De muziek van mijn broer

De voorgaande weken heb ik mezelf losjes verdiept in de ontwikkeling van mijn eigen muzieksmaak. Met het idee dat ik andere mensen hiermee zou kunnen inspireren om hetzelfde te doen. Ik vond het een interessante – en ook enigszins weemoedig stemmende – exercitie. Een trip down memory lane en tegelijk een poging om de soms zinloos lijkende toevalligheden van een leven (lees: mijn leven) betekenis te geven.

Ik schreef over de muzikale invloed van vrienden, van mijn vader, van mijn moeder. Over een andere influencer – waarschijnlijk de belangrijkste – mijn oudere broer Wim, schreef ik al eerder. Ik ga die blog van twee jaar geleden hier niet herhalen, maar ik grijp deze gelegenheid wel graag aan om een pijnlijke omissie goed te maken. Mijn broer bracht mij namelijk niet alleen in contact met Lou Reed, David Bowie, John Coltrane en JJ Cale, maar ook met een groep muzikanten die sindsdien voor altijd in mijn hart zitten: The Allman Brothers Band.

Als veertienjarige ging ik meteen voor de bijl voor deze diepe Southern Rockers met hun niet eerder vertoonde mix van blues, rock, jazz, country en gospel en het fenomenale gitaarwerk van Duane Allman en Dicky Betts. Hun album Idlewild South was mijn eerste kennismaking, daarna verzwolg ik hun titelloze debuutalbum en de onovertroffen live-dubbelaar At The Fillmore East. Of nee, het was eigenlijk andersom, die platen verzwolgen mij – en dat doen ze nog steeds als ik ze weer draai.

Nu die omissie is goedgemaakt, wil ik inzoomen op het mysterie van die bijzondere smaak-impact van de oudere broer, die zo verschilt van die van bijvoorbeeld ouders en vrienden. Ik kan me niet voorstellen dat ik de enige ben met deze ervaring. Op internet is inderdaad wel wat informatie over dit onderwerp te vinden, zoals een een klein polletje met 26 respondenten en een Engelstalig wetenschappelijk artikel over de manier waarop muziek de relatie tussen ‘siblings’ mede vormgeeft, en dat helaas over zussen lijkt te gaan.

Het blijkt dus niet gemakkelijk te zijn om degelijke onderzoeksgegevens of diepzinnige gedachten over deze belangrijke kwestie te vinden. Jammer, maar het voordeel is: zo kan ik zonder gewetensbezwaren mijn eigen gedachten de vrije loop laten. Mijn stelling luidt: ouders beïnvloeden je muzieksmaak meestal op een heel algemene manier. Een voorkeur voor rustig of druk, dansbaar of niet. Niks heel specifieks. En dit gebeurt al heel vroeg in je leven, dus grotendeels onbewust. In je tienerjaren, als je je smaak bewust gaat ontwikkelen, komt de muziek vaak uit de hoek van vrienden en bekenden – en je grote broer.

Met vrienden ben je doorgaans enigszins in concurrentie – of je probeert je bij hen aan te sluiten door hun muzieksmaak over te nemen. Een wat ongemakkelijke positie waarin je maar al te zeer geneigd kunt zijn om jezelf te verliezen. Bij een oudere broer speelt dat allemaal niet. Je hoeft niet op hem te lijken, want je kiest hem niet uit en hij jou ook niet. Je hoeft ook niet echt met hem te concurreren want hij is toch veel ouder en dus al oneindig veel verder in de muziek en de rest. Een oudere broer reikt je van alles aan maar geeft je tegelijkertijd de kans om echt je eigen muziekpad te kiezen. Daarom is hij – naast zoveel andere dingen – bovenal de ideale muziekgids.

Ik durf me nauwelijks voor te stellen waar ik als popfan zonder mijn oudere broer terecht zou zijn gekomen. Ergens in de muziekgoot waarschijnlijk, of anders in een oorverdovend stil universum zonder vreugde of troost. In elk geval diep ongelukkig. Dus heb je een oudere broer – check him out!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s