kippenvel

Kippenvel – Kom terug

Begin september was ik bij een concert van Spinvis, in het Bostheater in Amersfoort. Een passende omgeving voor de band van liedkunstenaar Erik de Jong (Spijkenisse, 1961). Terwijl de schemering steeds dieper werd, hulden de podiumlampen de artiest en zijn band in feeërieke kleuren en kreeg het bos rondom ons iets geheimzinnigs.

Het was al de vijfde keer al dat ik Spinvis live zag optreden. Elke keer een verrassende ervaring, omdat de liedjes steeds een nieuw arrangement krijgen. De ene keer is dat het een sneller of trager tempo, de andere keer blijkt de instrumentatie en soms zelfs de structuur van coupletten en refrein veranderd te zijn.

Wat blijft, is de poëtische kracht van de liedjes, die je stil kan maken en ontroeren. Een van de mooiste Spinvis-nummers is voor mij Kom Terug (vergeet niet te klikken).

Het lied begint met een repeterend synthesizer-loopje, een licht overdreven eighties-geluid zoals Spinvis dat graag af en toe gebruikt. De ritmesectie valt in, ook een wat vierkant drumgeluid, zonder echte groove. Waar gaat dit heen? Maar dan komt de trein op gang en Spinvis zingt jou toe in wat raadselachtige, korte zinnen, steeds in de gebiedende wijs.

Elke zin roept een beeld op dat meteen ook vragen oproep:

‘Gooi een steen naar de dag, zo ver als je kunt’ – Is de dag iets waartegen je je moet verdedigen? Iets dat je op afstand moet houden, als een roofdier? Of is de dag een slapende reus die je alleen met een steen kunt wekken?

‘Spoel het zout van je huid’ – Ben je in zee geweest? Ben je een vis – of misschien een zeemeermin? Of is het zout een metafoor voor de vermoeienissen van de dag die je achter je moet laten?

‘Doof het vuur’ – Is het een kampvuur of gaat het om een vuur dat niet helemaal mag uitbranden? Of is er een brand die schade dreigt aan te richten? Gaat het om een innerlijk vuur dat gedempt moet worden?

‘Volg het spoor dat er ligt’ – Wat voor een spoor is dit, zijn het de voetstappen van iemand die jou voorging? Of gaat het om een pad dat je voor je ziet om zelf af te lopen?

‘Zoek niet wat er nooit meer is’ – Ik heb het gevoel dat deze zin bij de vorige hoort, en dat dit na alle raadsels eindelijk een antwoord is: de zanger nodigt ons uit om niet achterom te kijken maar steeds verder te gaan, onze eigen intuïtie volgend.

En zo gaat het lied verder, met die rondcirkelende synthesizer-melodie en die bezwerende woorden die je langzaam in een soort trance brengen. Over zand dat je uit je haar wast, tranen die je drinkt, ogen die je van je kind erft, een geheim hart dat je koestert. De zinnen zijn niet logisch met elkaar te verbinden, het zijn ongelijkvormige en veelkleurige kralen die door de muziek aan elkaar worden geregen. Je mag zelf de associaties maken.  

En zonder overgang verandert het couplet opeens in een refrein, dat een paar keer wordt herhaald:

“Reis ver, drink wijn, denk na / Lach hard, duik diep / Kom terug.”

Dit is voor mij het moment waarop de verwondering plaatsmaakt voor ontroering, een gevoel van troost. Omdat er iemand is die, nadat je zo ver weg bent geweest en veel hebt meegemaakt, uitdagingen bent aangegaan, grenzen hebt verlegd, dat er dan blijkbaar iemand is die tegen je zegt ‘kom terug’. Ergens is een thuis waar iemand naar je vraagt.

Kom Terug is een van Spinvis’ signature songs, afkomstig van Tot ziens, Justine Keller, 2011. Het ontbreekt eigenlijk nooit op zijn setlist. Ook begin september, in het Bostheater, speelde hij het. Ik zat tussen een paar honderd andere mensen te luisteren, tussen de bomen, de hemel die langzaam verduisterde. Ik reisde mee, ik dacht na, ik lachte (niet hard maar zachtjes, vanbinnen), ik dook diep en kwam terug. Kippenvel.

Kippenvel – Nothing Seems to Matter

Onlangs leidde het algoritme van YouTube mij naar dit studioconcert van Bonnie Raitt in het Vara-muziekprogramma Wonderland uit 1977. Veel dank aan het algoritme, want samen met haar hechte backingband zingt en speelt de Amerikaanse hier de sterren van de hemel voor een wat gezapig ogend publiek.

Het YouTube-filmpje bood ook een hernieuwde kennismaking met het eerste nummer dat ik ooit van de meervoudige Grammy-winnares hoorde: Nothing Seems To Matter (vanaf 12:56). Waarom ik vanaf dat moment Raitt-fan was, is gemakkelijk te begrijpen als je het nummer hoort. Toch is het lied ook een buitenbeentje in haar rijke oeuvre – daarover later meer.

Nothing Seems To Matter is afkomstig van haar tweede album Give It Up uit 1972. Het nummer heeft iets verslavends. Je wordt er vanaf het begin ingezogen en kunt niet meer ontsnappen. Die melancholieke getokkelde riff op akoestische gitaar, gedragen door een zangerige contrabas van jazz-crack Dave Holland. En dan de licht-hese stem van Raitt: ‘It seems like such a long time, since I held you in my arms and felt you close and warm beside me.’ Hoe noem je zoiets? Hooked on melancholy.

Iets later in het lied schetst Raitt de achtergrond van de relatiebreuk. ‘We knew it was a time for a change / A time to think, you said that night’. Gevolgd door de mooiste zin van het lied: ‘And I lied and said all right.’ Zoiets zeg je als je niet meer weet wat je moet zeggen. Iets waarvan je later pas ten volle beseft hoe onwaar het is.

In het refrein ontpopt het lied zich tot een oprechte smeekbede, met dat langgerekte ‘darling’. De saxofoon slingert zich sensueel rondom Raitts vocalen, waarin ze haar ziel op een dienblaadje aanbiedt: ‘I can’t make it on my own, so darling won’t you hurry home / Cause nothing seems to matter without you.’

Nothing Seems To Matter gaat over het veelbezongen thema van de liefdespijn. Toch klinkt het niet afgezaagd. Raitt weet er iets nieuws, iets belangwekkends van te maken. Het is haar stem die het doet. Die stem, die zich zo moeiteloos door de noten lijkt te bewegen, zonder snikken of overdreven zangkunstjes, komt rechtstreeks binnen in je hart. En er is nog iets.

Raitt staat vooral bekend als vertolker van andermans werk, ze schrijft zelf maar weinig. Op Give It Up staan onder meer geweldige covers van Too Long at the Fair (Joel Zoss) en Love Me Like a Man (Chris Smither). In de jaren 90 scoorde ze hits met nummers van anderen: Thing Called Love (John Hiatt) en I Can’t Make You Love Me (Mike Reid and Allen Shamblin). Maar Nothing Seems To Matter schreef ze wel zelf, toen ze pas een jaar of 20 was. Misschien is het ook de autobiografische inhoud waardoor het lied zo door de ziel snijdt.

Dit jaar komt Bonnie Raitt weer naar Nederland. Op 20 juni staat ze op het International Blues Festival in Grolloo. Ik heb al kaartjes, en ik hoop dat dit meer dan 50 jaar oude nummer weer op haar setlist staat. Nu al kippenvel.

Kippenvel – Haus am See

Sprechen Sie DeutschOp 6 juni 2009 komt een ongebruikelijk plaatje de Nederlandse Single Top 100 binnen. In de zesde week bereikt het de vierde plaats, om de lijst na een langzame afdaling pas op 24 oktober weer te verlaten. Niet slecht, maar ook niet heel bijzonder. Behalve als je bedenkt dat het om een Duitstalig nummer gaat.

338px-PeterFoxZanger-componist Peter Fox (geboren in 1971 als Pierre Baigorry) bevindt zich met Haus am See, afkomstig van zijn eerste soloalbum Stadtaffe uit 2008, in een klein rijtje Duitstalige artiesten dat een voet tussen de deur weet te krijgen in de ook bij ons zo Angelsaksisch geörienteerde popwereld. (Afgezien van schlagerzangers kom ik op: Nena, Rammstein, Kraftwerk, meer niet.) Het lied is dan ook een buitengewoon kunststukje, dat in de loop der jaren terecht uitgroeit van eendagsvlieg tot moderne klassieker:

Peter Fox2Op een bossa nova-achtig ritme, met soulkoortje en subtiele percussie, praatzingt de Berlijnse zanger zich in lekker vet Duits meteen weg uit zijn geboorteplaats:

Hier bin ich gebor’n und laufe durch die Straßen!
Kenn die Gesichter, jedes Haus und jeden Laden!
Ich muss mal weg, kenn jede Taube hier beim Namen.

Sirenen en Odysseus

Vervolgens neemt hij ons mee in een soort droom: de zon schijnt, een spannende vrouw stapt bij ons in de auto, we horen sirenen zingen, hebben de wind in de rug, alles zit mee. Als de strijkers inzetten, doen we onze ogen dicht en zien we het voor ons liggen: het huis aan het meer. Het is het zinnebeeld van alles wat de zanger zich wenst: een mooie vrouw, een grote schare nakomelingen, aandacht van iedereen, alles gaat vanzelf.

Huis aan meerIn het volgende couplet keert de zanger beladen met goud terug in zijn dorp, na vele avonturen, om bij het huis aan het meer een reusachtig feest te geven voor familie en oude vrienden. En op het eind van het lied lijkt de vervulling compleet: de twintig kinderen hebben zich vermeerderd tot honderd kleinkinderen, die cricket spelen (fijn detail) op het gazon.

Peter Fox4Maar is alles hier wat het lijkt? Met die herhalingen en die steeds dramatischer klinkende violen kruipt ook de twijfel binnen. Het beeld van succes, vrijheid en geborgenheid klinkt steeds wanhopiger. Misschien zoek ik er te veel achter, maar voor mij lijkt het lied uiteindelijk te zeggen: is dit echt de ultieme levensvervulling? Is dit alles wat we ons kunnen of moeten wensen? De laatste klanken van het lied klinken afgebroken, alsof de zanger zichzelf niet heeft weten te overtuigen.

hoes Stadtaffe Peter FoxDat idee wordt versterkt doordat Peter Fox na het grote succes van Stadtaffe (2008) terugkeerde naar de relatieve anonimiteit van zijn reggae- en dancehallband Seeed. De artiest wilde zijn privacy terug en maakte nooit meer een soloplaat. Bewust of onbewust had hij in Haus am See de keerzijde van succes en roem al voorvoeld of voorspeld. Kippenvel.

 

Kippenvel – ‘Motherland’ van Natalie Merchant

Where in the hell can you go / Far from the things that you know / Far from the sprawl of concrete that keeps / Crawling its way about 1,000 miles a day?

hoes Motherland van Natalie Merchant.pngMet deze lange, geladen vraag begint Motherland van Natalie Merchant (Jamestown, NY, 1963). In de volgende strofe komen daar nog ‘this wasteland’, ‘this terrible place’, ‘the bottomless, cavernous greed’ bij. Woorden vol weerzin jegens de kapitalistische maatschappij. En dat allemaal op de lieflijke klanken van een walsje, met akoestische gitaar, accordeon, banjo en andere traditionele folk-instrumenten.

nine eleven.png‘Motherland’ staat bol van dit soort tegenstellingen. Het gelijknamige album kwam uit in november 2001, twee maanden na 9/11. Hoewel de opnames al twee dagen voor de aanslagen op de Twin Towers waren afgerond, werd het album er onvermijdelijk mee geassocieerd. Daarvoor waren de politieke standpunten van de voormalige leadzangeres van 10,000 Maniacs ook te bekend. En leek de toon van haar muziek ook nadrukkelijk aan te sluiten bij alle emoties van die periode.

330px-nataliemerchant-2010De zangeres droeg het album op aan de slachtoffers van 9/11 en vertelde later hoe die gebeurtenis en de nasleep ervan de betekenis van het titelnummer voor haarzelf hadden veranderd: van een aanvankelijk wat escapistische oproep werd het een indringend, meer hoopvol pleidooi voor onschuld: ‘To be faceless, nameless, innocent, blameless, free’.

natalie_merchant_03-08-2016Bijna lijzig gezongen, met zwarte gospel-ondertonen, kruipt ‘Motherland’ ongelooflijk dicht onder de huid. De coupletten zuigen je naar het troebele duister, het refrein brengt je als een wiegelied terug naar de geborgenheid van de kindertijd:

Motherland, cradle me, close my eyes / Lullaby me to sleep / Keep me safe, lie with me / Stay beside me, don’t go

boek-het-raadsel-van-de-muziek-andre-m-polsHet is een raadselachtig lied ook. Want wie is de ‘jij’ die de zangeres toezingt? Is dat de ‘five and dime queen’, ‘the shot gun bride’? En wat is de relatie tussen haar en de ‘ik’ van het refrein en het tussenstuk? Geen idee. Zoals veel echt goeie nummers laat ‘Motherland’ zich niet helemaal begrijpen. Het maakt ook niet uit, elke keer als ik het hoor is het weer kippenvel.

 

Kippenvel – ‘Babylon Sisters’ van Steely Dan

Steely DanSommige mensen hebben niets met Steely Dan. Ze vinden de complexe jazzy funkpop van Donald Fagen en Walter Becker koud en gevoelloos, en hebben het over ‘zielloos gefreak’. Nou vind ik het altijd moeilijk te begrijpen als mensen mijn muzieksmaak niet delen, maar in dit geval helemaal. Luister dan toch eens naar een nummer als Babylon Sisters, zou ik ze willen toeroepen.

GauchoBecker en Fagen, die al de naam hadden niet snel tevreden te zijn, sloegen bij de opnames van hun zevende studioalbum Gaucho (1980) een beetje door. Een lange stoet gerenommeerde sessiemuzikanten trok voorbij om de complexe composities van het tweetal in te spelen. Het al niet geringe opnamebudget werd fors overschreden. Het verhaal gaat dat zanger Donald Fagen in de studio in Los Angeles eindeloos aan de mix van openingstrack ‘Babylon Sisters’ bleef schaven en pas bij de 274e versie content was. Terug in zijn woonplaats New York hoorde hij toch nog een basnoot die hem niet beviel, waarop hij terugvloog naar LA om het ongerechtigheidje te repareren. Alsof zijn reputatie nog bewijzen nodig had.

BabylonNet als de rest van Gaucho ademt ‘Babylon Sisters’ decadentie. De tekst is cryptisch, stijlvol, levensmoe en vaag dreigend. Volgens sommige mensen gaat het over een man die een zwoele autorit langs de Californische kust maakt in het gezelschap van een of meer dames van lichte zeden en zich onderwijl realiseert dat hij te oud wordt voor dit soort oppervlakkige uitspattingen.

Bernard PurdieEen verheffende moraal is dan wellicht moeilijk te vinden, ‘Babylon Sisters’ is wel spannend vanaf de eerste tel. Het moet te maken hebben met de combinatie van het reggae-ritme met de fameuze shuffle van drummer Bernard Purdie. En met de manier waarop wrange, bluesy klanken steeds weer verrassend oplossen in harmonieuze akkoorden. En met de dreigend aanzwellende blazers, en met … nou ja, wat dan ook.

Becker en Fagen2.pngIn de liedjes van Becker en Fagen hoor ik vooral het rusteloze zoeken naar een vorm, een stijl, die de zwaartekracht van het leven kan opheffen. Het personage in ‘Babylon Sisters’ houdt zichzelf willens en wetens voor de gek (‘Tell me I’m the only one’) en kijkt vanaf een peilloze hoogte op zichzelf neer. Het is weliswaar niet meer in de mode, maar ik vind deze superieure ironie een verademing tussen alle romantische clichés in de popmuziek .

Bach_faceIn die 275e mix van ‘Babylon Sisters’ komt alle muzikale bezetenheid van Steely Dan eruit. Het nummer kan voor mij tippen aan de meest ontroerende passages van Mozart en Bach. Waar een ander bij Steely Dan misschien kilheid ervaart, hoor ik vooral liefde. En krijg ik kippenvel.

Kippenvel – ‘Iedereen is van de wereld’ van The Scene

The SceneHet was ergens begin jaren ’90, tijdens Parkpop in Den Haag. De middagzon brandde aan de hemel. Op het podium in het Zuiderpark stond The Scene. Thé Lau en zijn band, altijd al een vette live-act, zetten in het Zuiderpark een set neer waar de vonken vanaf spatten. Hoogtepunt: ‘Iedereen is van de wereld’.

‘Dit is voor de misfits die je / her en der alleen ziet staan. / Die onder straatlantaarns eten / en drinken bij de volle maan.’

Parkpop Den HaagIedereen is van de wereld kwam uit in 1991, werd nooit een grote hit maar groeide in de loop der tijd wel uit tot een Nederlandse popklassieker. Een lied dat je in vervoering brengt, dat verbroedert. Het is zo’n typisch The Scene-nummer, stoer en gevoelig, met zijn korte zinnen en repeterende gitaarriffs. Het knappe van het nummer is dat het de solidariteit tussen alle mensen predikt zonder te vermanen. Je wordt persoonlijk aangesproken als luisteraar, als onderdeel van het publiek. Live werkt dat helemaal geweldig.

‘Rood zwart wit geel, jong oud, man of vrouw / In het donker kan ik jou niet zien, / maar deze is van ons aan jou. / En ik hef het glas op jouw gezondheid / want jij staat niet alleen’

The Lau‘Iedereen is van de wereld’ roept mededogen op, verschillen worden onbelangrijk. Het lied stelt simpelweg dat er plaats is voor elk individu, ook voor de verschoppelingen. Maar vooral voor jou: jij hoort er ook bij – net als ieder ander. ‘Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen’.

menigte in zuiderparkIets magisch gebeurde zo’n twintig jaar geleden met die swingende, meezingende menigte in het Zuiderpark waar ik deel van uitmaakte. Een groep losse individuen veranderde tijdens het opzwepende nummer in één grote brok solidariteit. Het was zo’n moment dat je niet meer vergeet. Kippenvel.

En iets van dat gevoel, van die verbroedering, namen we mee van dat veld in Den Haag. Een kostbaar bezit in tijden dat verschillen tussen groepen te veel nadruk dreigen te krijgen.

Kippenvel – ‘Beauty Way’ van Eliza Gilkyson

Eliza Gilkyson‘My father made a pretty damned good living / Playing music on the Beauty Way / He’s gonna die with some money in his pocket / Wish I could do the same today, little darling / Wish I could do the same today’.

Zo begint ‘Beauty Way’, de openingstrack van het album Hard Times in Babylon (2000) van Eliza Gilkyson. Zet hem maar op (Spotify). Dat is wat je noemt met de deur in huis vallen. En met die details, je voelt dat dit uit het leven gegrepen moet zijn.

DSC_0523Na het wrang-humoristische openingsvers duikt de Amerikaanse singer-songwriter terug in de tijd. Vertelt hoe ze vanaf haar tienertijd de lokroep van de muziek volgde. Geen gemakkelijk leven, zingt ze, want al heb je soms succes, ‘you’re never hot enough’. En hoe hard je ook werkt, in de muziekbusiness regeren de dagkoersen: ‘It’s not something you control’.

De toon is bitter, wereldwijs. Een scheurende slide-solo zet haar klaagzang kracht bij. En het wordt nog erger. In het volgende couplet identificeert ze zich zelfs met coyotes die vuilnishopen afstruinen. Hoe diep kun je zinken. Maar in het laatste couplet vindt ze op de een of andere manier vanuit het diepe dal toch weer de weg omhoog:

‘Sometimes I wish I could unplug this cord / And my soul or my money I could save / Oh but every time I say I’m gonna quit the Beauty Way / I hear my bones just turning in their grave, little darling / Bones turning in their grave’.

Er is geen ontkomen aan: stoppen is zichzelf verloochenen. De Beauty Way, de rituele helende weg van de Najavos, is voor Gilkyson blijkbaar ook de veelbezongen ‘road’ van de moderne Amerikaanse troubadours. En het is de enige weg die ze kan gaan.

De Gilkysons in de studio

De jonge Gilkysons (Eliza in het midden) vergezellen hun vader Terry in de studio, circa 1956.

Wat het precies is met dit nummer? Is het zo interessant om te luisteren naar een artiest die zich beklaagt over gebrek aan succes? Blijkbaar wel. ‘Beauty Way’ is een publieksfavoriet bij Gilkysons concerten. En bij mij. Misschien komt het doordat er in het nummer heel wat op het spel staat. Niet voor niets komt de dood tweemaal om de hoek kijken. Bovendien gaat het, onder de letterlijke betekenis van de tekst, over iets universeel menselijks: de worsteling om het bestaan, de zoektocht naar je eigen bestemming. Over ploeteren en vooruitkomen. Twee stappen vooruit, één achteruit. Of andersom. En toch doorgaan op je pad. Want dat is jouw pad.

Maar bovenal: zo rauw en doorleefd hoor je niet vaak iemand over zijn of haar leven zingen. Ook al weet je niets over de achtergrond van Gilkyson (Hollywood, 1951, dochter van een succesvol filmcomponist), je voelt gewoon dat ‘Beauty Way’ waarachtig is. Het resultaat is – in elk geval bij mij – kippenvel.

Meer weten over Eliza Gilkyson? Klik hier.