Een grote broer hebben heeft veel voordelen, dat blijkt ook uit onderzoeken. Hij beschermt je tegen pestkoppen op het schoolplein. Hij maakt voor jou in het gezin de weg vrij op het gebied van uitgaan, drinken en aanverwante zaken. Volgens onderzoek uit 2015 helpt hij je zelfs bij het ontwikkelen van je inlevingsvermogen, altruïsme en gehoorzaamheid. Het gekke is dat in die studies iets heel belangrijks steeds wordt vergeten: een oudere broer leert je ook wat goede muziek is.
Ik kan het weten. In de zomer van 1976 was ik twaalf (‘bijna dertien’) en mijn broer Wim vijftien. Hij lag qua ontwikkeling op alle fronten meerdere lichtjaren op mij voor, daar kan iedereen zich wel iets bij voorstellen. En naast broederliefde was er natuurlijk ook lichte rivaliteit – denk aan Kaïn-Abel, Jakob-Esau, Noel-Liam – dus ik probeerde in de daaropvolgende puberjaren uit alle macht aan te haken en de afstand te overbruggen. Het voornaamste middel daarvoor was de popmuziek. (meer…)
Gouden platen, awards, tribute-albums, een rits tijdloze liedjes die mensen troost en inspiratie blijven bieden – na de dood van een artiest wordt dat alles een paar dagen later in de krant teruggebracht tot maximaal vierhonderd woorden. Zelfs een imposant artiestenleven lijkt dan zo futiel, bijna zinloos – en het leven van ons gewone stervelingen en passant nog meer. Dat gevoel kreeg ik vorige week toen ik de necrologieën las van Bill Withers, die op 30 maart op 81-jarige leeftijd overleed.
De Volkskrant
In deze coronatijd moeten we vanwege de ‘intelligente lockdown’ heel wat moeilijke dingen leren: gepaste afstand houden, hulp vragen – en alleen zijn. Vooral voor alleenstaanden kan dat laatste zwaar zijn. Een hug, een schouderklopje, samen eten, drinken, smoezen of bingewatchen – een groot deel van de dingen die het leven normaal kleur geven zijn nu onmogelijk.
In de krant las ik gisteren