
In de afgelopen decennia is de sfeer rondom Kerstmis behoorlijk veranderd. Het meest opvallend vind ik hoe ongelooflijk professioneel het oorspronkelijke christelijke feest commercieel tegenwoordig wordt uitgenut, inclusief de meest hartverwarmende commercials waarin reclamemakers hun talent voor storytelling kunnen uitleven. In diezelfde decennia veranderde mijn eigen beleving van deze feestperiode op een heel andere manier.
We gaan eerst ongeveer 40 jaar terug in de tijd. Als student keer ik aan het eind van het jaar met lood in mijn schoenen terug naar mijn ouderlijk huis. Ik zie op tegen het langdurig binnen zitten, het inslikken van mijn ergernissen, de verwijten die ik krijg als ik met mijn vrienden uitga om de benauwdheid te ontvluchten. Ik kan niet wachten tot die ‘feestdagen’ weer voorbij zijn.
Fast forward naar 2023. Kerstmis is een aantrekkelijke vluchtheuvel waarop ik me verheug. Een langere periode waarin ik mezelf vrijaf geef van presteren, mezelf verkopen en steeds bijleren. Ik ontbijt in alle rust, lees een boek, probeer een reuzensudoku op te lossen, maak een legpuzzel van 1000 stukjes met mijn zoon. Ondertussen vult mijn dochter, voor een paar dagen teruggekeerd uit de studentenstad, het huis met extra energie.
Wat in die jaren ook veranderde, is de muziek die bij de kerstdagen hoort. Daar schreef ik al eerder over. In de jaren 70 en 80 waren kerstnummers in de popmuziek nog een zeldzaam fenomeen. De Britten hadden weliswaar Slade, John & Yoko en Wham, en de Amerikanen hun aloude White Christmas van Bing Crosby en andere zoete liedjes. Maar voor popartiesten buiten de mainstream was kerstmuziek not done.
Hoe anders is dat nu. Sky Radio kan vanaf 6 december bijna 24 uur per dag vullen met verschillende liedjes die belletjesgerinkel en klokgelui koppelen aan de woorden ‘Christmas’, ‘love’, ‘reindeers’, ‘mistletoe’ en ‘snow’ – of een combinatie daarvan – zo immens is het assortiment inmiddels. Nog opvallender: een immense reeks popartiesten, uiteenlopend van Bob Dylan en Sharon King tot Sufjan Stevens en Mary J. Blige, wagen zich aan hele kerstalbums. Kerst is in de popmuziek een serieus onderwerp geworden.
Ik denk dat ikzelf op mijn eigen manier ongemerkt in deze beweging ben meegegaan. Ook ik neem Kerstmis tegenwoordig heel serieus. Ik geniet er zonder voorbehoud van. Niet alleen vanwege de vrijheid en de rust, maar vooral vanwege het samenzijn, de gezelligheid. En daarin is ook de muziek heel belangrijk.
Bij het puzzelen draait mijn zoon net als voorgaande jaren onze favoriete albums van JJ Cale, Paul Simon en Spinvis. En morgen, vanaf 1e Kerstdag, begint het feest van de Top 2000 van NPO Radio 2. Een fenomeen waarover ik ook al eerder schreef, deze lijst met onbegrijpelijke dan wel terechte favorieten van andere Nederlanders, waarover het hele gezin zich onbekommerd kan verbazen en de discussie met elkaar aangaat. Ook daar kijk ik naar uit. Hoe anders is dit dan mijn vroegere kerstbeleving.
Ik moet natuurlijk afsluiten met een tip, in dit geval mijn favoriete kerstliedje van het jaar: Gregory Porter, met Christmas Wish. Ik ben benieuwd: wat is jouw favoriete kerstsong?
De meest overtuigende manier om een huwelijksaanzoek te doen is niet op één knie, bloemen enzovoort, maar natuurlijk met muziek. Dat wisten onze voorouders al, ze hebben enkele eeuwen geleden niet voor niets de aubade uitgevonden: een lied waarin een man zijn aanbedene het hof maakt, liefst onder aan haar raam – ze deden toen nog amper aan genderneutraal – onder begeleiding van een lieflijk betokkeld snaarinstrument. Geef toe, welk hart zou daar niet van smelten?
Als je de schrijvers uit vervlogen tijden mag geloven, klonken deze muzikale aanzoeken van edelen en troubadours in de Middeleeuwen en de Renaissance geregeld op allelei openbare gelegenheden. Om de een of andere reden hoor je ze tegenwoordig nog maar zelden, en dat is jammer. Een mogelijke verklaring is dat aubades nu gewoon verstopt zitten in popliedjes.
Voor het fraaiste aanzoekliedje moeten we wel een stukje terug in de tijd, toen we de huwelijkse geloften nog wat letterlijker namen dan tegenwoordig. Naar 1957, om precies te zijn. In dat jaar steeg
Sam Cooke (1931-1964), afkomstig uit een zwart domineesgezin met acht kinderen, begon zijn korte en stormachtige carrière als gospelzanger en switchte daarna naar pop en soul. Crooner Nat King Cole was zijn grote voorbeeld, maar de ruigere stijl van de soul trok hem ook. Als zanger was Cooke een natural. Hij had het allemaal: kracht, bereik, zuiverheid, souplesse, en desgewenst gaf hij zijn stem een rauw randje mee. En dat alles zonder dat het hem enige moeite leek te kosten.
In You Send Me toont Cooke zijn zoetgevooisde, intieme benadering. We zien de twee geliefden meteen voor ons, ze zijn al vertrouwd met elkaar: ‘Darling, you send me, honest you do.’ De zanger bekent dan dat hij zijn gevoelens een tijdlang niet serieus durfde te nemen: ‘At first I thought it was infatuation.’ Die overwonnen bindingsangst maakt zijn liefdesverklaring des te geloofwaardiger: ‘Now I find myself wanting to marry you / and take you home.’ Zo simpel, zo direct, zo puur. Zo ouderwets bijna. En dan die onvergelijkbare stem van Cooke – je ziet bruid en bruidegom al bijna naar het altaar lopen.
Maar voor wie nu nog aarzelt met haar jawoord, hier is