meer nog dan de gezongen variant. Opvallende akkoordenreeksen, modulaties, tempowisselingen soms zelfs. Het verrassingseffect is groter – alsof je in de bus zit en de chauffeur opeens besluit van de vaste route af te wijken: een omweg met als doel de passagiers iets moois of uitzonderlijks te laten zien. En jij, overgeleverd aan de muziek zoals aan de chauffeur van de snelbus, moet gewoon mee.

(meer…)

R.I.P. Walter Becker

Steely Dan 2Een onaantastbare twee-eenheid vormden ze. Walter Becker en Donald Fagen. Altijd in die volgorde. Maar nu dus niet meer. Afgelopen zondag overleed Walter Becker, 67 jaar oud. Samen met Fagen was hij in Steely Dan vanaf begin jaren zeventig verantwoordelijk voor een uniek geluid: een vernieuwende mix van pop, jazz en funk, met cryptische teksten die volop ruimte lieten voor interpretatie. Uitgevoerd door topmuzikanten in topstudio’s.

Do It Again en Rikki Don't Lose That NumberSteely Dan onttrok zich aan alle etikettering. Hoewel het lekker in het gehoor lag – luister maar eens naar Do It Again of Rikki Don’t Lose That Number – was het geen gemakkelijke muziek. Akkoorden en melodieën waren geraffineerd en onvoorspelbaar. De teksten, vol obscure verwijzingen en cynische humor, hielden je op het puntje van je stoel. In de woorden van collega-artiest Rickie Lee Jones: ‘They were the first to make intelligent music cool.’

marx brothersBecker en Fagen ontmoetten elkaar in hun studententijd eind jaren zestig. Geen Ze deelden een liefde voor soul, Chicago blues en jazz (dwz de jazz van vóór de mid-sixties), en voor de Marx Brothers, science fiction, Nabokov, Kurt Vonnegut en de films van Robert Altman. Volgens de mores van de tijd zetten ze zich daarmee af tegen hun opvoeding. Wel bijzonder is hoe ze al die invloeden – de muzikale, literaire én cinematografische – in onvergetelijke popsongs wisten te gieten.

Steely Dan ca 2000Bij artiestenduo’s is de buitenwacht vaak nieuwsgierig naar de rolverdeling, de onderlinge krachtsverhoudingen. Maar daarvoor kwam je bij Becker en Fagen van een koude kermis thuis. Op het podium en in de liner notes herkenden we natuurlijk Fagen op zang en toetsen en Becker op gitaar en/of bas. Maar wie precies wat deed bij het schrijven van de nummers of in de studio, daar deden de twee altijd vaag over, net zoals ze hun eigen zieleroerselen tegenover de buitenwereld doorgaans in een nevel van wisecracks verborgen.

hoes Gaucho van Steely DanOver conflicten hoorden we evenmin iets. Ook niet toen het tweetal na hun zevende studioalbum Gaucho (1980) uit elkaar ging. Pas later werd duidelijk dat Beckers zware drugsverslaving in die tijd een wissel op de samenwerking trok. Het legendarische perfectionisme van Becker en Fagen – waarmee ze een standaard neerzetten die tot op de dag van vandaag voor veel collega’s een heilige graal is – spreekt wat dat betreft boekdelen. Je moet wel echt goede vrienden zijn om zo samen te kunnen werken.

Walter Becker2Bij mij duurde het een tijd voordat Steely Dan aansloeg. De muziek was moeilijk te plaatsen. En week nogal af van de folk, country-rock en pubrock waar ik vooral naar luisterde. Het was jazzy, en soms leek het op disco, zoals Josie, en dat was dus Fout. En net als veel anderen was ik gewoon een beetje bang van die mannen. Een schoolvriend omschreef Becker als ‘die kale met dat lange haar’. Brrr.

hoes Everything Must Go van Steely DanBegin deze eeuw kwam het tweetal weer bij elkaar. Ze maakten twee studioalbums, Two Against Nature en Everything Must Go, goede platen die volgens de meeste critici echter niet konden tippen aan hun oudere werk. Op mijn persoonlijke Steely Dan-playlist prijken echter verrassend veel tracks van die twee platen. Ze funken bijvoorbeeld beter dan ooit, bijvoorbeeld in naar Jack of Speed, met geweldig blazerswerk. Of naar deze hele show. Misschien is het tijd voor herwaardering van die periode. Zeker nu we weten dat er geen nieuw studiowerk meer komt.

Walter BeckerWalter Becker was bovenal het meest onwaarschijnlijke rolmodel dat je je kunt voorstellen. Hij had een moeilijke jeugd, was introvert en niet knap. Maar intelligent, muzikaal en humoristisch was hij wel. En door zich daarop te focussen kreeg hij erkenning, werd hij rijk en beroemd. Zo bracht hij hoop in de levens van talloze verlegen nerds op deze aardbol, alsof hij zei: Kijk eens wat je tot stand kunt brengen. Niet door vooraan te gaan staan en een fraai masker op te zetten, maar door de muziek te maken die je zelf mooi vindt. Muziek die voortleeft als je er zelf niet meer zult zijn.

Walter Becker heeft laten zien dat dat kan. Daar mogen we hem eeuwig dankbaar voor zijn. En voor zijn muziek natuurlijk.

Kippenvel – ‘Babylon Sisters’ van Steely Dan

Steely DanSommige mensen hebben niets met Steely Dan. Ze vinden de complexe jazzy funkpop van Donald Fagen en Walter Becker koud en gevoelloos, en hebben het over ‘zielloos gefreak’. Nou vind ik het altijd moeilijk te begrijpen als mensen mijn muzieksmaak niet delen, maar in dit geval helemaal. Luister dan toch eens naar een nummer als Babylon Sisters, zou ik ze willen toeroepen.

GauchoBecker en Fagen, die al de naam hadden niet snel tevreden te zijn, sloegen bij de opnames van hun zevende studioalbum Gaucho (1980) een beetje door. Een lange stoet gerenommeerde sessiemuzikanten trok voorbij om de complexe composities van het tweetal in te spelen. Het al niet geringe opnamebudget werd fors overschreden. Het verhaal gaat dat zanger Donald Fagen in de studio in Los Angeles eindeloos aan de mix van openingstrack ‘Babylon Sisters’ bleef schaven en pas bij de 274e versie content was. Terug in zijn woonplaats New York hoorde hij toch nog een basnoot die hem niet beviel, waarop hij terugvloog naar LA om het ongerechtigheidje te repareren. Alsof zijn reputatie nog bewijzen nodig had.

BabylonNet als de rest van Gaucho ademt ‘Babylon Sisters’ decadentie. De tekst is cryptisch, stijlvol, levensmoe en vaag dreigend. Volgens sommige mensen gaat het over een man die een zwoele autorit langs de Californische kust maakt in het gezelschap van een of meer dames van lichte zeden en zich onderwijl realiseert dat hij te oud wordt voor dit soort oppervlakkige uitspattingen.

Bernard PurdieEen verheffende moraal is dan wellicht moeilijk te vinden, ‘Babylon Sisters’ is wel spannend vanaf de eerste tel. Het moet te maken hebben met de combinatie van het reggae-ritme met de fameuze shuffle van drummer Bernard Purdie. En met de manier waarop wrange, bluesy klanken steeds weer verrassend oplossen in harmonieuze akkoorden. En met de dreigend aanzwellende blazers, en met … nou ja, wat dan ook.

Becker en Fagen2.pngIn de liedjes van Becker en Fagen hoor ik vooral het rusteloze zoeken naar een vorm, een stijl, die de zwaartekracht van het leven kan opheffen. Het personage in ‘Babylon Sisters’ houdt zichzelf willens en wetens voor de gek (‘Tell me I’m the only one’) en kijkt vanaf een peilloze hoogte op zichzelf neer. Het is weliswaar niet meer in de mode, maar ik vind deze superieure ironie een verademing tussen alle romantische clichés in de popmuziek .

Bach_faceIn die 275e mix van ‘Babylon Sisters’ komt alle muzikale bezetenheid van Steely Dan eruit. Het nummer kan voor mij tippen aan de meest ontroerende passages van Mozart en Bach. Waar een ander bij Steely Dan misschien kilheid ervaart, hoor ik vooral liefde. En krijg ik kippenvel.

Albumverjaardag – The Nightfly van Donald Fagen

Donald Fagen hoes The NightflyVandaag is het precies 32 jaar geleden dat Donald Fagens The Nightfly verscheen. Destijds, in 1982, waren de meningen over het eerste soloalbum van de zanger-toetsenist van Steely Dan nogal verdeeld. Die van mijzelf trouwens ook, herinner ik me: ‘mooi, maar veel te glad’ – in dat soort categorieën dacht ik als 19-jarige. Het album bleef in de schaduw hangen van erkende Steely Dan-klassiekers als Aja (1977) en Gaucho (1980). Ten onrechte. Want The Nightfly is zo’n plaat die elk jaar mooier wordt.

The Nightfly is een conceptalbum in de beste betekenis van dat beladen woord: een verzameling liedjes die één thema speels en van verschillende kanten benadert. In een krappe 39 minuten brengt Donald Fagen (Passaic, New Jersey, 1948) een hele verdwenen wereld tot leven: die van een Amerikaanse tiener die eind jaren ’50 gegrepen wordt door de (jazz)muziek, de beat-poets en het verlangen naar het spannende leven dat hem over een paar jaar te wachten staat. Ook de muziek op het album ademt helemaal de sfeer van die tijd, bijvoorbeeld het swingende Ruby Baby (een cover van Leiber en Stoller), het jazzy ‘Walk Between the Raindrops’ en ‘Maxine’, met zijn vijfstemmige zangpartijen. Ondertussen is de digitale productie van begin jaren ’80 strak en modern – anno 2014 klinkt de plaat nog steeds fris en lekker.

IgylogoI.G.Y. is het bekendste nummer. Dit International Geophysical Year is niet verzonnen; dit was een internationaal wetenschappelijk project uit 1957-1958 dat beoogde de wereld te verbeteren door middel van de techniek. Met de ontnuchterende kennis van de voorafgaande 25 jaar kijkt de zanger in dit nummer terug op dat naïeve optimisme. Maar niet cynisch. De volwassen Fagen veroordeelt zijn jeugdige alter ego niet. Dat het mooie van The Nightfly: nostalgie en ironie houden elkaar perfect in evenwicht.

Donald Fagen als jonge jongenHet is waarschijnlijk ook Donald Fagens meest persoonlijke album. Bij Steely Dan verschansten hij en zijn muzikale partner Walter Becker zich achter een façade van cryptische songteksten en schimmige antwoorden in interviews. In de liner notes van The Nightfly schrijft Fagen echter dat de liedjes een weergave zijn van ‘certain fantasies that might have been entertained by a young man growing up in the remote suburbs of a northeastern city during the late fifties and early sixties, i.e., one of my general height, weight and build’. Voor Fagens doen ongehoord expliciet.

Donald Fagen nuNa The Nightfly maakte Fagen nog drie soloalbums: Kamakiriad (1993), Morph the Cat (2006) en Sunken Condo’s (2012). Stuk voor stuk geweldige platen, luister/kijk maar eens naar Wheather in My Head. Maar toch, geen daarvan haalt het voor mij bij zijn eersteling. Soms lijkt het of de zanger zich na The Nightfly liever weer terugtrok in zijn comfort zone. Jammer, maar bij nader inzien volkomen logisch. Zo’n album maak je maar eens in je leven.

Meer weten? Lees dit boeiende Engelstalige artikel uit 2007 naar aanleiding van de jubileumeditie van The Nightfly.